Wat een vreugde om over Gods liefde in mijn eigen Bijbel te lezen!
*16 december 1784, Llanfihangel-y-Pennant – † 28 december 1864, Bryn-crug (Wales)
Al ruim twee eeuwen is het vertalen en verkopen van Bijbels wereldwijd het werk van Bijbelgenootschappen. Niet van kerken.
Het kwam op gang dankzij een eenvoudig meisje van vijftien dat in 1800 op blote voeten veertig kilometer door het platteland van Wales liep om een Bijbel te gaan kopen. Mary Jones was de dochter van een arme wever. Haar ouders waren gelovige methodisten. Vader stierf al jong. Ze had leren lezen in het mobiele schoolonderwijs dat was opgezet door voorganger Thomas Charles. Bijbels in het Welsh waren nog schaars. Maar ze wilde er zelf een hebben. En dat bracht haar na zes jaar sparen tot de voettocht door bergachtig terrein van naar Bala, toen het er weer een nieuwe lichting Bijbels was binnengekomen.
Thomas Charles gaf haar het laatste exemplaar dat hij op dat moment nog in voorraad had en eigenlijk voor een ander was. Hij was verantwoordelijk voor de religieuze opwekking die de Bijbelbehoefte in de regio enorm had laten groeien. Het traktaatgenootschap dat religieuze lectuur aan de man bracht kon onvoldoende in die behoefte voorzien. Het verhaal van Mary Jones gebruikte hij nu om medebestuurders aan te sporen om een nieuwe organisatie op te zetten louter voor de Bijbelverspreiding in Wales. Het leidde tot de oprichting op 7 maart 1804 in Londen van de ‘British and Foreign Bible Society’, met driehonderd leden uit verschillende denominaties.
Het enige doel was verspreiding van Bijbels, zonder kanttekeningen die een specifieke uitleg konden verraden. Het Britse voorbeeld werd razendsnel in landen over de hele wereld gekopieerd. Het Nederlandse Bijbelgenootschap werd direct na de val van Napoleon in 1814 opgericht. Tegenwoordig zorgen meer dan 150 Bijbelgenootschappen in de wereld samen met kerk- en confessiegebonden organisaties ervoor dat tot in de moeilijkst doordringbare gebieden en in de kleinste talen de boodschap beschikbaar komt die levens van mensen kan veranderen.
Mary Jones huwde ook een wever. Zelf hield ze bijen. Die staken haar nooit, volgens haar omdat ze het geld dat ze aan de honing verdiende altijd aan het Bijbelgenootschap gaf. De Bijbel die zij in 1800 kocht wordt gekoesterd in Cambridge. In Wales geldt ze als nationale heldin vanwege haar voorkeur voor het Welsh.
En ijveraars voor of tegen het hoofdlettergebruik als ‘hij’ verwijst naar God moeten dus niet bij synodes zijn, maar bij hun genootschapsbestuur.