Harmen Jansen

theologie, kerk en samenleving

  • Home
  • Heiligenkalender
  • Mijn publicaties
    • Mozesboek
    • Artikelen
    • Overige boeken
  • Activiteiten
  • Kerk en Theologie
    • Kerk
    • Theologie
  • Opgemerkt
  • Geschiedenis
  • Heiligenkalender januari-april
  • Heiligenkalender mei-augustus
  • Heiligenkalender september-december

Thomas Müntzer

Posted on 07/06/2020

De grootste gruwel op aarde is dat niemand zich iets van de nood van de behoeftigen aantrekt!

* Rond 1490, Stolberg – † 27 mei 1525, Mühlhausen

Gods hervormingswerk houdt niet op bij het bekeren van ‘de papen en apen’ van de kerk. Dat begon pastoor Thomas Müntzer steeds duidelijker te zien nadat hij op voorspraak van Maarten Luther in 1520 was aangesteld in Zwickau. Hij kwam er in contact met arme mijnbouwers en de hoogopgeleide voorganger begon steeds meer de taal van het volk te spreken. Het leidde tot een afzetting. Na een tussenstop in Praag kreeg hij een gemeente in Allstedt. In 1523 publiceerde hij daar de eerste volledig Duitstalige kerkorde en liturgie. Maar Müntzer wilde niet alleen een vernieuwde apostolische kerk. Hij drukte een ‘vorstenpreek’ waarin hij de Saksische machthebbers probeerde te winnen voor noodzakelijke maatschappelijke veranderingen. Als de overheid volgens Romeinen 13 het zwaard van God draagt, dan moet dat ook in alle ernst gebruikt worden om onrecht te keren. Hij beroept zich op het visioen uit Daniël 2 over een grote steen die een vorstenbeeld van zijn lemen voeten rukt. Het is in zijn ogen Christus zelf die het voor de rechtelozen opneemt. In een volgend drukwerk citeert hij het Magnificat, de lofzang van Maria uit Lukas 1. ‘Heersers stoot Hij van hun troon. Rijken stuurt Hij weg.’

En ondertussen woedt de Boerenoorlog. De reeks van opstanden in het Duits-Roomse Rijk van arme en rechteloze boeren tegen hun feodale meesters begint kansrijk te worden als in 1524 Zuidduitse leiders met de formulering van Twaalf Artikelen een serieuze onderhandelingspartner worden. Ze eisen onder meer vrije keuze van de pastoor, afschaffing van het lijfeigenschap, eerlijke rechtspraak en controle op de besteding van de tienden. Maar er zijn ook escalaties van geweld. En op 15 mei 1525 komt het bij Frankenhausen in Thüringen tot een van de grootste en beslissende veldslagen. Müntzer is dan een van de leiders. De 8000 boeren, verzameld onder een regenboogvlag, zingen zijn Pinksterlied. Maar de 6000 bewapende soldaten van de vorsten hakken hen genadeloos in de pan. Müntzer wordt geëxecuteerd.

De Reformatie raakte in 1525 beduimeld. Door Müntzer door een gewapende opstand te leiden die gedoemd was te mislukken. Door Luther met zijn zegen van de vorsten die de opstand gewelddadig terneer sloegen. Rond de veldslag waren de beide heren in geschrifte ook fel tegen elkaar te keer gegaan. En de adellijke grootgrondbezitters zaten nog voor eeuwen stevig in het zadel. Müntzer werd pas weer een held in de geschiedschrijving van de marxisten. Niet geheel ten onrechte. De Bijbel bevat toch echt een sociaal visioen.

2020

Posted in: Uncategorized | Tagged: Duitsland, Reformatie

Johannes a Lasco

Posted on 03/06/2020

Rustverstoorders zijn denk ik nog met ons in de kerk vermengd met de bedoeling om ons meer druk te maken over het verdedigen van de waarheid. Wij overwinnen hen zoveel wij kunnen door zachtmoedigheid en geduld.

*1499, Łask (Pl) – † 8 jan 1560, Pinczów (Pl)

Dat het ambt van ouderling een belangrijke pijler werd van het Nederlandse protestantisme is voor een flink deel te danken aan Johannes a Lasco. De ‘reformator van Oost-Friesland’ was een Pools edelman met een brede Europese oriëntatie. Dankzij een oom die bisschop was, had hij in Italië kerkelijk recht gestudeerd en daarna als priester goede posities in Polen gekregen. In 1524 op diplomatieke missie voor zijn koning had hij in Parijs, Bazel en Zürich diverse humanistische en protestantse geleerden ontmoet. Hij heeft onder één dak gewoond met Erasmus en verwierf zelfs zijn bibliotheek. Pas op zijn veertigste kwam het tot een breuk met de pauselijke kerk. Het was in Leuven, waar hij toen ook trouwde.
Op de vlucht voor dreigende vervolging kwam het echtpaar in 1540 via Aduard in Emden. Daar werd hij door gravin Anna benoemd tot ‘superintendent’ van de protestantse gemeenten in Oost-Friesland. Hij was geknipt voor de rol van kerkleider nu het protestantisme een eigen kerkelijke vorm moest vinden. Hij stelde kerkenraden in, regelde de tucht en een ‘coetus’ als regionaal overlegorgaan voor de predikanten. Zij moesten wekelijks bij elkaar komen voor de bespreking van hun leer én hun leven. Hij hield openbare debatten met leiders van de verschillende doopsgezinden. De staatsgevaarlijke radicalen onder hen konden vertrekken. Menno Simons wilde ook niet blijven.
Na ontslag onder keizerlijke druk volgden in Londen drie vruchtbare jaren van organisatie van de tweetalige gemeente van vluchtelingen. Ook daar was wekelijks beraad over de leer van de gemeente, ‘profetie’ geheten. Met de troonsbestijging van Maria Tudor volgde nieuwe verbanning. Weer in Emden organiseerde hij er nu een diaconie voor de duizenden asielzoekers. ‘Godts Kerck vervolgt, verdreven, heft Godt hyr Trost gegeven’ staat er nog in steen gegrift. Daarna is hij nog actief geweest in Wezel en in Frankfurt, voor hij terugging naar Polen om (tevergeefs) de koning proberen te winnen voor kerkhervorming.
A Lasco schreef kerkordes, belijdenissen en een catechismus. De scherpe kantjes van de onderlinge tegenstellingen tussen de protestanten probeerde hij bij te vijlen. Hij dacht bescheiden over zichzelf: het penninkje van de weduwe tussen de schitterende gaven van anderen.

Posted in: Uncategorized | Tagged: Reformatie

Jan de Bakker (Johannes Pistorius)

Posted on 31/05/2020

Och, als jullie het voorbeeld van de apostelen eens zouden volgen en duizenden mensen tot de bruiloft van Christus zou dwingen door een goed leven en goed onderwijs

* 1499, Woerden – † 15 september 1525, Den Haag

Op de School met de Bijbel zeiden we nooit samen hardop het Onze Vader. Dat was iets voor de Roomsen. De tafels van 1 tot 10 werden wel klassikaal opgedreund. Zo ook het jaartallenlijstje. En na ‘1517, Maarten Luther. Kerkhervorming’ kwam ‘1525, Jan de Bakker om zijn geloof in Den Haag verbrand’.
Deze eerste protestantse martelaar in ons land was zoon van een koster in Woerden. Tot zijn 12e jaar werd hij door meester Gerrit onderwezen. Hierna volgde hij te Utrecht onderwijs op de kapittelschool en vervolgens op de school van de Broeders des Gemenen Levens waar Hinne Rode hem in aanraking bracht met de hervormingsgezinde ideeën van de humanisten. Terug in Woerden werd hij aangesteld in de ‘officie’ van zijn vader. In 1521 ging hij op aandrang van zijn vader in Leuven studeren. Er is sprake van contact met Erasmus, een oude vriend van zijn vader. In 1522 was hij korte tijd pastoor te Jacobswoude (Woubrugge). Hij predikte ‘ketters’ en stopte met het opdragen van de mis. Hij werd gevangen gezet, maar onder druk van burgers van Woerden vrijgelaten, waarop hij naar Wittenberg de wijk nam. Weer terug legde hij een dagvaarding naast zich neer. Hij trok door het land om geestverwanten te ondersteunen. Nogmaals terug in Woerden legde hij zijn priestergewaad af, trouwde (maar niet voor de kerk) en werd bakker. In 1524 stelde de nieuwe paus (de Nederlander Adrianus) een nieuwe aflaat in. Jan waarschuwde ervoor. In mei 1525 werd hij op bevel van de landvoogdes in de Haagse gevangenpoort opgesloten. Hem werd verweten dat hij ideeën van Wycliffe en Luther verspreidde en dat hij de sacramenten en ceremoniën van de Kerk verwierp, waaronder de eucharistie en de celibaatsplicht. In twistgesprekken met de Inquisiteurs stelde Jan het gezag van de Bijbel hoger dan dat van kerkelijke wetten en rechtbanken.
Vlakbij het Binnenhof werd hij op de brandstapel gewurgd, verbrand en opgeblazen met een kruitzakje. In een lied dat kort erna rondging werd hij ‘seer heylich van leven en wel gheleert’ genoemd. Het verlangen naar kerkvernieuwing was niet meer te stuiten. Onder de lutheranen in ons land heeft de Woerdense gemeente nog altijd een bijzondere status.

NB Muziek en Liturgie 88/3 (juni 2019) heeft afbeeldingen van de Avondmaalskelk van de Lutherse gemeente te Woerden, daterend van voor de Reformatie.

Posted in: Uncategorized | Tagged: Reformatie

Marie Dentière

Posted on 31/12/2018

*plm. 1495 Tournai (B) – † 1561 Genève

Hebben we twee evangelies, een voor mannen en een voor vrouwen?

Op het grote monument in Genève ter herinnering aan de Reformatie staat sinds 2002 tussen al de mannen één vrouw, Marie Dentière. Ze was als jong meisje ingetreden in een klooster van de Augustinessen. Als in Tournai en omgeving de nieuwe ideeën van Maarten Luther worden verspreid, verlaat ze het klooster. Ze trouwt in 1528 in Straatsburg met een voormalige priester uit haar geboortestad, Simon Robert. Ze werken een paar jaar in Zwitserland voor hij in 1533 overlijdt. Marie trouwt met de predikant Froment. In 1535 raakt het echtpaar betrokken bij de overgang van Genève tot de Reformatie. Zij vergezelt de Raad van de stad bij een bezoek aan het Clarissenklooster. Daar vinden de dames dat ze maar een duivelse tong heeft. In deze jaren preekt ze in feite, in elk geval tegen vrouwen en met goedvinden van het stadsbestuur!

In 1539 publiceert ze een open brief aan Margaretha van Navarre, zuster van de koning, sympathisante van de Reformatie. Ze bepleit het verdrijven van de priesters uit Frankrijk en maakt zich boos over de domheid van de predikanten van Genève die op dat moment Calvijn en zijn collega Farel uit de stad sturen. En ze wil een grotere rol voor vrouwen in de kerk. ‘Wie hebben ketterijen en valse leer op aarde uitgevonden? Mannen. Er is niet één valse profetes geweest. Er zijn wél vrouwen door valse profeten misleid.’ ´Als God zijn genade schenkt aan sommige goede vrouwen en hen iets goeds en heiligs openbaart door zijn Schrift, moeten zij dat dan niet opschrijven en vertellen aan anderen, omwille van de verachters van de waarheid? Hun dat beletten zou schaamteloos zijn, en voor ons stompzinnig om het talent in de grond te stoppen dat God ons heeft gegeven.´ Maar dit was al te opruiende literatuur. Genève verbood voor de rest van de eeuw elke publiciteit door vrouwen.

Als Calvijn weer terug is in Genève, raken zij en haar man met hem in de clinch. Ze heeft kritiek op zijn lange jas, kledingstuk van de elite. Calvijn schrijft dat ‘deze trotse en wraakzuchtige Marie Dentière haar man Froment volledig in haar macht heeft’. Froment die bijverdiende aan wijnhandel raakt zijn predikantschap kwijt. Toch zijn ze later weer in Genève te vinden, ook in het kamp van Calvijn. Hij vindt er werk en zij schrijft in 1561 een voorwoord bij een preek van Calvijn over de eenvoud van vrouwen en hun kleding. Haar eigen dochters voedt ze gedegen op. Ze laat ze onder andere Hebreeuws leren.

2017



Posted in: Uncategorized | Tagged: Reformatie

Katharina von Bora

Posted on 31/12/2018

Het verlies van een vorstendom, als ik het had gehad, zou me niet zoveel verdriet hebben gedaan als het verlies van deze lieve en kostbare man

* 29 januari 1499, Lippendorf – † 20 december 1551, Thorgau


Käthe, gisteren was ik met mijn vrouw eindelijk in je huis. Het Zwarte Klooster in Wittenberg. Luthers huis, maar vanaf jullie huwelijk op 13 juni 1525 zwaaide jij er de scepter. In dit gebouw woonde hij als Augustijner monnik en professor. Hij mocht er blijven wonen toen hij met zijn 95 stellingen op de kerkdeur van de slotkapel aan het andere eind van het stadje de bel geluid had voor de kerkhervorming, van zijn kloostergeloften ontslagen was, geëxcommuniceerd door de paus en vogelvrij verklaard door de Keizer.

In hetzelfde jaar als Luther was ook jij in een klooster terecht gekomen. Jij als zesjarige zonder moeder, voor onderdak en onderwijs. Je was van verarmde adel. Op je zestiende trad je in. Maar in 1523 hoorde je tot de negen nonnen die zich uit het klooster Marienthron in Nimbschen lieten ontvoeren naar Wittenberg, aangestoken door het virus van de Reformatie. Luther schreef prompt een verdediging van jullie vertrek. Jullie wilden zelf en nee, jullie waren onderweg niet verkracht. Toen er voor ieder iets was geregeld bij familie of door een huwelijk, schoot jij over. De student die jij wel zag zitten mocht niet trouwen met een weggelopen non.

Het huwelijk met Luther, een stuk ouder, werd voltrokken zonder veel poespas. Als eerste daad gooide je de strozak weg waarop hij sliep. Veel te vies. Miniatuuropstellingen in je huis maken zichtbaar wat je in je nieuwe rol allemaal deed, Maria en Martha tegelijk. Je runde een onderneming met vee, een tuin, een bierbrouwerij. Met inwonende familie en huurders en vaak gasten vroeg de keuken veel aandacht. Je deed de financiën, zag toe op eindeloos veel kleine verbouwingen, verwierf landerijen. Je had als non al zulke ervaring opgebouwd? En grondbezit hoorde bij je stand en je verantwoordelijkheidsgevoel voor de toekomst van de kinderen. Je was zeven keer zwanger, keurig om de twee jaar. Luther had zich laten voorlichten over de beste tijd voor het spenen van zuigelingen: na ruim een jaar. In zijn testament benoemde hij jou tot universeel erfgenaam en tot voogd over de kinderen, want het gezin moest bij elkaar blijven onder jouw leiding. Ook dat was nieuw en ongebruikelijk.

Slechts vier kinderen werden volwassen. Van de dood van de 12-jarige Leentje waren jullie beide kapot. Verder weten we niet zo heel veel over je gevoelens. Je noemde Luther in gezelschap Herr Doktor, hij jou soms ook. Of hij noemde je adellijke meisjesnaam. Jullie steunden elkaar en waren zorgzaam voor elkaar. En naast de voorspelbare spot in allerlei geschriften kreeg je ook respect. Geen van de vrouwen van protestantse leiders van jouw tijd is zo vaak geportretteerd als jij, vooral door huisvriend Cranach.

Vandaag werd buiten jullie stad onder een zonnige hemel een openluchtkerkdienst gehouden met zo’n 120.000 belangstellenden. Achter het podium links en rechts de kerktorens van Wittenberg. 500 jaar protestantisme! Collecte voor de vluchtelingen op de Middellandse Zee. Na Luthers dood in 1546 moest je zelf een paar keer vanwege oorlogshandelingen op de vlucht. Aan de gevolgen van een ongeval onderweg ben je elders overleden.

juni 2017

Posted in: Uncategorized | Tagged: Reformatie

Juliana van Stolberg – *Stolberg, 15 februari 1506 – † slot Dillenburg, 18 juni 1580

Posted on 27/12/2017

Ik vrees dat Gods toorn over de ganse christenheid zal gaan, want waar men ook heenziet, het is al ijdel, moedwillig en goddeloos leven

Als prins Willem van Oranje onze Vader des Vaderlands is dan is zijn moeder onze grootmoeder. Ze stamde af van een belangrijke Byzantijnse vorst wiens beeltenis nog in de Aya Sophia te bezichtigen valt. Zelf figureerde ze in een negentiende-eeuwse protestantse Galerij van christelijke vrouwen als model voor ‘gelovige vrouwen, die de heiligheid van het huwelijk hooghouden, en het specifieke onderscheid tussen man en vrouw niet uit het oog willen verliezen’. Haar beeld en haar Lutherse geloof is wel eens geromantiseerd. Maar de gelovige taal in haar brieven is niet uitzonderlijk voor haar tijd.
Ze bracht in twee huwelijken zeventien kinderen ter wereld. Op haar veertiende werd al een man voor haar uitgezocht, op haar zeventiende trouwde ze met deze Philips en begon het kinderen krijgen, op haar vierentwintigste onderbroken door zijn overlijden en enige tijd later voortgezet met de weduwnaar von Nassau die haar meenam naar de Dillenburg. Daar had ze heel veel kinderen om zich heen, want er kwamen ook andere adellijke kinderen onder haar hoede. Ze kregen er goed onderwijs. Graaf Willem de Rijke, overleden in 1559, was stichter van verschillende protestantse onderwijsinstellingen. Haar kinderen werden bijna allemaal volwassen. Daardoor had ze bij haar dood al een nageslacht van 160 klein- en achterkleinkinderen. Dat haar nazaten het met de huwelijkstrouw niet zo nauw namen had niet haar goedkeuring. Haar brieven aan haar zonen bevatten de nodige vermaningen over fatsoen van de legers van haar zonen.
Met haar Nassause echtgenoot vormde ze een luthers gezin. Oudste zoon Willem moesten ze vanwege zijn erfenis van het vorstendom Oranje verder te laten opvoeden door de roomse Margaretha in Brussel. Daar waren ze niet op tegen. De dynastieke belangen zaten haar hoog. Ze maakte vaak reizen langs de verblijven van hun kinderen. Ze vond dat haar Willem in de Lage Landen nogal op grote voet leefde. Toen haar zonen de opstand in de Nederlanden gingen steunen, stond ze van harte achter hen. De Dillenburg was hun toevluchtsoord. En ze droeg niet alleen moreel, maar ook financieel aan de opstand bij. Het sneuvelen van de zonen Adolf, Lodewijk en Hendrik ‘in Vriesland in den slach’ en op de Mokerheide heeft ze nog meegemaakt.
Brieven schrijven kon ze door oogproblemen de laatste jaren niet meer, brieven die steevast waren geëindigd met ‘Deine getreue Mutter allezeit’. Uiteindelijk was ze net als later zoon Willem officieel het calvinisme toegedaan.

(2017)

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, Reformatie

Johann von Staupitz – *ca. 1460, Motterwitz – † 28 december 1524, Salzburg

Posted on 07/01/2017

Christus jaagt geen angst aan. Hij troost

De theologische boeken van dr. Staupitz zijn al lang vergeten. Zijn belang ligt in zijn aandacht voor de begaafde maar angstige jongeman die pas was ingetreden in een van de kloosters die hij visiteerde. Eens hebben ze wel zes uur samen gepraat. Wat tobde deze monnik zich af over zijn nalatigheden! Wat een zelfreinigingsdwang! Staupitz werd zijn biechtvader. ‘Je weet niet Martinus, hoe nuttig en nodig deze aanvechtingen voor jou zijn, want God oefent jou niet zonder reden; je zult zien dat Hij je zal gebruiken als een dienaar om grote dingen te doen.’ Hij zei geen bijzondere dingen. Hij wees Luther eenvoudig op de genademiddelen van de kerk en op het bloed van Christus. Niet teveel drukte over ‘poppekwaad en pekelzonden’! Maar de woorden waren goed getimed. Luther schreef: ´Ik nam Uw woord in mij op als een stem van de hemel: ware boete is geen andere, dan die met de liefde tot de gerechtigheid en tot God begint´. Hij leerde de waarheid over zichzelf in het liefdevolle oordeel van God te vinden. ´Als Doctor Staupitz, of liever God dóór Doctor Staupitz mij niet uit de verzoekingen geholpen had, ik was er in verzopen en allang in de hel´.
Staupïtz vervulde allerlei rollen binnen de Saksische provincie van de orde van de Augustijnen. Sinds 1502 was hij tevens de eerste dekaan van de nieuwe universiteit van Wittenberg. Voor Luther was hij behalve een vaderlijke vriend ook de mentor die zijn opleiding stimuleerde. Hij haalde hem naar Wittenberg en maakte hem in 1512 tot zijn opvolger als professor bijbelwetenschap. Luthers bezwaren wuifde hij weg met de opmerking dat God het tegenwoordig erg druk had en wel een paar doctores in zijn raad kon gebruiken. Later stuurde hij op zijn verzoek Luthers bezwaren tegen de aflaat naar de paus door en ontsloeg hij hem van zijn kloostergeloftes. Een Lutheraan werd hij zelf niet. Om de conflicten te mijden trok hij zichzelf terug uit de orde en werd hij benedictijn. Vlak voor zijn dood schreef hij Luther nog een brief. Hij had veel van Luther geleerd. Hopelijk konden ze nog eens samen praten.
Van de zeven sacramenten bleef Luther er drie eerbiedigen: naast Doop en Avondmaal ook de biecht, ook al gaf hij er een nieuwe draai aan. Hij had de waarde ervaren van het geestelijke gesprek. In de Protestantse Kerk moet vanaf 2017 iedere predikant en kerkelijk werker periodiek een vorm van geestelijke begeleiding, supervisie of intervisie zoeken. Iedereen een eigen Herr of Frau Staupitz!
(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Reformatie

Hendrik van Zutphen – 1488/89 Zutphen – 10 december 1524 Heide (Dtsl.)

Posted on 07/01/2017

Wat door de mensen aan goede zeden bij elkaar geflanst wordt is niets anders dan mooie bladeren van de evangelische vijgeboom om de zonde te verbergen

Nederland heeft ook Lutherse reformatoren voortgebracht. Hendrik van Zutphen geldt als de reformator van Bremen. Zijn verhaal laat zien hoe snel de ideeën van Luther wortel schoten. Een belangrijk netwerk vormden de Augustijner kloosters. Hendrik van Zutphen was een Augustijner monnik en had van 1508 tot 1514 gestudeerd aan de nieuwe universiteit van Wittenberg, gelijktijdig met Luther. Eerst werd hij subprior van een klooster in Keulen, in 1516 prior in Dordrecht. Beide keren was hij betrokken bij het invoeren van strakkere regels, niet tot vreugde van Luther, plaatsvervangend hoofd van de Saksische kloosterprovincie. Van eind 1519 tot 1521 studeerde hij weer in Wittenberg. Bij zijn ‘bachelor’ verdedigde hij stellingen over de rechtvaardiging door het geloof, over de natuur van de mens en de wet, over geloof en liefde. Hij studeert af met een dispuut over het hogepriesterschap van Christus en het misoffer. Hendrik wees de gedachte af dat Christus zijn maaltijd als een nieuw offer had ingesteld. Deze maaltijd was niet anders dan een teken van geloof en liefde, uitgedeeld door de diakenen.
Hij vertrok naar Antwerpen, een broeinest van Lutheranen. Net als zijn voorganger werd ook hij gevangengenomen, maar daarop volgde een bevrijding door het in groten getale opgelopen volk, het meest vrouwen, en een vluchtroute langs verschillende Augustijner kloosters in Holland. Hendrik duikt uiteindelijk op in de vrije handelsstad Bremen. Daar slaat zijn prediking over ‘geloof alleen’ goed aan. Hij weet bevriende voorgangers in de stad benoemd te krijgen. Zelf wordt hij beroepen in Meldorf in Dithmarschen (Holstein). Maar zijn optreden is een doorn in het oog van de prior van het plaatselijke dominicanenklooster. De man zet een stel boeren aan tot actie. Beneveld door bier lichten ze Hendrik van zijn bed, slepen hem aan een paard naar Heide en verbranden hem.
Luther stuurde de stad Bremen een troostbrief. De hele Dithmarschen ging tot de Reformatie over. De oude kerken in het centrum van Bremen zijn nog altijd Luthers, met een rijke muzikale traditie.
Waarom de geschiedschrijving speciaal vermeldt dat de moordenaars Hamburger bier hadden gedronken: een geval van rivaliteit tussen twee havensteden? (2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Reformatie

Ambrosius van Milaan – *plm. 340, Trier (?) – † 4 april 397, Milaan

Posted on 07/01/2017

Kom, verlosser van de volken!

Kerkvader Ambrosius heeft geen onverdeeld gunstige pers. In zijn tijd werd het christendom steeds meer staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. Ambrosius is er medeverantwoordelijk voor dat dit niet gunstig uitpakte voor de joodse minderheid. Toen er ergens bij rellen synagoges in brand waren gestoken vond hij het niet nodig dat keizer Theodosius medewerking verleende aan de wederopbouw. Een verkeerde toon was gezet.
Toen de keizer op een keer een stel opstandige Grieken ongenadig had afgeslacht legde Ambrosius hem een publieke boetedoening op, waaraan de keizer gehoorzaamde. Dat dan wel weer. Ambrosius was tegen de doodstraf. En hij zette zich in voor de armen en was een voorbeeld van sober leven.
Volgens een legende zoemde er een zwerm bijen boven de pasgeboren baby en legden ze honing in zijn kleine mond. Zo werd hij hun beschermheilige. Zijn vader zou het hebben opgevat als een teken van toekomstige welsprekendheid. De legende kan afgeleid zijn van zijn naam, Ambrosius betekent zoiets als godenspijs. Feit is wel dat hij zich ontwikkelde tot een goede spreker. Bij een conflict over een bisschopsbenoeming in rijkshoofdstad Milaan wierp deze rijksfunctionaris zich op als bemiddelaar. Maar de aanwezigen in de kerk begonnen ‘Ambrosius bisschop’ te roepen. Vox populi vox dei was de regel: de stem van het volk is de stem van God. Waarop hij zich na enige aandrang liet dopen (gedoopt zijn ging nog wat moeilijk samen met het dragen van een overheidsambt) en het ambt aanvaardde. Hij kon goed Grieks lezen en schrijven, waardoor hij zich de theologie van zijn tijd snel eigen kon maken en met collega’s elders in correspondentie stellen. En zijn preken werkten op menigeen betoverend. Het leidde ertoe dat niemand minder dan de latere ‘kerkvader’ Augustinus zich door hem liet dopen.
Hij schreef ook een reeks theologische verhandelingen. Maar zijn belangwekkendste bijdrage aan de kerk werden zijn liederen. Ambrosius stimuleerde het zingen van de gemeente. Niet alles wat als ‘Ambrosiaans lofgezang’ wordt gezongen is van hem afkomstig. Mogelijk wel de tekst van het Te Deum. En in elk geval de tekst en de muziek van enkele geslaagde strofische liederen. Met stip op één staat Veni redemptor gentium. Het is ons oudste kerstlied. Luther heeft met succes ervoor gezorgd dat het ruim een millennium later een tweede leven kreeg in de vorm van het lied ‘Nun komm der Heiden Heiland’, ‘Kom tot ons, de wereld wacht’ (lied 433). Hij hoefde in 1524 voor zijn eerste lied maar vier noten weg te laten en de tekst te vertalen. In Duitse liedboeken is het nog steeds vaak nummer 1. Bach leverde er wonderschone muziek bij.
Luther liet een paar strofen over de maagdelijkheid van Maria weg, een stokpaardje van Ambrosius. Sommige vaders in Milaan lieten hun dochters thuis uit angst dat ze onder de invloed van zijn preken zouden kiezen voor levenslang behoud van hun maagdelijk staat. Het was kennelijk ook Luther te gortig. Van hem hoefde het celibaat en het ongehuwde leven als monnik of non niet meer.
Overigens heb ik geen bezwaar tegen hemelse bijstand voor onze bijen. Ze hebben het slecht. (2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, liedboek, Reformatie

Maarten Luther – 10 november 1483 Eisleben – 18 februari 1546 Eisleben

Posted on 07/01/2017

Die twee horen samen: geloof en God. Waaraan je hart hangt en waarop je vertrouwt, dat is eigenlijk je god

Luther. Zoon van mijnbouwer. Scholier in Mansfeld, Magdeburg en Eisenach. Filosofiestudent in Erfurt. Magister. Studie rechten. Neurotische trekken. Depressies. Augustijner monnik. Biechtvader Spalatinus. Wittenberg. Eigen bijbel. Professor moraaltheologie. Ries naar Rome. Doctor in de theologie. Colleges over de brief aan de Romeinen en de Psalmen. Darmklachten en obstipatie. Verzet tegen de aflaat. Stellingen tegen de Aristotelische scholastiek. Vijfennegentig stellingen op een kerkdeur. Een steen gaat rollen. Keurvorst Frederik de Wijze. Disputaties. Babylonische gevangenschap van de kerk. De vrijheid van een christenmens. Priesters moeten mogen trouwen. Pauselijk vonnis publiekelijk in het vuur. Keizer Karel V. Rijksdag in Worms. ´Hier sta ik, ik kan niet anders.´ Verdwijning. Ridder met baard en zonder tonsuur op kasteel de Wartburg. ´Mijn Patmos.` Bijbelvertaling. Vormgever van de Duitse taal. Radicalen en opstandelingen. Terug in Wittenberg. Hervorming van de mis. Volgelingen in Antwerpen op brandstapel. Liederen. Boerenoorlog. Overheid draagt zwaard niet tevergeefs. Katharina von Bora. Huwelijk. ‘Mijn Heer Käthe’. Kinderen, studenten en gasten. Bierbrouwerij en boerderij. Tafelgesprekken. Rozenliefhebber. Waanzinnige vorsten. Twee-rijkenleer. Landskerken. Liever verbanning dan doodstraf voor sectariërs. Kleine en grote Catechismus. De verborgen en de openbare God. Colleges over Psalmen, profeten en Paulus. Duizenden preken. Pennestrijd met Erasmus over de vrije en de geknechte wil en de overmacht van de genade. Mens tussen God en duivel. Profeet van God in apocalyptische tijd. Aanvechtingen. ‘Ik ben gedoopt!’. Conferenties en conflicten met andere reformatoren. Aanwezigheid van Christus in brood en wijn. Zwingli geen broeder. Schuldbelijdenis en genadeverkondiging. Biecht niet afgeschaft maar hervormd. Vrienden, volgelingen, vijanden. Rijksdag van Augsburg. Augsburgse confessie. Schmalkaldische artikelen. Verdriet om overlijden dochter Leentje. Turken voor Wenen. Gesel van God. Geen kruistocht. Een vaste burcht is onze God. Jezus Christus een geboren Jood. Joden bekeren zich niet: neurotische woede. Antisemitisme. Grofheden. Zwaarmoedigheid. Humor. Colleges over Genesis. Moe. Bemiddelaar bij conflicten in Eisleben. ‘Wij zijn bedelaars. Hoc est verum. Dat is waar’. Dood.
Doen protestanten niet aan heiligenverering? Meer dan levensgrote standbeelden voor reformatoren van Berlijn tot Genève. Mooie zinnen in zijn catechismus voor kinderen en andere beginnelingen. Beginnend bij de Tien Geboden, het Evangelie in de Wet. Zoveel geloof als je aan de God van het Evangelie geeft, zoveel God ‘heb’ je dan. Ergens anders: ‘zoveel geloof, zoveel lach.’
(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Reformatie, Theologie

Wibrandis Rosenblatt – *1504, Säckingen – † 1 november 1564, Bazel

Posted on 02/01/2017

Uw dienaar in de Heer

Luthers boek over het huwelijk werd in 1522 ook in Bazel gedrukt. Grote kans dat Wibrandis Rosenblatt het daar gelezen heeft. Na het overlijden van haar eerste man is ze achtereenvolgens met wel drie reformatoren getrouwd geweest. Eerst, in 1527, de Bazeler predikant Oecolampadius – twintig jaar ouder en door plaatsgenoot Erasmus hierover bespot. Hun drie kinderen krijgen de naam van een kerkvader en van de deugden Irene (vrede) en Aletheia (waarheid). ‘Ze is in Christus goed onderlegd, niet praatziek of uithuizig en doet het huishouden ijverig’ schrijft haar man lovend. Het is de tijd van een beeldenstorm in Bazel. De stadsregering weifelt over steun aan de Reformatie. Haar man krijgt dankzij haar officieel burgerrecht. Na vijf jaar huwelijk sterft hij. Het huishouden verplaatst zich naar Straatsburg, want ze trouwt met Wolgang Capito, oudere weduwnaar met zes kinderen en met schulden. Ze krijgt nu vijf kinderen. De volgende pastorie wordt na zijn overlijden die van Martin Bucer (de ‘uitvinder’ van de protestantse ouderling en van grote invloed op Calvijn). Ook een veel oudere weduwnaar, met een gehandicapte zoon. Haar negende en tiende kind worden geboren.
De vrouwen van de reformatoren verrichtten pionierswerk. Tegen een stroom van kritiek en spot in kozen zij voor een ‘priesterhuwelijk’. Luther had het celibaat opgeheven, evenals de scheiding tussen priesters en leken. En hij bepleitte een hoge mate van gelijkwaardigheid van man en vrouw. Wibrandis heeft haar rol en positie duidelijk verstaan als diaconaat. Maria en Marta ineen. Ze heeft grote huishoudingen gerund vlak bij de kerken die toen het epicentrum van de Reformatie vormden. Met samengestelde gezinnen met veel kinderen. Ouders die inwoonden. Gasten die over de vloer kwamen, waaronder veel collega-reformatoren. Vluchtelingen die geherbergd moesten worden. Het zijn woelige tijden. Kort na het huwelijk met Bucer wordt hij verbannen. Hij krijgt een functie in Cambridge. Even later volgt zij met het huishouden om haar man tot zijn dood te verzorgen. Even terug in Straatsburg weigert ze gehoor te geven aan een inbeslaglegging en een oproep voor verhoor. Onverschrokken. Uit brieven van anderen komt ze naar voren als innemend en doortastend. In een brief aan haar zoon die theologie studeert uit ze haar zorgen over de koers die hij vaart en geeft ze bijbels vermaan – voortaan ook typisch gedrag voor veel moeders van opgroeiende domineeskinderen.
En dan is er de pest. Die heeft in de loop der jaren al zoveel slachtoffers gemaakt in de gezinnen van haar en haar mannen. In 1564 wordt ze er zelf door geveld. Ze ligt begraven in de Bazelse Münster bij haar tweede man. Hij met grafschrift, zij zonder.
(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Reformatie, vrouwengeschiedenis

Desiderius Erasmus – *28 okt 1466(?),R´dam – † 12 juli 1536, Bazel

Posted on 02/01/2017

Ik zou willen dat de eenvoudige en zuivere Christus diep de geest der mensen werd ingeprent, en dat acht ik het best bereikbaar door aan de bronnen zelf te filosoferen

In Nederland eren we Erasmus. Zijn standbeeld in Rotterdam is een van de oudste in ons land. Al drie keer stond hij op een postzegel. Dit jaar krijgt hij een ´Gouds glas´, een gebrandschilderd raam in de Sint Jan in de stad van zijn jeugd. ´Het beschaafde menschdom heeft reden, Erasmus´ naam in eere te houden, al was het enkel omdat hij de innig oprechte prediker is geweest van die algemene zachtmoedigheid, die de wereld nog zoo bitter nodig heeft´. Aldus onze grote historicus Johan Huizinga in zijn prachtige Erasmusbiografie uit 1924.
De zoon van een priester kreeg de naam van een heilige martelaar. Zelf werd hij geen heilige en ging hij het martelaarschap uit de weg. Zijn vriend en collega-humanist Thomas Moore kwam op de brandstapel van koning Hendrik VIII. Sommige volgelingen van Luther onderging ook zo’n lot. En de protestanten dacht dat zij de juiste consequenties trokken uit de kritische beschouwingen die ook Erasmus over het christendom van zijn tijd had gegeven. Ook veel Rome-getrouwen hielden Erasmus medeverantwoordelijk door de opstand die Luther in 1517 ontketende en die zich over het hele Europa uitbreidde waar ook Erasmus’ boeken waren verspreid. Wat had hij zich kritisch geuit over de santenkraam van vaste rituelen en ceremoniën volgens vaste voorschriften, over pelgrimages en reliekenverering, biecht en aflaat, het monnikendom (hij was er een geweest in Gouda) en de eindeloze spitsvondigheden van de theologie! Maar de Reformatie was zijn werk niet. Hij bleef Rome trouw en dook weg door letterlijk van de universiteit van Leuven weg te vluchten naar zijn grote vriend de boekdrukker Frobenius in Bazel. Een paar jaar later begaf hij zich wel in een pennenstrijd met Luther over de leer van de vrije wil en de goddelijke uitverkiezing. Ze bereikten elkaar niet.
Erasmus was alleen in de wieg gelegd voor boeken. En zijn belangrijkste geschriften zijn van voor 1517. Zijn meesterwerk de Lof der Zotheid is van 1509. In de stijl van grote auteurs van de oudheid houdt hij zijn tijdgenoten satirisch spottend een spiegel voor over de dwaasheid van al het menselijk gedoe in kerk en staat, op straat en in de liefde. Soms scherp, maar vooral ironisch. De dwaasheid blijkt soms nog zo gek niet. Scheef Paulus niet over de dwaasheid van het Evangelie?
Erasmus wilde een eenvoudig, waarachtig christendom, zonder opsmuk, bijgeloof en dogmatiek. De weg erheen was de weg ‘terug naar de bronnen’. Alle vrouwtjes zouden het evangelie en de brieven moeten kunnen lezen. Een van zijn grote prestaties was een verbeterde uitgave van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament in 1516. Hij wilde een wedergeboorte, een renaissance van de klassieke stijl van schrijven en denken, maar met als doel een renaissance van het leven in de geest van het Evangelie. Zijn invloed moeten we vooral daar zoeken waar volgelingen van Luther, Zwingli, Calvijn of de paus probeerden hun standpunten te matigen, hun conflicten te beëindigen. Of waar Hollandse regenten een republiek stichtten met plaats voor vervolgde vreemdelingen, waar gereguleerde armenzorg van de grond kwam en heksenverbrandingen beëindigd werden.
(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: filosofie, geschiedenis, kerkgeschiedenis, Reformatie

Petrus Datheen – *ca 1531 Kassel (Vlaanderen) – † 17 maart 1588 Elbing (Pruisen)

Posted on 30/12/2016

datheenDat zij werden beschaemt/ die daer ’t welck niet betaemt/ tot beelden zijn gevloden/ en dienen de afgoden (Psalm 97 vers 4)

450 jaar geleden, op 25 maart 1566 ondertekende Petrus Datheen het voorwoord van zijn Psalmberijming. Met zijn ´kleynen gaeuen´ begeerde hij ´die kercke Godes te helpen opbauen´. Dezelfde zomer nog werd er uit deze berijming gezongen bij grote hagepreken in Gent en omstreken. Dichter, vertaler, dominee en kerkleider Datheen stond aan de wieg van de Hollandse opstand tegen Spanje, die zomer ingeluid met beeldenstormen. Dat gaf de berijming een aureool.
De Vlaming raakte als jonge monnik in het klooster van Ieper onder de indruk van de volharding van een tot brandstapel veroordeelde schoenmaker uit de stad. Petrus trad uit. Met veel Vlamingen kwam hij in de ban van de nieuwe leer van Calvijn. De strenge plakkaten dreven hen naar elders. In Londen wordt hij in de vluchtelingengemeente met wekelijkse ´Profetieën’ (gezamenlijke preekbesprekingen) verder gevormd als prediker. Op de vlucht voor ‘bloody Mary’ komt hij in Emden. In 1555 wordt hij door de vluchtelingengemeente in Frankfurt am Main beroepen. Zijn vrouw heette Benedicta. Een uitgetreden non?
Als de tegenstellingen tussen Calvinisten en Lutheranen in Frankfurt hoog oplopen wordt Frankenthal in de Palts de volgende halte. Datheens emigrantengemeente krijgt twee oude kloosters ter beschikking. Daar vertaalt hij de Heidelbergse Catechismus en dicht hij de complete Psalmberijming. Die drukt al snel de andere vertalingen uit de markt en dat zelfs twee eeuwen lang: tot de berijming van 1773. Datheen nam alle melodieën over van het Psalmboek dat Calvijn had laten maken en volgde ook in de tekst dit Franstalige voorbeeld. Daardoor konden Frans- en Nederlandstaligen gelijk op zingen! Maar de klemtonen in de tekst liepen vaak niet gelijk op met die in de melodie. En er werd lang zonder begeleiding gezongen. Mede hierdoor vertraagde het psalmgezang. In enkele tientallen gemeentes, vooral in Zeeland, wordt zelfs nu nog het trage psalmgezang op de tekst van Datheen gekoesterd als kenmerk van orthodoxie.
Was Datheen een onverdraagzame calvinist? Hij was als lobbyist nauw betrokken bij het beramen van de opstand tegen Spanje en bij het invoeren van de ‘gereformeerde religie’ in de Nederlanden. Hij nam actief deel aan een groot aantal vergaderingen van afgevaardigden uit de verschillende protestantse gemeentes waar afspraken werden gemaakt over de kerkelijke organisatie, de liturgie, de toelating tot het ambt en de doorvoering van de Reformatie. Maar het meningsverschil met de Prins van Oranje over godsdienstvrijheid in Gent is nooit meer bijgelegd. In een conflict met de Staten van Holland over de buitenlandse politiek kwam hij zelfs in de gevangenis. Hij stierf in ballingschap in de buurt van Dantzig als leraar aan een gymnasium.

(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, kerkgeschiedenis, Psalmen, Reformatie

Patrick Hamilton – *1504 Lanarkshire – † 29 februari 1528, St. Andrews

Posted on 30/12/2016

hamiltonGeloof, hoop en liefde zijn zo verbonden dat wie de een heeft, ze alle drie heeft, en dat wie een van de drie niet heeft, ze geen van alle heeft

Dit is een van de stellingen op grond waarvan Patrick Hamilton op schrikkeldag 29 februari 1527 op een Schotse brandstapel werd geroosterd. Het plechtige vonnis van de verantwoordelijke prelaten is bewaard. Er valt te lezen dat hij ook de vrije wil ontkende en dat de doop volgens hem niet vanzelf genade bracht. En elke priester was volgens hem gelijkwaardig aan de paus. Duidelijk iemand die de Schotten gevaarlijk kwam infecteren met ideeën van Maarten Luther.
Met Hamilton begon het. En ook Schotland heeft de nodige gewelddadige conflicten doorgemaakt voordat net als in de andere landen rond de Noordzee het protestantisme de overhand kreeg. In de eerste, ‘Lutherse’, fase zijn er maar weinig mensen tot de brandstapel veroordeeld. Misschien wel vanwege het grote effect? Hamiltons dappere en overtuigde optreden maakte namelijk veel indruk. En studenten van het St. Andrews schijnen nog steeds eerbiedig over de straatsteen met zijn initialen heen te stappen. Al schijnt dat ook uit bijgeloof te zijn dat hun examenresultaten anders nadelig worden beïnvloed.
Hij was nog jong. De Reformatie van de zestiende eeuw lijkt soms een jongerenrevolte. Als tiener van gegoede komaf had hij in Parijs en Leuven gestudeerd en is hij mogelijk bij ‘onze’ Erasmus langs geweest. En hij was kennelijk muzikaal. Eenmaal docent op het St Andrews moet hij als ‘precentor’ (muziekcoördinator) een zelfgeschreven mis uitgevoerd gekregen hebben. In 1527 vluchtte hij naar het vasteland. Aan de pas gestichte universiteit van Marburg volgde hij lutherse colleges. Zijn ideeën zette hij bij terugkeer op schrift in wat later de titel ‘Patricks Places’ kreeg, vernoemd naar een bekend geschrift van Melanchton, Luthers naaste medestander, waaraan hij veel had ontleend. Het werd hem fataal.
Veel ‘ketterse’ gedachten van toen delen we nu over allerlei kerkmuren, landsgrenzen en zeeën heen. De paus van nu behandelt straatkrantverkopers als gelijkwaardigen. En wie zal ontkennen dat geloof dat niet in naastenliefde tot uitdrukking komt de naam geloof niet waard is?
Maar op één punt blijft Hamiltons stelling over de drie-eenheid van geloof, hoop en liefde ook vijfhonderd jaar later in het bijzonder prikkelen. Want veel mensen zijn toch hulpvaardig of zetten zich in voor een eerlijke en respectvolle behandeling van andere levende wezens, zónder dat ze zich religieus willen noemen? Het ligt er aan hoe je ‘geloof’ definieert. Kan ik wel echt tot belangeloze aandacht en zorg voor een ander komen als ik mij niet heb toevertrouwd aan een besef, een ‘boodschap’, dat het onverdiend is dat ik er zelf mag zijn?

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Reformatie

Welkom op de weblog van Harmen Jansen
theoloog, predikant van de Protestantse gemeente te Winsum-Halfambt (Gr.)

Tweets by @HarmenGJzn Follow @HarmenGJzn

Heiligenkalender bevat de schrijfsels uit de rubriek 'Geloofsgetuigen' in Geandewei en Protestantse Kerkbode. Op alfabetische volgorde en kalendervolgorde. Gestart 1-1-2014

Email: dshjansen@gmail.com

portret verkleind

Copyright © 2023 Harmen Jansen.

Theme by ThemeHall.