Harmen Jansen

theologie, kerk en samenleving

  • Home
  • Heiligenkalender
  • Mijn publicaties
    • Mozesboek
    • Artikelen
    • Overige boeken
  • Activiteiten
  • Kerk en Theologie
    • Kerk
    • Theologie
  • Opgemerkt
  • Geschiedenis
  • Heiligenkalender januari-april
  • Heiligenkalender mei-augustus
  • Heiligenkalender september-december

Eugenius Bossilkov

Posted on 28/08/2023

Wat er ook gebeurt, mijn plicht is bij mijn schapen te zijn

*16 november 1900, Belene – † 11 nov 1952, Sofia (Bulg.)

Bulgarije was tot 1878 deel van het Ottomaanse rijk. Tien procent van de Bulgaren is moslim. Daarnaast is er een grote Bulgaarse orthodoxe kerk. Protestanten en Rooms-katholieken vormen kleine minderheden.
Eugene Bossilkov had een lijntje met ons land. Hij was een Bulgaarse boerenzoon die al jong intrad bij de Passionisten. Deze congregatie van Rooms-katholieke broeders is ruim tweehonderd jaar geleden opgericht en heeft als belangrijke stelregel dat ze het lijden van Christus in gedachtenis houden. Bossilkov kreeg zijn vorming in België, maar ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog was er uitgeweken naar ons land. Hij leerde onze taal goed spreken en stichtte samen met Nederlandse broeders in 1924 een klooster in Bulgarije. Hij kreeg gelegenheid om door te studeren, onder andere in Rome. Terug in zijn land gaf hij de voorkeur aan het werk als priester in een dorpsparochie. In zijn parochiehuis was er veel ruimte voor de jeugd. Hij sportte met hen. Ook zette hij een koor op en stimuleerde hij her en der sportieve en culturele activiteiten en huwelijksvoorbereidingsprogramma’s. Hij was een goed redenaar en kwam met zijn toespraak bij een nationale gedenkdag in 1938 in alle kranten.
In 1941 koos Bulgarije de zijde van Hitler en Mussolini. Bossilkov moet tal van Joden beschermd hebben tegen deportatie. Toen na de bevrijding de communisten aan de macht kwamen, volgden er al snel beperkende maatregelen voor de kerken. Goederen werden onteigend. In 1947 werd hij bisschop van Nikopolis. Hij kreeg nog toestemming voor een reis naar zijn vrienden in het Westen die ooit zijn studies hadden bekostigd en een pausbezoek. Hij keerde terug ondanks de dreiging van een echte vervolging. Geestelijken uit het buitenland werden uitgezet, de overigen voor een groot deel gevangengenomen. Twee geweren uit een museumvitrine dienden als bewijs voor deelname aan een buitenlandse samenzwering tegen de staat. Met folteringen op zijn Russisch werd tevergeefs gepoogd een bekentenis af te dwingen. In een showproces werd hij samen met twee anderen ter dood veroordeeld. Internationaal protest mocht niet baten.
Bossilkov is zalig verklaard. Bij alle schandalen over misbruik door geestelijken in allerlei landen mogen ook werkelijk ‘eer waarde’ broeders van onze grote zusterkerk herinnerd worden.
Ik moet onze Bulgaarse glazenwasser maar eens vragen van welke denominatie hij is.

Posted in: Uncategorized | Tagged: Tweede Wereldoorlog

Maximilian Kolbe

Posted on 24/08/2023

Laat mij zijn plaats innemen

*7 januari 1894, Zdúnska Wola (Pl) – † 14 augustus 1941, Auschwitz

Plaatsvervanging of plaatsbekleding is een veel bediscussieerd thema uit het christelijk geloof. Was Christus niet voor ons gestorven, waardoor wij zondaren de dans van de goddelijke veroordeling ontspringen? Het losgeld is betaald, voel je vrij. Pater Kolbe heeft in de hel van Auschwitz met een concrete daad van opoffering een andere diepte aan dit motief gegeven. Vrijspelen uit de dodelijke greep van het kwaad vraagt navolgers van Christus die ook bereid zijn het offer van hun leven te brengen!
Een gevangene uit zijn barak werd verdacht van een ontsnappingspoging. Als represaillemaatregel veroordeelde de SS tien mannen tot de hongerdood in een bunker. Op dat moment bood Kolbe zich aan als plaatsvervanger voor één van de tien. Hij was tenslotte oud en de andere man had vrouw en kinderen. Het tiental werd op 31 juli 1941 ingesloten. Kolbe hield het uitzonderlijk lang vol. De kampbeulen gaven hem tenslotte een dodelijke injectie. Hij was nog bij bewustzijn.
Raymund Kolbe zou een visioen hebben gehad van de Heilige Maagd Maria. Zij zou hem de opdracht hebben gegeven in te treden bij de Orde der Minderbroeders Conventuelen. Bij zijn intrede nam hij de kloosternaam Maximilian Maria aan. De frater studeerde in Krakau en Rome, promoveerde twee keer, werd tot priester werd gewijd en stichtte kloosters in Polen, Japan en India. Het Japanse klooster was gevestigd in Nagasaki en bleef overeind staan bij de Amerikaanse atoombomaanval van 1945. Het Poolse noemde hij Niepokalanow, Stad van de Onbevlekte. In 1939 telde het bijna 800 bewoners en was daarmee het grootste klooster ter wereld. Het werd een bloeiend centrum van de katholieke media. De broeders hadden er hun eigen medische faciliteiten, brandweer, vliegveld. Kolbe voerde met zijn ‘soldaten en ridders van de Onbevlekte’ een kruistocht tegen alle mogelijke vormen van zonde. Hij ging heftig tekeer tegen vrijmetselarij, communisme, liberalisme, kapitalisme. Ook veroordeelde hij het zionisme. Na de Duitse inval herbergde het klooster zo’n 3000 vluchtelingen, waarvan twee-derde joods was. Omdat het verspreiden van anti-naziboodschappen maar doorging werd Kolbe in 1939 gearresteerd. Na zijn tweede arrestatie in 1941 kwam hij in Auschwitz I, het oorspronkelijke concentratiekamp waar 70.000 mensen zijn vermoord, veelal Poolse intellectuelen en Russische krijgsgevangenen.
Toen Kolbe in 1982 werd heilig verklaard door de paus was ook Franz Gajowniczek erbij, de man in wiens plaats Maximiliaan was gestorven.

Posted in: Uncategorized | Tagged: holocaust, Polen, Tweede Wereldoorlog

Paul Schneider

Posted on 24/08/2023

We moeten niet vergeten om de tuin van ons hart vlijtig te bearbeiden, opdat de vruchten des Geestes openbaar komen

*29 aug 1897, Pferdsfeld – † 18 juli 1939, Buchenwald

In het uitgestrekte bos vlak bij de stad Weimar zijn de resten van het concentratiekamp Buchenwald te bezoeken: gevangeniscellen, barakken, het crematorium. Hier wordt Paul Schneider herdacht. Zijn cel is te bezichtigen en er staat een borstbeeld. Hij was er in 1937 een van de eerste dwangarbeiders. Zijn misdaad was niet groter dan dat hij uit vaderlandsliefde en orthodox-protestantse geloofsovertuiging zich de mond niet liet snoeren.
Na militaire dienst in de Eerste Wereldoorlog, theologiestudie, een stage in de hoogovens en werk voor de stadszending in Berlijn, was hij zijn vader als predikant opgevolgd in Hochelheim en getrouwd. Zijn bewondering voor Hitler duurde maar een paar weken. Hij wilde de klokken niet luiden voor Hitlers machtsovername en werd direct in 1934 lid van de Belijdende Kerk. Hij tekende publiek protest aan tegen minachtende opmerkingen van een SA-chef over christenen. Het leverde hem een gedwongen overplaatsing naar een meer afgelegen gemeente in de Hunsrück op. Daar sprak hij bij de uitvaart van een jongen uit de Hitlerjugend de jeugdleider tegen die de jongen de hemelse Horst Wessel beweging in prees. Schneider kende die hemel niet. Hij moest op verhoor komen. Later negeerde hij het verbod op voorlezing van een kanselboodschap van de Belijdende Kerk tegen de rassenleer. Bij de verkiezing van 1936 bleef hij thuis. Vrienden vroegen hem voorzichtiger te zijn. Maar zijn taak was om mensen voor te bereiden op het eeuwige leven, niet op een tijdelijke welvaart. Na een volgende arrestatie kwam hij vrij met een preekverbod. Voor de oogstdiensten keerde hij toch terug naar zijn gemeente. Op persoonlijk bevel van de Führer werd hij nu afgevoerd naar Buchenwald. Hij werd geïsoleerd en mishandeld, want voor de nazivlag deed hij zijn pet niet af en de Hitlergroet bracht hij ook niet. Op paasmorgen riep hij door de tralies heen zijn medegevangenen toe die buiten luisterden: ‘Hier wordt gemarteld en gemoord. Zo spreekt de Heer: Ik ben de Opstanding en het Leven’. De schoonmaker had hem nog aangeraden de orders van de bewaking niet naast zich neer te leggen. Na weigering om een belofte van stilzwijgen te tekenen werd ‘de dominee van Buchenwald’ met een injectie om het leven gebracht. Zijn begrafenis werd massaal bijgewoond. Er liepen 170 predikanten in toga.

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Tweede Wereldoorlog

Sophie (en Hans) Scholl

Posted on 13/07/2023

Iemand moest er tenslotte toch mee beginnen

*9 mei 1921, Forchtenberg – † 22 februari 1943, München

Sophie Scholl was een studente die met haar broer en nog een paar anderen geëxecuteerd werd vanwege hun lidmaatschap van de verzetsgroep ‘Weisse Rose’ in München. Ze hadden antinazistische pamfletten verspreid.
Sophie en Hans kwamen uit een protestants gezin. Hun moeder was diacones geweest. Sophie werd kleuterleidster en was actief in een ‘verdachte’ jeugdbeweging. Geschriften van kerkvader Augustinus – gelezen ondanks plagerijen van collega’s in de verplichte Arbeitsdienst – en ‘Dagboek van een dorpspastoor’ van Georg Bernanos hadden grote indruk nagelaten. Ze was gelovig en gevoelig voor de schoonheid van de natuur. In 1942 begon ze in München aan een studie biologie en filosofie. Hans studeerde medicijnen. Beiden kwamen in verzet tegen het Hitlerregime en raakten betrokken bij het clandestien en grootschalig verspreiden van de pamfletten van de ‘Weisse Rose’. Die bevatten scherpe analyses en sloegen stevige taal uit. Het nationaalsocialisme heette een ‘dictatuur van het kwaad’. Namens de Duitse jeugd eisten ze hun persoonlijke vrijheid terug, ‘het kostbaarste bezit van de Duitsers’. Wie de moed niet had tot verzet was medeschuldig. De echte ellende komt van mannen die met rust gelaten willen worden en in hun kleine leven niet gestoord willen worden.
Ze bouwden een netwerk op met verbindingen naar andere grote universiteitssteden. Een vriend van hun vader was een van de geldverstrekkers. Bij de verspreiding van het zesde pamflet werden broer en zus betrapt en door de universiteit aan de Gestapo overgedragen. Tijdens de verhoren trokken ze zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid naar zich toe om hun vrienden te beschermen. ‘Wat doet mijn dood ertoe als dankzij ons en onze daden duizenden mensen wakker geschud worden en zich ook bij het verzet aansluiten?’ had ze kort ervoor nog verklaard. Op 22 februari 1943 werden ze door de beruchte rechter Roland Freisler (‘krijsende Roland’) wegens hoogverraad ter dood veroordeeld en nog dezelfde dag geëxecuteerd. Dat gebeurde met een guillotine, het instrument dat tijdens de Franse Revolutie was ontworpen om juist de vijanden van de vrijheid letterlijk een kopje kleiner te maken.
Dat zesde pamflet met de oproep om het regime omver te werpen bereikte Engeland en werd daar herdrukt en vervolgens door vliegtuigen boven Duitsland uitgestrooid. In haar brieven citeerde ze herhaaldelijk de katholieke filosoof Maritain: ‘Met moet een harde geest en een zacht hart hebben.’

Kijktip: de aangrijpende film Die letzten Tage (2005), eenvoudig op internet te vinden

Posted in: Uncategorized | Tagged: politiek, Tweede Wereldoorlog, vrouwengeschiedenis

Viktor Emil Frankl

Posted on 09/07/2023

Het leven wordt niet ondraaglijk door de omstandigheden, maar door het gebrek aan zin en doel

*26 maart 1905, Wenen – † 2 september 1997, Wenen

Frankl was een vurig pleitbezorger van het zoeken naar doelen om voor te leven. Met recht van spreken, gezien zijn succes als psychotherapeut, maar zeker ook als Joodse overlevende van het getto van Teresienstadt en drie concentratiekampen.
Dankzij een grote leergierigheid was de Weense ambtenarenzoon al heel jong actief als psychiater. Hij had ook al vroeg een eigen theorie: de ‘logotherapie’. Daarover onderhield hij contact met Freud en Adler, de beroemde psychiaters van zijn tijd. Op hun inzichten borduurde hij verder. Zijn werk onder Oostenrijkse scholieren trok de aandacht, omdat hij met succes een golf van suïcide wist in te dammen. Tussen 1933 en 1937 had hij een heel paviljoen met suïcidale patiënten onder zijn hoede, waar hij wel 3000 vrouwen per jaar behandelde. Onder het naziregime wist hij in het laatste ziekenhuis dat in Wenen nog voor Joden open was, mensen te redden uit het ‘euthanasieprogramma’. Eenmaal zelf in de kampen hield hij zich staande door zich mentaal te concentreren op zijn vak. Ook daar behandelde hij suïcidale medegevangenen.
Waarom was hij met zijn zwangere vrouw Wenen niet ontvlucht? Op een dag op bezoek in het ouderlijk huis had zijn vader een marmeren inscriptie laten zien die was gered uit een verwoeste synagoge. Er stond op: ‘eert uw vader en uw moeder’.
Zijn echtgenote en bijna alle familieleden kwamen om het leven. Hij overleefde en werd hoogleraar en een veelgevraagd spreker. Met steun van zijn tweede echtgenote kwamen er tientallen publicaties tot stand, veelvuldig vertaald. Maar het beroemdst bleef zijn boek uit 1946: De zin van het bestaan, waarin hij zijn kampervaringen verbond met de ‘logotherapie’. Hij bedacht de term ‘zondagsneurose’. Veel mensen zag hij na hun werkweek depressieve gevoelens krijgen, aangestaard door de leegte van hun leven, door hun ‘existentiële vacuüm’. Heeft ons leven dan zin? Die vraag moest worden omgedraaid. Wat verwacht ‘het leven’ van mij? Wie of wat wacht misschien wel op mij? En we zouden moeten ophouden om geluk na te jagen, want dan ontglipt het je juist. Zijn psychotherapie was er in elk geval niet op gericht mensen gelukkig te maken, maar om mensen te helpen om hun keuzemogelijkheden te zien in het omgaan met de weerbarstigheden van het leven. Zijn hobby? Bergklimmen.
Hoeveel heeft dit koppige geloof in de mogelijkheid van een betekenisvol leven te danken aan de Schriften van het volk dat Freud, Adler en Frankl heeft voortgebracht? (2022)

Een voorbeeld van de betekenis van De zin van het bestaan is de Joods-Hongaars-Amerikaanse psychotherapeut Edith Eger. Het speelde een cruciale rol speelde in haar eigen verwerking van de traumatische herinneringen. Zij had moeten dansen voor Mengele. De titel van haar bestseller ‘De keuze’ (2017) is ontleend aan Frankl.

Posted in: Uncategorized | Tagged: antisemitisme, holocaust, Tweede Wereldoorlog

Wilhelmina der Nederlanden

Posted on 30/12/2022

Christus arbeidt onophoudelijk universeel aan Zijn mensheid, zonder Zich ooit te storen aan menselijke stelsels of grenzen

*31 augustus 1880, Den Haag – † 28 november 1962, Apeldoorn


Vijftig jaar was ze koningin. Als enig kind groeide ze op in een paleiselijke ‘kooisfeer’. Na een speciale privé-opleiding onder regie van moeder en regentes Emma moest ze als achttienjarige haar overleden vader opvolgen. Ze werd een markante en martiale majesteit. De oorlogskoningin die vijf jaar lang vanuit London haar ‘landgenoten’ moed insprak, was graag ook generaal geweest.
‘Eenzaam maar niet alleen’ (1961) is haar religieuze autobiografie. Zonder details over publieke optredens en politiek-staatkundige bemoeienissen wilde ze een geloofsgetuigenis geven. Ze neemt de lezer mee in haar gevoel van besturing van de geschiedenis door een hoge Wijsheid. Als een van de mensen door Haar (!) gezonden om het goddelijk beleid ten uitvoer te brengen, wilde ze aan die leiding gehoorzaam zijn.
In haar geloof neemt Christus een bijzondere positie in. In haar jonge jaren was zijn betekenis mistig voor haar. Duidelijkheid groeide niet door de catechese, maar ‘langs de weg van het met Hem leven’. Je voelt ook de invloed van haar diepgelovige moeder Emma.
Ze koos de Haagse dominee Gerritsen voor de doop van Juliana (‘vandaag gaan wij Juliana begraven’): een positief gebaar naar gematigd orthodox protestantisme. Maar de richtingenstrijd in de kerken was aan haar niet besteed. Ze stak er persoonlijk een stokje voor dat ‘scheurmaker’ Abraham Kuyper voor de tweede keer premier zou worden. Ook later bemoeide ze zich vaak stevig met de kabinetsformatie. Ze voelde zich sterk aangetrokken tot spraakmakende predikers uit evangelische stromingen zoals de Zwitser Frank Thomas en ‘de grijze Baptist uit Parijs’ Ruben Saillens, maar ook tot de Indische ‘christen-apostel’ Sadu Soendhar Singh. Ook gaf ze blijk van grote sympathie voor de internationale zendingsbeweging en de groeiende oecumenische samenwerking van kerken. Die mondde uit in de oprichting van de Wereldraad van Kerken in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, in het jaar van haar aftreden en van de souvereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië.
De moeite die ze moest doen om schandalen te voorkomen over het overspelige gedrag van haar man prins Hendrik noemt ze niet. Haar uitvaart was juist geheel zoals in 1934 die van hem was geweest: in het wit. Op de kist lag een Bijbel opengeslagen bij Johannes 17, het ‘hogepriesterlijke gebed’ van Christus om eenheid van al de zijnen. Er werden vooral paasliederen gezongen. De opname van deze uitvaart werd de eerste grote live-uitzending op de Nederlandse tv. Mijn ouders huurden een toestel en zo werd dit mijn oudste tv-herinnering.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, politiek, Tweede Wereldoorlog, vrouwengeschiedenis

Titus Brandsma

Posted on 08/05/2021

Bijna altijd hebben wij een te eenzijdig Godsbeeld tot leiddraad genomen in de doolhof des levens

*23 februari 1881, Oegeklooster
† 26 juli 1942, Dachau

In de eerste decennia van de vorige eeuw nam de rooms-katholieke emancipatie een hoge vlucht. Zichtbare sporen daarvan dichtbij zijn onder andere beeldbepalende kloostergebouwen in Drachten en de  grote Bonifatiuskapel in Dokkum. Een belangrijke motor van de katholieke herleving in Friesland was Titus Brandsma. Hij was bestuurlijk actief op terreinen als de journalistiek, het onderwijs, de katholieke theologie en spiritualiteit. En hij is betrokken geweest bij uiteenlopende zaken als de invoering van Fries op school en van gemengde klassen in het rooms-katholieke lager onderwijs, de oprichting van de natuurorganisatie It Fryske Gea, de vernieuwing van Karmelieter orde, de bevordering van het Esperanto en het werk van het Apostolaat voor de Hereniging (van de verdeelde christenheid).   
  Anno Sjoerd Brandsma werd geboren in een gehucht vlakbij Bolsward. Op 17-jarige leeftijd trad hij in bij de Karmelorde. Pater Titus studeerde en promoveerde in Rome in de filosofie. Direct bij de oprichting van de Katholieke Universiteit in Nijmegen in 1923 werd Brandsma hoogleraar wijsbegeerte en mystiek. ‘Onder de vele vragen, welke ik mij zelf stel, houdt wel geen mij meer bezig dan het raadsel, dat de zich ontwikkelende mens, prat en fier op zijn vooruitgang, zich in zo grote getale afkeert van God.’ Zo begon zijn diesrede van 1932 voor zijn Universiteit. Het Godsbesef van onze samenleving moest een eigentijdse vernieuwing doormaken. En een persoonlijke omgang met God zou daarvan een wezenlijk element moeten zijn. Zelf verrichtte hij baanbrekend werk met de verzameling en het onderzoek van middeleeuwse mystieke geschriften.
Zijn eigen gedichten en brieven uit de tijd van zijn gevangenschap getuigen ook van een diepe en eenvoudige vroomheid. In 1942 was hij gearresteerd op beschuldiging van sabotageactiviteiten en onderging hij ondervragingen door de Sicherheitsdienst. Het Nationaalsocialisme was absoluut niet te verenigen met dat te vernieuwen Godsbesef en Brandsma had de aartsbisschop aangezet tot een verbod op het plaatsen van NSB-advertenties in katholieke bladen. Van zijn gevangeniscel maakte hij een kloostercel, een plek van gebed, studie en het roken van zijn pijpje. Na geketend aan een gereformeerde dominee getransporteerd te zijn van kamp Amersfoort naar het concentratiekamp Dachau kwam daar een schokkend einde aan zijn leven.
Het naar hem genoemde instituut in Nijmegen groeide uit tot het belangrijkste onderzoeks- en opleidingscentrum in ons land voor geestelijke begeleiding.
(2020)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Tweede Wereldoorlog

Anne Frank

Posted on 03/06/2020

O, het is treurig, heel treurig, dat weer voor de zoveelste maal de oude wijsheid bevestigd is: wat één christen doet, moet hijzelf verantwoorden, wat één jood doet, valt op alle joden terug

  • 12 juni 1929, Frankfurt am Main – † februari 1945, Bergen-Belsen

De Nederlandse vestiging van Opekta, geleermiddel voor jam, werd in 1933 door Otto Frank opgericht in Amsterdam. In 1940 verhuisde het bedrijf naar Prinsengracht 263. Hier dook het gezin Frank in juli 1942 onder. Ze wisten het. Anne schreef op 9 oktober 1942 in haar dagboek. ‘Wij nemen aan dat de meesten vermoord worden. De Engelse radio spreekt van vergassing, misschien is dat wel de vlugste sterfmethode.(…) De heren Duitsers zijn niet zuinig met hun straffen.’
Otto overleefde als enige van zijn gezin de concentratiekampen. Hij zorgde voor de uitgave van het dagboek van zijn dochter Anne. Bij de verraderlijke arrestatie van de onderduikers waren de papieren gelukkig achtergebleven en opgeborgen. Met talloze vertalingen van Het Achterhuis en opvoeringen als toneelstuk of musical werd Anne beeldbepalend voor de slachtoffers van de Jodenvervolging.
Er werd veel gelezen in het Achterhuis. Het versnelde de ontwikkeling van de ‘bakvis’ die ervan droomde als schrijfster bekend te worden. Wat een open geest! Ze demoniseerde de Duitsers niet en idealiseerde de Joden niet. Ze was Oranjegezind en vond dat er maar veel goede mensen in Nederland waren. Ze kon er niet bij dat antisemitisme ook vat kreeg op Nederlanders.
Met haar vader deelde ze een milde vorm van godsdienst. Op haar eerste Sinterklaas (1942) kreeg ze van hem een kinderbijbel mét verhalen uit het Nieuwe Testament. Het deed haar pijn dat haar vriendje Peter niet om godsdienst gaf en vloekte. Ze schreef: ‘Mensen die een godsdienst hebben, mogen blij zijn, want het is niet iedereen gegeven aan bovenaardse dingen te geloven. Het is niet eens nodig bang te zijn voor straffen na de dood; het vagevuur, de hel en de hemel zijn dingen die velen niet aan kunnen nemen, maar toch houdt de een of andere godsdienst, welke het is doet niets ter zake, de mens op het goede pad. Het is geen angst voor God, maar het hooghouden van eigen eer en geweten. Hoe mooi en goed zouden alle mensen zijn, als ze elke avond voor het inslapen zich de gebeurtenissen van de hele dag voor de ogen riepen en dan precies zouden nagaan, wat goed en slecht geweest is aan hun eigen optreden.’

2020

Posted in: Uncategorized | Tagged: jodendom, Tweede Wereldoorlog

Paulus Hermanus Borgers

Posted on 03/06/2020

‘Moet men vergeven? De duivel vergeeft men niet. Die bestrijdt men.’

  • 21 mei 1900, Amsterdam – † 10 februari 1945, Neuengamme

Tijdens de Duitse bezetting hebben er meer dan honderd Nederlandse predikanten gevangen gezeten. Ruim zestig kwamen in een Duits of Pools concentratiekamp terecht en ruim de helft daarvan is er om het leven gekomen. Hitler had in 1939 voor de duur van de oorlog wel actie tegen de katholieke en protestantse kerken verboden. Maar opruiende en ‘politieke’ voorgangers werden aangepakt. ‘Deutschfeindliche’ uitspraken in de preek, voorbede voor de koningin, het voorlezen van kanselboodschappen over de Jodenvervolging en helemaal de deelname aan het ondergrondse verzet konden een reden tot arrestatie zijn.
Ds. Paul Borgers was predikant van de Evangelisch-Lutherse Gemeenten in Doesburg en Apeldoorn. Hij werd op 10 december 1944 gearresteerd vanwege zijn felle protesten tegen de bezetting en vanwege het feit, dat hij elke zondag bad voor de Joden en de Koningin. Twee maanden later bezweek hij in het concentratiekamp Neuengamme (D.).
Na zijn HBS-diploma had hij gewerkt in het bankwezen. Een veelbelovende carrière werd afgebroken omdat hij roeping kreeg voor het predikantschap. Na zijn studie theologie in Amsterdam werd hij Luthers predikant, achtereenvolgens in Monnickendam, Den Helder, Rotterdam en vanaf 1935 van de gecombineerde Evangelisch-Lutherse Gemeenten van Apeldoorn en Doesburg.
Tijdens de bezetting trok hij op de kansel en in de Lutherse synode fel van leer tegen het nazi-regime. Net als onder Duitse Lutheranen klonken ook hier stemmen die moeite hadden met kritiek op de overheid. Zijn reactie was: ‘Zou dit niet de geest van Luther zijn, welnu, dan richten we ons in dit geval niet naar Luther.’ Een Joodse inwoner van Apeldoorn getuigde later: ‘Nimmer heb ik zo horen bidden voor mijn volk, als ds. Borgers dat deed’. En toen de bezetter de lichamen van gefusilleerde verzetsstrijders in Apeldoorn langs de kant van de weg legden met het bord ‘Terrorist’ vond Borgers het ongepast om over vergeving te spreken. ‘Ik blijf met alle kracht en felheid, die in mij is, protesteren tegen hen, die dit walgelijke deden.’
Was het verstandig om wekelijks voor de koningin te blijven bidden? Het werd hem afgeraden. Maar hij kon niet zwijgen.
Tegelijk met hem werd kerkrentmeester Adriaan Koot gearresteerd die met zijn predikant een duo vormde en waarvan twee zonen in het gewapend verzet zaten. Mogelijk speelde mee dat er in huize Borger ook een onderduiker was verborgen.
2020

Posted in: Uncategorized | Tagged: Tweede Wereldoorlog

Ludwig Steil

Posted on 03/06/2020

‘We zeggen tegen de heidenen in ons volk dat we christenen blijven. We zeggen tegen de dwepers in onze kerk, dat we evangelisch blijven. We zeggen tegen de vertwijfelden onder ons, dat wij op Gods hulp hopen.’

*29 oktober 1900, Remscheid-Lüttringhausen – †17 januari 1945, Dachau

Met deze woorden besloot Ludwig Steil in 1934 zijn toespraak bij de opening van de Westfaalse Belijdenissynode. Hij is een van de veelal minder bekende Duitse predikanten die hun kritische opstelling tegen het nationaal-socialisme met de dood moesten bekopen.
De predikantszoon deed een gedeelte van zijn theologiestudie in Utrecht. De enige docent die er indruk op hem maakte was de latere minister Slotemaker de Bruïne. Die tekende ‘grondlijnen voor het sociale leven’ vanuit het Nieuwe Testament. Steil werd in juni 1929 predikant in Holsterhausen in het Roergebied. Vlakbij de pastorie stond een stikstoffabriek. Hij paste in de verpauperde gemeente. Steil was een vrolijke, impulsieve man die hield van lekker eten, drinken en roken. Met zijn vrouw zette hij de schouders er onder. De geestelijke vorming en diaconale zorg kreeg grote aandacht. De kinderkerk groeide. Helaas werd hun eerste kind levenloos geboren en kort erna stierf ook de moeder. Tezelfdertijd dreigde er een financiële catastrofe. De 3200 gemeenteleden hadden het door veel werkloosheid moeilijk. Er werd zelfs bezuinigd op de kaarsen in de kerk. En vanaf zomer 1932 begonnen de Deutsche Christen zich met hun nationaalsocialistisch gedachtegoed te roeren.
Steil stelde direct na Hitlers verkiezing in het voorjaar van 1933 met een collega een verklaring van Westfaalse pastores op. Hij werd lid van de Pfarrernotbund en bestuurder van de Bekennende Kirche. Hij reisde naar Berlijn om te protesteren tegen de arrestatie van ds. Niemöller. Zijn gemeente zette de Deutsche Christen buiten de deur. Zijn preken werden afgeluisterd. Hij kreeg processen aan de broek wegens ‘lasterlijke aanvallen op de staat en de partij’. In de zomer van 1944 werd zijn kritische opstelling tegen de oorlog en tegen de vernietiging van de joden hem echt noodlottig. Op arrestatie en gevangenschap volgde nu transport naar Dachau. Hij kwam er ziek aan, maar heeft er nog een kerstpreek gehouden. De tyfus sloopte hem. Zijn tweede vrouw Gisela vrouw had eens gezegd: ‘Als ze je halen weten wij in elk geval dat de kerk meer door haar zwijgen gezondigd heeft dan door haar spreken’. Op zijn laatste briefkaart stond: ‘Hoe de wegen van God met ons verder gaan? Aan het einde staat altijd Hij zelf.’

(2020)

Posted in: Uncategorized | Tagged: Tweede Wereldoorlog

Helena Kuipers-Rietberg, ‘tante Riek’

Posted on 03/06/2020

’t Geloof heeft haar gedragen, de liefde gaf haar kracht,
de hoop deed niet versagen, tot redding was gebracht.

*26 mei 1893, Winterswijk – † 27 december 1944, Ravensbrück

Deze woorden staan op het monument voor ‘tante Riek’ in Winterswijk. 75 jaar geleden overleed ze in kamp Ravensbrück. Ze was in de bezettingstijd de stuwende kracht achter de belangrijkste ondergrondse verzetsorganisatie.
Ze had HBS gedaan en was moeder van vijf kinderen. Samen met haar man zette ze de graanhandel van haar vader voort. Ze waren op allerlei fronten actief. In 1932 was ze medeoprichter van de Gereformeerde Vrouwenvereeniging in Winterswijk en vanaf de oprichting in 1937 van de Bond van Gereformeerde Vrouwenvereenigingen was ze daarvan hoofdbestuurslid. Na de inval van de Duitsers raakten ze betrokken bij het laten onderduiken van joden en neergehaalde vliegers. Zij was het die ds. Frits Slomp recruteerde om samen een organisatie op te zetten, ‘Frits de Zwerver’. Haar netwerk was van grote betekenis voor het tot stand komen van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en daaraan verbonden de Landelijke Knokploegen (LKP). Ze was een sterke persoonlijkheid. Ze vond het geoorloofd om in geval van verraad tot liquidatie over te gaan.
Toen hun werk te riskant werd, dook het echtpaar onder. Maar op 17 augustus 1944 werd de koerier, die voor haar en haar man nieuwe persoonsbewijzen moest brengen, onderweg door verraad gearresteerd. Zo kwamen de Duitsers het echtpaar op het spoor. Arrestatie volgde.
In de Koepelgevangenis in Arnhem zong ze luid psalmen voor haar man in een naastgelegen cel. Ze kreeg hem vrij door zich volgens afspraak voor te doen als de verantwoordelijke voor wat hen ten laste werd gelegd. Vrouwen werden minder gauw geëxecuteerd. Op 7 september 1944 werd ze naar het concentratiekamp Ravensbrück getransporteerd. Daar werd zij afgekeurd voor de Arbeitseinsatz en in het breicommando geplaatst. Haar breitempo was befaamd. Later moest zij het voedsel verdelen onder de vrouwen die overdag werkten voor de oorlogsindustrie in de Siemensfabriek. Door haar opgewekte blijmoedigheid en diep geloof kon ze voor menige medegevangene tot steun zijn. Een ervan was Betsie ten Boom. In het najaar van 1944 werd ze zelf ziek. Tyfus? Ze kwam er niet meer bovenop.
Prinses Wilhelmina heeft later haar monument onthuld.

(dec. 2019)

Posted in: Uncategorized | Tagged: Tweede Wereldoorlog

Janusz Korczak

Posted on 25/07/2019

We geven jullie maar één ding: het verlangen naar een beter leven, dat nu nog niet bestaat, maar dat eenmaal zal bestaan, een leven in waarheid en gerechtigheid

*22 juli 1878, Warschau
† plm. 7 augustus 1942, Treblinka

Deze zin komt uit de afscheidsbrief die Janusz Korczak meegaf aan kinderen die als ze 14 jaar waren zijn weeshuis verlieten. Hij was één van de grootste pedagogen uit de twintigste eeuw. Begaan met de weeskinderen in Warschau stichtte hij in 1912 Dom Sierot, een Joods weeshuis. Het werd ook wel De Republiek der Kinderen genoemd. Hier bracht hij zijn pedagogische ideeën in praktijk en ontwikkelde hij ze verder. Hij ging tot het uiterste om kinderen als volwaardige mensen tot hun recht te laten komen. ‘Kinderen hoeven geen mensen te worden, ze zijn het al.’ Daadwerkelijk naar hen luisteren stond steeds voorop. En voor geweld was er vanzelfsprekend geen plaats in zijn opvoeding. ‘Een kind dat geslagen wordt, leert slaan; een kind dat gerespecteerd wordt, leert respect’.

Voor het verschrikkelijk geweld van de Holocaust kon hij zijn kinderen niet behoeden. Hitler sloot de Joden van Warschau op in een groot ghetto. Door verzetsmensen zijn er duizenden Joden gered, maar er bleven er vele malen meer over. Korczak zat met 200 kinderen opgepropt in een te klein pand. In augustus 1942 moesten ze op transport naar Treblinka. Aanbiedingen om zelf onder te duiken had hij afgeslagen. Hij weigerde zijn kinderen te verlaten. Hij ging voorop in hun tocht naar de trein, stapte met hen de wagons in en uit en werd met hen vergast.

Korczak was geboren als Henryk Goldszmit in een geassimileerd Joods gezin. Hij had geneeskunde gestudeerd. Hij moest als arts in 1904 dienst doen in de Russisch-Japanse oorlog in Mantsjoerije en tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Oekraïne. Zijn pseudoniem had hij voor het eerst in 1898 gebruikt als schrijver. Hij publiceerde tal van kinderboeken, romans, pedagogische boeken, een toneelstuk, een kinderkrant. Radiopraatjes over zijn werk werden in 1936 door de Poolse overheid verboden. In Alleen met God, gebeden van een mens die niet bidt (1922) liet hij twee jaar na de dood van zijn moeder zijn worsteling zien met geloof en ongeloof. Als religieuze zoeker bleef hij dakloos.

Zijn gedachten vormden een belangrijke inspiratiebron voor het Kinderrechtenverdrag door de Verenigde Naties in 1989. In Nederland brengt de Janusz Korczak Stichting zijn ideeën onder de aandacht van zoveel mogelijk opvoeders.

2019

Posted in: Uncategorized | Tagged: jodendom, Polen, Tweede Wereldoorlog

Felicia Langer

Posted on 25/07/2019

Het is verboden om stil te blijven. Stilte kan ook doden.

* 9 december 1930, Tarnov (Polen)
† 18 juni 2018, Tübingen

Een getuige van hoop. Ze was een joodse communiste, geboren in Polen. Familieleden die niet naar Sovjet-Rusland hadden weten te vluchten, overleefden de Holocaust niet, zij en haar ouders wel. Ze kon daarom niet veel kwaad horen over Sovjet-Rusland, ook al overleed haar vader in een Sovjetkamp aan ontbering. Ze trouwde met een Pool die héél zijn gezin was verloren. Samen emigreerden ze naar Israël, uitsluitend omdat ze haar moeder niet alleen wilde laten, want het zionistische verhaal van ‘de Terugkeer van het Joodse Volk na 2000 jaar’ vond ze maar een mythe. Veel opvang hadden ze niet. Ze leerde zichzelf het Ivriet. De jaren van avondstudie met een kind thuis waren loodzwaar. Ze was lang lid van de communistische partij. En ze werd advocaat. Maar zaken als verdediging van prostituees boeiden haar niet. Ze groeide uit tot belangenhartiger op het terrein van burgerrechten. Dat lag in de lijn van haar ervaringen. Ze was erg geschokt van de Zesdaagse Oorlog, maar dan vooral vanwege het treurige lot van Egyptische soldaten in de woestijn en de platgewalste Palestijnse dorpen. Het ideaal van een onverslaanbare Joodse staat was niet het hare. Zij was een van de eerste Joods-Israëlische juristen die in processen tegen de staat Israël de nek ver uit staken voor Palestijnse burgers uit door Israël bezet gebied. Ze heeft er in 23 jaar tijd een paar duizend verdedigd, waaronder prominente ‘vijanden van de Joodse staat.’ In 1990 sloot ze haar kantoor en emigreerde ze naar Duitsland. De reden was niet dat ze niet rijk werd van dit werk. Het werk werd haar onmogelijk gemaakt. En ze vond ook dat haar werk misbruikt werd als vijgenblad om de schaamte van grootschalige ontrechting te bedekken.
In Duitsland kreeg ze uit handen van president Köhler een belangrijke onderscheiding. Dit riep heftige reacties op, in Duitsland en van internationale joodse zijde. Ze werd gebrandmerkt als verraadster en antisemiet. Maar ze wilde juiste een brug slaan. ‘Met hart en ziel’ was de titel van haar autobiografie. Ze wist dat ze de vrede niet zelf zou meemaken, vertelde ze een interviewster. Maar haar kleinzoon verzekerde haar dat hij die wel zou zien. En zo lijkt ze een beetje op Mozes die het land van de belofte niet zelf mocht binnengaan, maar vanaf de Nebo wel een inkijkje kreeg.

2019

Posted in: Uncategorized | Tagged: Israël, Palestijnen, Tweede Wereldoorlog

George Bell – *4 februari 1883 – † 3 oktober 1958

Posted on 27/12/2017

Het bombarderen van ongewapende vrouwen en kinderen is barbaars

In de dure Britse tv-serie The Crown over de eerste jaren van de regering van koningin Elizabeth komt de Anglicaanse kerkleiding er niet best van af. De kerkelijke handhaving van het verbod op koninklijk huwelijken met een gescheiden partner droeg sterk bij aan veel spanning en verdriet in het koningshuis en daarbuiten.
Tot voor kort stond vooral Georg Bell, een van de bisschoppen uit die tijd, op een hoog voetstuk. Hoewel gedoodverfd als opvolger was hij in 1944 na het overlijden van aartsbisschop William Temple gepasseerd en in zijn bisdom Chicester gebleven. Tot vreugde van Churchill. Bell had in het Hogerhuis scherpe kritiek geuit op het geallieerde bommentapijt op Dresden en op bombardementen op burgerdoelen in het algemeen. Hij was ook de schakel geweest met Dietrich Bonhoeffer die namens de verzetsgroep die een aanslag op Hitler plande contact zocht met de Engelse regering. Tevergeefs, Churchill wilde alleen onvoorwaardelijke overgave.
Bell was sterk sociaal geëngageerd. Hij had gewerkt onder arbeiders en migranten, zich ingespannen voor de ruil van krijgsgevangenen na de Eerste Wereldoorlog, zich bekommerd om de slachtoffers van de Grote Depressie van de jaren ’30. Voor de kunsten richtte hij een festival in Canterbury op. En hij was een pionier in de internationale oecumenische samenwerking. Vanaf 1933 was hij de belangrijkste buitenlandse bondgenoot van de Belijdende Kerk in Duitsland. Met zijn tromgeroffel in de pers voorkwam hij de executie van ds. Martin Niemöller, fel opposant van Hitler. Tientallen gezinnen hielp hij Duitsland te ontvluchten. Na de oorlog nam Bell het op voor de Duitse vluchtelingen uit de gebieden die geannexeerd werden voor het nieuwe Polen en Tsjecho-Slowakije. En hij bekritiseerde de westerse politiek bij het begin van de Koude Oorlog. Hij regelde ooit een bezoek aan Canterbury van Mahatma Gandhi, de man die geweldloos verzet bood tegen de Britse aanwezigheid in India.
Laat hij nou net recent van zijn hoge voetstuk gevallen zijn toen zijn kerk, ruim een halve eeuw na zijn dood, een vrouw op leeftijd in het gelijk moest stellen in haar klacht over aanranding. Zij was tussen haar vijfde en negende jaar vaak in zijn pastorie geweest. Bell had haar op zijn schoot niet alleen verhaaltjes voorgelezen Ze had er haar leven lang last van gehouden. De vrouw kreeg nu een financiële schadeloosstelling.
Een lastige puzzel voor de Kerk van Engeland. Kan zo iemand nog op de heiligenkalender worden gehandhaafd? Maar welke heilige is zonder zonde? Het verhaal over het moedig aanzwengelen van discussies over de grenzen van militair geweld is te belangrijk om niet door te vertellen. Dan maar inclusief de vermelding van die verzwegen misstap.

(2017)

Posted in: Uncategorized | Tagged: Bekennende Kirche, geschiedenis, oecumene, Tweede Wereldoorlog

Welkom op de weblog van Harmen Jansen
theoloog, predikant van de Protestantse gemeente te Winsum-Halfambt (Gr.)

Tweets by @HarmenGJzn Follow @HarmenGJzn

Heiligenkalender bevat de schrijfsels uit de rubriek 'Geloofsgetuigen' in Geandewei en Protestantse Kerkbode. Op alfabetische volgorde en kalendervolgorde. Gestart 1-1-2014

Email: dshjansen@gmail.com

portret verkleind

Copyright © 2023 Harmen Jansen.

Theme by ThemeHall.