Harmen Jansen

theologie, kerk en samenleving

  • Home
  • Heiligenkalender
  • Mijn publicaties
    • Mozesboek
    • Artikelen
    • Overige boeken
  • Activiteiten
  • Kerk en Theologie
    • Kerk
    • Theologie
  • Opgemerkt
  • Geschiedenis
  • Heiligenkalender januari-april
  • Heiligenkalender mei-augustus
  • Heiligenkalender september-december

Wang Zhiming

Posted on 30/12/2022

Jullie moeten de woorden van Boven volgen en opnieuw berouw tonen


*1907 – † 29 december 1973, Wuding (China)

In de beeldengalerij aan de westgevel van de Westminster Abbey met martelaren voor het geloof uit de twintigste eeuw wordt China vertegenwoordigd door Wang Zhiming.
Begin vorige eeuw waren er verschillende Britse en Australische zendelingen actief in de provincie Yunnan, hartje China. Vooral hun werk onder de Miao minderheid in de regio Wuding had resultaat. Na de communistische revolutie moesten de zendelingen vertrekken: christendom stond gelijk aan imperialisme. Maar de boodschap had wortel geschoten. In 1949 bevonden zich ruim 130.000 protestanten in Wuding. Wang had op christelijke scholen gezeten en was er ook tien jaar leraar geweest. In 1944 werd hij voorzitter van het kerkbestuur van Wuding en in 1951 geordineerd voorganger. Samen met vijf andere leiders van zijn kerk ondertekende hij in de jaren ’50 het manifest van de ‘Drie-Zelf-beweging’. Daarmee verklaarden kerken zich onafhankelijk van het buitenland en loyaal aan de communistische regering. Maar hij wilde niet meedoen aan het vernederen van grootgrondbezitters. ‘Mijn handen hebben veel bekeerlingen gedoopt en mogen niet worden gebruikt voor zonden’. Dat was al voor de Culturele Revolutie. Deze duurde van 1966 tot 1976. De wrede razernij van de jonge Rode Garde, opgehitst door Mao, vormt een van de zwartste bladzijden in de Chinese geschiedenis. Godsdienst werd helemaal verboden, kerken werden gesloten, christenen ontmoetten elkaar alleen nog in het geheim. Minstens 21 christelijke leiders in Wuding werden gevangengezet, ongeacht of ze een intellectueel waren of arbeider of zelfs partijlid. Ook moslims werden vervolgd. Menigeen werd gemarteld. Wang leverde kritiek op deze atheïstische campagnes. In 1969 werd hij samen met familieleden gearresteerd. Vier jaar later werd hij ter dood veroordeeld. Zijn executie vond plaats tijdens een massabijeenkomst van minstens 10.000 mensen. Maar daar waren veel christenen bij en er brak openlijk tumult uit.
Een van zijn kinderen pleegde in de gevangenis suïcide, twee zoons zaten negen jaar gevangen en zijn vrouw nog drie jaar. In 1980 werd Wang officieel postuum gerehabiliteerd. Hij kreeg, heel uniek, zelfs een standbeeld in eigen land. Godsdienst was niet langer verboden. Het aantal christenen in Wuding was in 1980 alweer vier keer zo groot als op het moment van de arrestatie van Wang.
De huidige godsdienstpolitiek van Xi Jingping is er een van ontmoediging en weer strenge controle. Toch zijn er voorspellingen dat China in 2030 het land met het grootste aantal christenen ter wereld zal zijn. ‘Het bloed der martelaren is het zaad van de kerk’, zo leerde ik al op de lagere school. (2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: China, kerkgeschiedenis

Matteo Ricci

Posted on 30/12/2018

*6 oktober 1552, Macerata (It) – † 11 mei 1610, Bejing

Noch de koning, noch zijn volk peinst over een aanvalsoorlog. Ze zijn tevreden met wat ze hebben. Heel anders dan de Europeanen


Matteo Ricci was een intelligente Italiaanse Jezuïet. Zijn nog jonge orde legde een grote missionaire ijver aan de dag. Ricci werd een belangrijk figuur in de geschiedenis van China. In vroeger eeuwen had het christendom al een paar keer via de Zijderoute het land bereikt. De Jezuïeten kwamen over zee via de Portugese handelspost Macao. Ricci lukte het in 1583 om zich op het vasteland te vestigen. In 1601 bereikte hij Bejing. Vlak voor zijn dood voltooide hij een beschrijving van al zijn wederwaardigheden. Hij schrijft over thee, vuurwerk en de kleuren van de parasols die per rang verschillen. Door zijn boek maakte het Westen uitgebreid kennis met China. Omgekeerd had hij de Chinezen kennis leren maken met westerse kennis en wetenschap. En met het christelijk geloof.

Zijn supervisor Valignano hanteerde voor de missie in het oosten principes als aanpassing aan de cultuur, ‘top-down’ werken, indirecte promotie en tolerantie voor Chinese waarden. Ricci en de zijnen verwisselden in 1595 hun kledij van boeddhistische monniken voor de leefstijl en etiquette van de mandarijnen. Zo konden ze beter toegang te krijgen tot de confucianistische elite. En win je de elite en het hof, dan win je het volk. Daarvoor ging Ricci ook de Chinese klassieken studeren en mengde hij zich in filosofische discussies. Hij wist grote waardering op te brengen voor Confucius en zijn leer. Ook respecteerde hij vormen van voorouderverering. Omgekeerd oogstte hij bewondering met een klok voor de keizer, Europese schilderijen met het centraal perspectief, Chinese vertalingen van meetkundeboeken en wereldkaarten volgens de laatste waarnemingen.

Marketingtrucjes? Het getuigt eerder van een open ontmoeting. De ánder mag indruk maken. Tegelijk bleven de Jezuïeten zichzelf. Ze lieten hun nagels niet lang groeien en verspilden geen tijd aan kalligrafie. En inheemse rituelen rond de uitvaart mochten wel na en naast, maar niet in de plaats van hun christelijke uitvaartliturgie. Desondanks heeft het Vaticaan een eeuw later hun missionaire praktijken veroordeeld. Volgens de historicus Toynbee heeft het christendom daarmee een kans gemist om verder uit te groeien tot wereldgodsdienst. De veroordeling zette kwaad bloed bij de keizer. Het christelijk geloof werd weer verboden.

Een van de pioniersplekken van onze Protestantse Kerk heeft een massagepraktijk met gebruik van essentiële oliën. ‘Waarom zou alleen de duivel de goede praktijken mogen hebben?’ zegt de pionier, vrij naar een woord van Luther. Ricci knipoogt.

Posted in: Uncategorized | Tagged: China

Franciscus Xaverius – *7 april 1506 Javier (Sp.) – † 3 dec 1552 Shangchuan (Ch)

Posted on 29/12/2017

Hoeveel mensen van de hemel niet weten en ongelukkig blijven

In het oude liedboek stond als gezang 406 een lied van Franciscus Xaverius. ‘U heb ik lief, mijn God en Heer, niet omdat ik mijn heil begeer, niet om daarmee gered te zijn van eeuwig vuur en hellepijn…. Om hemelvreugd noch hellesmart, slechts om uzelf kiest U mijn hart’. Gegrepen door Liefde en niet uit egocentrisch verlangen naar een mooie hemel was Xaverius dus een toegewijd priester. Mogelijk gaat het lied terug op een ouder Spaans gedicht.
Toch maakte hij zich ook druk over eeuwig zielenheil, maar dan van anderen. Deze vurige Bask was de grondlegger van de wereldwijde missie van de Kerk van Rome. Een rusteloze zendingspionier. Hij heeft heel wat meer kilometers gemaakt dan de apostel Paulus. Vanuit Goa in Portugees India, moet hij tienduizenden gedoopt hebben en veertig kerken langs de zuidkust van India hebben gesticht. Hij is op de Molukken geweest. En gekleed als een voorname westerling en gewapend met westerse kostbaarheden wist hij op audiëntie bij de Japanse keizer zelfs toestemming voor christelijke geloofsverkondiging in Japan te krijgen.
Xaverius snapte niet dat er niet veel meer geestelijken van eenzelfde missionaire passie vervuld waren. Wat doen al die studenten in de seminaries toch met hun talenten, vroeg hij zich hardop af. Zelf behoorde hij tot de eerste zes mannen waarmee Ignatius van Loyala de orde van de Jezuïeten had gesticht. De paus had hen vervolgens de hele wereld als zendingsgebied toegewezen. De koloniale expansie van rijken als Spanje en Portugal bood nieuwe mogelijkheden om verre continenten te bereiken. Deze mannen hadden duidelijk een ander verlangen dan dat van materieel gewin.
Vanaf een afstand is het gemakkelijk om allerlei kritische vragen te stellen over zulke zendingspraktijken en de onderliggende opvattingen. Wie gelooft er nog dat alle niet-christenen ‘voor eeuwig verloren’ zijn? En is een authentiek proces van morele en geestelijke vernieuwing niet belangrijker dan het wel of niet gedoopt zijn?
Op een eilandje voor de kust van China werd hij ziek en stierf hij. Hij had China in gewild. Wie China heeft, heeft heel Azië, was zijn gedachte. Laat Amnesty International nu net rapporteren dat China nog op grote schaal mensen executeert. Er valt dus nog steeds veel wereldwijd missiewerk te verrichten. En wat is een betere motivatie dan gegrepen te zijn door de stem van liefde zoals die in de gestalte van de Gekruisigde hoorbaar was geworden?

Posted in: Uncategorized | Tagged: Azië, China, Indonesië, zendingsgeschiedenis

Wang Mingdao – * 25 juli 1900 Bejing  –  † 28 juli 1991 Sjanghai

Posted on 31/12/2016

Aangezien ik de Heer gehoorzaam zal ik niemands bevel dat tegen Gods wil ingaat opvolgen’.

Wie over de geschiedenis van het christendom in China leest stuit onvermijdelijk op Wang Mindao. Een indrukwekkende man vanwege de onverschrokken houding waarmee hij een kaarsrechte lijn getrokken heeft over de positie van de kerk ten opzichte van de opeenvolgende regimes in zijn land. Een leider die bereid was de prijs te betalen die de toewijding aan het Evangelie met zich mee kan brengen. Dat hij levenslang gekant was tegen liberaal christendom had in zijn situatie respectabele redenen.
Als tiener was hij bekeerd. Hij veranderde zijn naam van Tie-zi, ‘ijzeren wil’, in Mingdao, ‘getuige van de waarheid’. De keuze voor een herdoop in een koud riviertje betekende het einde van zijn baan als onderwijzer op een presbyteriaanse school. Tijdens een lange retraite las hij zes keer de hele Bijbel door. Hij begon thuis Bijbelstudies te houden en werd een gedreven en invloedrijk evangelist. In de jaren twintig en dertig waren er grote opwekkingsbewegingen actief in China. Wang stichtte een eigen kerk in Bejing, de Christelijke Tabernakel. In zijn eigen tijdschrift voor geestelijk voedsel onthield hij zich tijdens de Japanse bezetting van politieke uitspraken, maar hij zwichtte evenmin voor pogingen om zijn kerk aan staatscontrole te onderwerpen.
Na de nederlaag van Japan en de communistische machtsovername ontstond de Drie-Zelf-Beweging. Volgens de drie principes van zelfbestuur, zelfvoorziening en zelfvoortplanting verklaarde deze beweging de kerk van China onafhankelijk van het buitenland en onderdanig aan de communistische partij. Leidende figuren waren vaak liberaal theologisch opgeleid aan westerse instituten. Wang wees deze beweging openlijk af. Je kunt niet tegelijk kerk van Jezus Christus zijn en dienaar van een atheïstische regering. Het gevolg was dat hij in 1954 op een grote bijeenkomst van christelijke afgevaardigden publiekelijk werd aangeklaagd. Terwijl Wang zwijgend naar het plafond bleef staren werd er gestemd over doodstraf of gevangenschap. Slechts een kwart stemde voor straf. Wang kon nog even preken, voor groot publiek zelfs. Maar de Drie-Zelvers bleven doorgaan met beschuldigingen dat hij ‘imperialistisch gif’ verspreidde. In 1955 werden hij en zijn vrouw gearresteerd. Zijn kerk werd gesloten. Na een stevige hersenspoeling tekende hij een bekentenis en kwam hij weer vrij. Tijdens de gedwongen publiekelijke verontschuldiging kon hij niet veel meer dan prevelen dat hij een Judas of een Petrus was geweest. In 1958 volgde levenslange opsluiting. Hij kwam in 1980, na het einde van het Mao-tijdperk, vrij uit het werkkamp, tandeloos, bijna blind en doof. Hij is nog betrokken geweest bij de Huiskerkbeweging. ‘Oom van de huiskerken’ werd zijn erenaam. Een compensatie van de Drie-Zelf-kerk voor het geleden leed stuurde hij terug. Het plaatje over zijn soms wel erg rigide opvattingen wordt charmant verzacht door Liu Jingwen, de veel toegeeflijker vrouw aan zijn zijde die alles had meegeleefd en meegeleden.
(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: China, geschiedenis, kerkgeschiedenis

Liang Fa (1789 Ko Ming – 12 apr 1855 Honam, China)

Posted on 02/05/2015

Liang FaIk gaf mezelf een nieuwe naam: ‘student van het Goede’. En vanaf dat moment keerde mijn hart zich af van het kwaad

Zo beschreef Liang Fa zijn doop. Hij was de tweede chinees die door een protestantse zendeling werd gedoopt, de eerste met blijvend effect. In 1816 werd hiermee de kiem gelegd voor het inheemse protestantisme in China.
Liang Fa kwam uit arme familie, maar kreeg wel onderwijs. In 1804 trok hij naar de grote stad. In Kanton werd hij pennemaker en drukker. Hij vond werk bij het Londense Zendingsgenootschap dat er net gevestigd was. Zendeling William Milner voerde geruime tijd gesprekken met zijn drukker. Liang had naar eigen zeggen onverschillig geleefd en de nodige ondeugden op zijn lijstje staan. Wel hield hij op de eerste en vijftiende van de maand babai en bad hij soms een sutra. Hij wilde graag een goed mens worden, maar bleef in zijn worsteling met ongewenste gedachten en gevoelens steken. Op de gesprekken met Milner volgde een nadrukkelijk verzoek om de doop. Met daarna een voor zijn omgeving duidelijk merkbare verandering.
Liang wordt evangelist. Hij drukt tractaten in enorme oplages, verspreidt die onder duizenden studenten in Kanton en elders die examen komen doen voor ambtenaarswerk, spreekt mensen over zijn geloof, schrijft over zijn bekering en zijn kritiek op chinese godsdiensten. Hij is streng tegenstander van beeldendienst. Zijn vrouw en kind worden ook gedoopt. Ze krijgen te maken met geweld, verdachtmaking en mishandeling. Gekidnapte familieleden moet hij vrij kopen, zijn gezin achterlaten. Hij vertegenwoordigt immers de boodschap van buitenlanders. Een tijd werkt hij bij zendelingen in het veiliger Malakka.
Ook de latere leider van de Taiping-opstand van 1850-1864 tegen de gehate Mantsjoe-dynastie had als student zo’n tractaat van Liang in handen gekregen. De man creëerde een mengelmoes van christelijke en andere ideeën en noemde zichzelf de jongere broer van Christus. Op het hoogtepunt van hun revolutie had deze sekte een miljoen soldaten op de been. Dit was niet wat Liang had voorgestaan.
Ontactisch optreden van de Britten leidde tot de Eerste Opiumoorlog van 1839-1842. In die tijd werd Liang in Kanton leider van de eerste zelfstandige maar piepkleine chinese gemeente. Later was hij ook nog kapelaan in twee zendingshospitalen, met grote belangstelling voor zijn preken, maar zonder veel nieuwe bekeerlingen. Op zijn sterfbed sprak hij over een gouden draagstoel die hem naar zijn Koning zou brengen.
Jaarlijks worden er nu zo’n half miljoen chinezen als protestanten gedoopt. Bij ons worden kerken weer gereduceerd tot kleine groepen ‘studenten van het goede’. Wie weet waartoe dit leiden kan.

Posted in: Uncategorized | Tagged: China, geschiedenis, kerkgeschiedenis

James Hudson Taylor, 21 mei 1832 Barnsley GB – 3 jun 1905 Changsha (Ch). En Maria Dyer

Posted on 20/06/2014

Hudson Taylor‘Bad in Brighton op 25 juni 1865 om 24 bereidwillige arbeiders’

Bij Pinksteren hoort aandacht voor de christelijke zending.
In de negentiende eeuw bereikte het Evangelie China minstens al voor de derde keer in de geschiedenis van dit immense land. Nu voorgoed, zo lijkt het tot nog toe, ondanks enorme terugslagen.
Hudson Taylor was een van de belangrijkste zendelingen. Hij had een methodistische achtergrond en was van allerlei markten thuis voordat hij scheep gegaan was naar China. Zijn eerste vrouw Maria Dyer was geboren als dochter van een Britse zendeling in Azië. Ze ontmoetten elkaar toen ze werkte op een meisjesschool in Ningpo, zuidelijk van Sjanghai, in het verdragsgebied waar buitenlanders mochten wonen. Het echtpaar werkte hard aan de opbouw van een gemeente door werk onder de armen, medische zorg, Maria’s huisbezoek aan vrouwen, gesprekken op straat, ontvangsten thuis, catechese en preken. Te hard. Een rustperiode in Engeland was nodig. Maar ze kwamen in 1865 terug met een hele groep mannen en vrouwen, met Hudson aan de leiding als hoofd van de China Inland Mission, een van kerken onafhankelijke geloofszending. Men koos ervoor zich Chinees te kleden, zich wel bewust van de noodzaak dan ook zich in gedrag aan te passen aan de plaatselijke gewoontes en gevoeligheden. Ze vestigden zich in Yhangzhou. Maria had een belangrijke taak in de opleiding van de vrouwelijke medewerkers. Ze waren geland met een groot doel: álle provincies bereiken met het Evangelie en niet alleen het gebied rond Sjanghai. Hudson had lang gepeinsd over uitgangspunten als afhankelijkheid van God, geen gegarandeerd salaris, nauwe identificatie met de Chinese leefgewoontes, leiding in China en niet in Engeland, bereidheid tot illegaal werk.
De verhalen van de zending in China uit deze tijd staan vol ontberingen. Worstelingen met ziekte, hitte en kou, brute overvallen, kindersterfte, vreemdelingenhaat, dreiging van moordaanslagen. Maar het refrein is ook een immense toewijding en trouw. Wat een geduld, diepe liefde en groot geloof wisten deze mannen en vrouwen aan de dag te leggen!
Maria overleed op 33-jarige leeftijd aan tuberculose, een sprankelende vrouw die geroemd werd om haar uitstraling van rust en zekerheid. Ooit had ze een woeste en gewelddadige indringer weten te de-escaleren. Hudson en zij waren elkaar steeds liefdesbrieven blijven schrijven. Hun dagen begonnen met samen het Nieuwe Testament in het Grieks te lezen.
Hudson Taylor hertrouwde en ging onvermoeid verder. Hij overleed kort na beëindiging van de bloedige Bokseropstand die ook veel van zijn zendelingen het leven had gekost. Het werk dat in 1866 met 22 mensen begonnen was, was in veertig jaar gegroeid tot een internationale organisatie van 825 zendelingen in alle 18 provincies van China, ruim 300 zendingscentra en 500 plaatselijke helpers en 25.000 bekeerlingen.

(het citaat is uit de kantlijn in de bijbel van Hudson Taylor)

Posted in: Uncategorized | Tagged: China, kerkgeschiedenis, vrouwengeschiedenis

Gladys May Aylward (24 februari 1902 Edmonton (GB) – 3 januari 1970 Taiwan)

Posted on 17/02/2014

Gladys AylwardIk vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft (Filippenzen 4: 13)

‘De Herberg van het Zesde Geluk’ met Ingrid Bergman in de hoofdrol moet een van mijn eerste filmervaringen geweest zijn. De film uit 1958 vertelt het verhaal van Gladys Aylward die in 1938 met een groep van 94 weeskinderen een barre voettocht door Chinese bergen maakt, op de vlucht voor het Japanse leger. Het werkelijke verhaal over Aylward is nog indrukwekkender dan de Hollywoodversie. Ze was in tegenstelling tot Bergman klein, met zwart haar en levenslang een Cockney accent. En er was geen liefdesaffaire. Aylward is een van de vele westerlingen die roeping kregen voor zendingswerk in China. In haar geval werkte haar komaf uit een arbeidersgezin en haar lage opleiding als een barrière. Na afwijzing door de China Inland Mission – ‘te oud is om Chinees te leren’ – gaat ze op eigen initiatief, met de Trans Siberië Expres. Omdat die door oorlogsgebied gaat moet ze een gedeelte te voet door de kou. Ze ontsnapt ternauwernood aan gevangenschap. Gedeeltelijk per muilezel komt ze tenslotte in de afgelegen Shanxi-provincie aan, bij de 73-jarige zendelinge Jeannie Lawson die al een halve eeuw in China werkt. Samen beginnen ze de Herberg van het Achtste Geluk – niet het zesde! – omdat acht in China een geluksgetal is. Handelsreizigers kunnen er met hun muilezels betaalbaar onderdak krijgen en gratis verhalen voor onderweg: verhalen over Jezus. Na het overlijden van Lawson benoemt de mandarijn haar tot inspecteur voor de wet tegen het voet inbinden van vrouwen (omdat ze zelf een vrouw met ongeschonden voeten is en kan reizen). Ze komt bij mensen thuis en brengt ook daar de verhalen. Ze draagt Chinese kleding en leert wel degelijk de taal. De Chinezen noemen haar ‘Ai-wei-de’, de ‘Deugdzame’. Ze begint een kinderweeshuis. Bij het oprukken van de Japanse legers weet ze gedaan te krijgen dat de gevangenen bij de evacuatie niet worden onthoofd, zoals gebruikelijk is. Als duidelijk wordt dat de Jappen honderd dollar op haar hoofd hebben gezet, volgt de tocht met weeskinderen naar het weeshuis in het verder gelegen Sian. Bij de Gele Rivier aangekomen zijn er geen boten. Het bidden en zingen van de groep trekt de aandacht van een Chinese patrouille en levert hen een oversteek op. Na de behouden aankomst blijkt haar gezondheid stevig aangetast. Ze blijft desondanks actief in kerkstichting en werk onder leprozen. Na een operatie in Engeland mag ze China niet meer in. De nieuwe rode machthebbers dulden geen christenen. Ze wijkt uit naar Taiwan waar ze opnieuw een weeshuis sticht en evangeliseert. Daar ligt ze ook begraven.

Posted in: Uncategorized | Tagged: China, film, kerkgeschiedenis, vrouwengeschiedenis

Welkom op de weblog van Harmen Jansen
theoloog, predikant van de Protestantse gemeente te Winsum-Halfambt (Gr.)

Tweets by @HarmenGJzn Follow @HarmenGJzn

Heiligenkalender bevat de schrijfsels uit de rubriek 'Geloofsgetuigen' in Geandewei en Protestantse Kerkbode. Op alfabetische volgorde en kalendervolgorde. Gestart 1-1-2014

Email: dshjansen@gmail.com

portret verkleind

Copyright © 2023 Harmen Jansen.

Theme by ThemeHall.