Het belang van empathie, erkenning en excuus

Blij en opgetogen deden twee vrouwen verslag voor de radiomicrofoon van hun gesprek met de koning. Ze zijn slachtoffer in de toeslagenaffaire. Hun verhaal was al voor de tv geweest. Ze hadden ministers gesproken en een staatssecretaris. Maar die ontmoetingen waren teleurstellend geweest. De koning had pas echt blijk gegeven van oprechte belangstelling, inlevingsvermogen en medeleven. Nu voelden ze zich gezien en begrepen.

Hoe moeilijk is empathie?
De koning heeft dus een goede beurt gemaakt in een groot probleem dat politiek en samenleving in de greep houdt. Mij gaat het hier om het effect van invoelend luisteren. Veel meer kan een koning niet doen. Hij heeft niet de macht om af te dwingen dat gebeurt wat hij in Troonredes aan beloftes en toezeggingen moet voorlezen, hoogstens kan hij een oproep twitteren. En daarin lijkt zijn positie op die van de kerk. Ook die kan vaak niet veel meer dan luisteren en naast mensen gaan staan. De vraag is of dat voldoende gebeurt.
Waarom slagen bewindspersonen erin om, ondanks hun getoonde belangstelling in de problemen van burgers op hun stoep, die burgers voor hun gevoel in de kou te laten staan? Ze nemen toch de nodige maatregelen? Het verhaal van deze vrouwen vormt niet alleen een spiegel voor politici, maar ook voor de kerk en voor de communicatie in onze pastorale en persoonlijke ontmoetingen. De sleutelrol voor een gevoel van erkenning ligt bij empathisch luisteren en reageren.
Dat is veel moeilijker dan we denken. We denken vaak dat we belangstellend zijn geweest. Maar ondertussen peilden we toch maar half wat de ander doormaakt. We vinden het vaak moeilijk om de nood, het verdriet, de vertwijfeling van de ander echt tot ons door te laten dringen. Het vraagt om stil staan, onbevangenheid en ontvankelijkheid voor gevoelens die we liever niet hebben en die lastig zijn.

NIVEA
‘Niet Invullen Voor Een Ander’. Het is een bekende stelregel voor de pastorale communicatie. Want het dwingt je om het puntje van je tong af te bijten als je weer wilt zeggen ‘Ik kan het me voorstellen’ of ‘Ik begrijp het’. Want de koning weet niet wat het is om te leven met torenhoge schulden en ik weet niet hoe het is om zwaar depressief te zijn of kanker te hebben. En ook al heb ik ook geen ouders meer, begrijp ik dan wat het betekent voor die ander om haar moeder te verliezen?
Ja, als we goed luisteren maakt ons brein een terugkoppeling naar eigen ervaringen. Het heeft iets met de zogenaamde spiegelneuronen te maken. We begrijpen wat we horen door het te ‘spiegelen’ met wat we zelf meemaken. Maar als we niet oppassen gaat ons eigen verhaal met ons aan de haal en ontaardt ons belangstellende bezoekje in een monoloog over onze eigen belevenissen.
Een andere valkuil is onze oplossingsgerichtheid. We willen de ander helpen. We gaan al snel adviseren, hulplijnen aanbevelen, de hulpverlener spelen. Zijn we geen volgelingen van Jezus die zieken genas, bedroefden opbeurde, doden opwekte, zonden vergaf? De Britse theoloog Samuel Wells heeft daarom een heel boek gewijd aan het woordje ‘met’. Christus was er niet allereerst ‘voor’ de ander. Hij was ‘met’ de ander. ‘God met ons’. Zijn wonderbaarlijke genezingen zijn maar de helft van het verhaal. De andere helft is dat van zijn kruis, zijn medelijden, zijn totale machteloosheid. Kunnen wij het dan ook af en toe eens proberen uit te houden met de uitzichtloosheid of het schuldgevoel van de ander?

Erkenning
De vrouwen vonden bij de koning erkenning. Ze zijn er geen cent rijker van geworden. Maar de waarde was groot. Erkenning geeft kracht om de rug te rechten en om op te staan. Ze konden doorgaan met op te komen voor de belangen hun kinderen. Het gaat hier om het element waar we in de wonderverhalen van de evangeliën misschien nog te vaak overheen lezen. Vaak staat er dat Jezus stil staat, hoort, ziet, en vraagt ‘Wat wil je?’ Bij hem wisten mensen zich allereerst gezien en gehoord. Dat belang van erkenning komt ook telkens naar voren in onderzoeken en discussies over de noodzakelijke steun aan de slachtoffers van de Groninger gaswinning. Het heeft lang moeten duren voordat ook in Haagse kringen en bij andere overheden doordrong dat aardbevingsslachtoffers niet geholpen zijn met alleen onveiligverklaringen van hun huizen en gelden voor versterkingsoperaties. Echte erkenning van de psychische nood is nodig en daarmee erkenning van de waardigheid als mens die in nood misschien niet altijd elegant reageert. Erkenning van staatswege en vanuit de samenleving.

Excuus
En zo komen we bij de voortdurende roep om officiële excuses over zaken als ‘ons’ militaire optreden in Nederlands-Indië, het falen in Sebrenica, het slavernijverleden, het seksuele misbruik in de Rooms-katholieke kerk, het gebruik van de treinen van de NS voor het wegvoeren van Joden. De publieke spijtbetuiging van onze koning over het wegkijken van zijn overgrootmoeder maakte indruk, evenals de toespraak van Rutte over het aandeel van overheidsfunctionarissen in de Jodenvervolging. Zo worden angels weggehaald uit pijn, mits de excuses oprecht zijn en gepaard gaan aan pogingen tot compensatie van geleden leed.
Daarom heb ik eerder dit jaar meegedaan aan de oproep van een groep predikanten aan onze Kerk om ook een excuus uit te spreken tegenover het Palestijnse volk, na de kerkelijke schuldbelijdenis van vorig jaar over het christelijke aandeel in de Jodenvervolging. Ons christendom draagt met eenzijdige Israëlliefde na 1945 medeverantwoordelijkheid voor groot onrecht en aanhoudend lijden. We gunnen een diep gekrenkte bevolkingsgroep uit het land van de Bijbel hetzelfde gevoel als de vrouwen na afloop van hun bezoek aan onze koning.

Bijdrage voor de Groninger Kerkbode, oktober 2021

Plandemie? Het christelijk geloof is géén complottheorie!

Eye-opener?
Eind december 2020 wordt er in brievenbussen in heel Noord-Nederland een evangelisatieblad verspreid onder de naam ‘Eyeopener’. Het blad van ‘evangelist’ Jaap Dieleman uit Zeewolde waarschuwt ernstig voor de coronamaatregelen, de berichtgeving over corona en de druk om ons binnenkort te laten vaccineren. We zouden te maken hebben met een groot complot. De tegenmaatregelen zijn ernstiger dan de kwaal, de echte aantallen slachtoffers worden kunstmatig opgehoogd, ‘deze leugen wordt ons door de strot geduwd’, met behulp van ‘msm’, de afkorting voor mainstream media, die ronduit liegt. Het is allemaal een ‘plandemie’, een duivels plan van Deep State, ‘een complot uit de hel’. ‘Ze willen de hele wereld in hun macht krijgen en vaccineren’. We worden klaargestoomd voor de nieuwe wereldorde: één-wereld-regering met één-wereld-munt en één-wereld-religie, de wereldorde van satan en zijn vriendjes.
Volgens zijn website zijn er al meer dan 700.000 van deze bladen verspreid. Dieleman hoopt op nog ongeveer evenveel euro’s om het nieuws verder in Nederland te verspreiden.

Treurige demonisering
Jammer, verdrietig, schokkend, dat de Bijbel en het christelijk geloof op deze manier gebruikt wordt om in te spelen op gevoelens van onrust en onzekerheid. De ziekenhuizen liggen overvol, Groningen en Twente roepen om hulp van het leger, wereldwijd duiken er nieuwe varianten op van corona die nog besmettelijker zijn, en iedereen kent uit zijn of haar omgeving wel lichte besmettingen die nooit zijn gemeld bij een arts of andere instantie. Maar in plaats van te erkennen dat de echte cijfers dus eerder te laag zijn dan te hoog, neemt een evangelist een loopje met de feiten. In plaats van bewondering en medelijden op te brengen voor wie het zwaar hebben omdat ze ziek werden of vol gas moeten geven in de zorg, draagt hij bij aan de roekeloosheid (of probeert dat althans) door in feite alles en iedereen te demoniseren die de pandemie bestrijdt. Merkt hij dan niet dat juist het onvoorzichtige en ontkennende gedrag en van gelovigen uit bepaalde evangelische en reformatorische kringen veel verzet oproept tegen het christendom in het algemeen? Zijn we dan de mensonterende en hartverscheurende beelden uit Italië van maart jl vergeten?
En ja hoor, het fabeltje over Bill Gates die chips zou willen implanteren en die een patent zou hebben met het getal van het Beest uit Openbaring, het getal 666, wordt nog weer eens extra nieuw leven ingeblazen (maar patent 2020-060606 gaat niet over geïmplanteerde chips: https://fullfact.org/online/bill-gates-patent-microchips/).
Hoe is het toch mogelijk dat ook nu weer het christelijk geloof in het vat wordt gegoten van een complottheorie? Het zwaarste geschut wordt in stelling gebracht: de duivel is aan het werk! Deep State! Het scenario waar Paulus al over schreef wordt NU uitgevoerd! De hel op aarde! En het gaat voorlopig alleen maar erger worden!
Het zijn altijd weer dezelfde teksten die door zulke ‘christelijke’ doempredikers bij elkaar worden geknipt en geplakt. En je weet ook nooit helemaal of het ook de bedoeling is dat we dan iets aan de geschiedenis gaan proberen te veranderen. Want die geschiedenis moet uitlopen op de glorieuze wederkomst van de Heer. Dus het is kennelijk niet de bedoeling dat we het duivelse scenario verijdelen. Het enige wat te doen staat is bekering tot het geloof zodat je misschien bij die wederkomst een kans maakt.
En de enige plek waar de hand van God in de tijd dan nog wel in positieve zin opgemerkt zou kunnen worden is de staat Israël. In ditzelfde blad wordt nog vóór het coronaverhaal voorgerekend hoe hard God wel niet bezig is om profetieën uit de Bijbel in vervulling te laten gaan in Israël. Want kijk eens hoe sterk en machtig deze staat nu is! (Dat de ‘levende stenen die getuigen van de komst van de Heer’ ondertussen uit het land van de Bijbel worden verdrongen samen met hun islamitische volksgenoten is kennelijk ook iets waarin we Gods hand moeten zien).

Moeilijke tijden als uitdaging
Is er dan geen reden om bang en bezorgd te zijn over benauwde tijden die mogelijk gaan komen? Wie zal dat durven beweren? Maar het lastige is, dat we op deze manier dan voor tegengestelde dingen bang worden. De een voor het vaccineren, de ander juist voor al die mensen die zullen weigeren om zich te laten vaccineren. De een voor nog meer corona, de ander voor nog meer coronamaatregelen die hem zijn vrijheid benemen. De een voor meer samenwerking in Europa en de wereld om samen sterk te staan tegen grote bedreigingen, de ander juist voor al die mensen die hard gaan stemmen tegen Europa en tegen samenwerking in VN-verband. Anders gezegd: eigenlijk is zulk soort evangelisatie erg politiek. Een complot tegen redelijkheid, overleg, nuchterheid en ook geduld dat nu hard nodig is in onze samenleving.
De Kerk (kerken) de eeuwen door heeft/ hebben meestal een grotere terughoudendheid betracht als het ging om de eigen tijd te duiden. Apocalyptische teksten uit de Bijbel bleken meestal niet zo geschikt om grip te krijgen op gebeurtenissen. Rekensommen kwamen nooit uit. Oorlogen, natuurrampen, ze zijn er altijd wel ergens. Je kunt ze niet gebruiken om te weten hoe laat het is op Gods klok. Het christendom zag de geschiedenis namelijk vooral als een product van menselijk handelen. We zijn geen marionetten aan touwtjes van God of duivel. We zijn verantwoordelijke wezens. Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. En Kerstmis vertelt zelfs over Gods menswording. Over liefde die als kracht in de wereld (waar anders?) werkt als machtig antwoord op het kwaad dat er is: het leed van ziekte en rampen, het kwaad van zonde en schuld. En de Kerk viert Pinksteren als feest van de Geest van God die zelfs ‘uitgestort is op allen’ zodat niet-joden voortaan ook dragers van deze liefde konden worden.
Met de bril van dit Evangelie kijkend naar de wereld en de tijd van nu zie ik corona niet als een onderdeel van een duivels plan, maar als een nieuwe vorm van pech die ons overkomt, zoals vroeger cholera, TBC, de pest, de Spaanse griep. Een onaangenaam bijverschijnsel van het grote wonder van de natuur waarvan we deel uitmaken. Waar we een antwoord op kunnen vinden dankzij het verstand en de enorme kennis die we als mensheid hebben mogen ontwikkelen. Waarbij Liefde (compassie, menselijkheid, hoe je het wilt noemen) weer de kans krijgt om te laten zien hoe belangrijk zij is en hoe machtig zij is.

Maak de tekenen van Gods Koninkrijk niet verdacht!
En dan is het echt heel ernstig als de werken van deze Liefde verdacht gemaakt worden als onderdelen van een sinister complot: de eerlijke berichtgeving, de ijver om alle feiten en cijfers zo goed mogelijk boven tafel te krijgen, de inzet om zo snel mogelijk verantwoorde medicijnen en vaccins te ontwikkelen die miljoenen mensen leed kunnen besparen, de gezamenlijke moeite om noodzakelijke zorg zo goed mogelijk overeind te houden. In de evangeliën van de Bijbel is het genezen van zieken een van de belangrijkste tekenen van Jezus’ hemelse missie!
En dat is voorwaar geen kleinigheid: dat met een beroep op het Evangelie, de Bijbel, op het christelijk geloof, juist de ‘tekenen van Gods Koninkrijk’ worden verdacht gemaakt als werken der Duisternis! Dan kun je eigenlijk niet meer praten. Dan moet je protest aantekenen! Het gaat om mensenlevens. En niet in kleine getallen.

28/12/20 HJ

Balthasar Bekker

Zien gaat voor het horen

*20 maart 1634, Metslawier – † 11 juni 1698, Amsterdam

In 1696 kreeg de Amsterdamse ex-predikant bezoek van een rijke weduwe uit Thorn in Oost-Pruisen (nu Toruń, Polen). Ze was dankzij zijn boek De Betooverde Wereld op het nippertje aan een executie ontsnapt. Ze was wegens toverij ter dood veroordeeld. Maat toen had haar advocaat het boek in handen gekregen. Waarop hij revisie van het proces had aangevraagd en met behulp van allerlei voorbeelden uit het boek vrijspraak bewerkstelligd.

De angst voor satan was in de Middeleeuwen behoorlijk opgepookt door pauselijke bullen en handleidingen voor de Inquisitie. In Amsterdam bracht de Reformatie een einde aan heksenverbranding. Maar het is verbazingwekkend hoe lang daarna ook in ons land vrouwen nog op de heksenweegschaal werden gezet, gewurgd en verbrand. De Betooverde Wereld uit 1691 zorgde ervoor dat ds. Bekker uit zijn ambt gezet werd en van het Avondmaal geweerd.

De Gouden Eeuw was vol theologisch gekrakeel. Predikanten vochten elkaars opvattingen niet alleen in geschrifte aan, maar ook in procedures voor kerkenraden en provinciale synodes. De jarenlange vete tussen Voetianen en Coccejanen was net met een wapenstilstand beslecht toen Bekker met zijn bestrijding van allerlei uitingen van satansgeloof kwam. Je eigen verstand gebruiken, had hij thuis als domineeszoon al geleerd. Als jong predikant in Friesland viel hij op door de uitgave van catechisatieboekjes en het negeren van het kerkelijke verbod tot preken bij uitvaarten. In zijn boek Ondersoek van de betekening der Cometen ter bestrijding van wijd verspreid bijgeloof toonde hij zich een bekwaam sterrenkundige.

Bekker beredeneerde dat er geen geesten los van een lichaam konden bestaan. Daarnaast was door de kruisdood van Christus de macht van de duivel gebroken. Die zat nu in de hel vastgebonden. Bekker gebruikte naast elkaar redeneringen volgens de nieuwe wetenschappelijke methode van Descartes en argumenten uit de Bijbel. Critici hadden gelijk dat de argumentatie beter kon. Maar er was wel een trend mee gezet. En naast vermeende heksen hadden ook geesteszieken baat bij dit boek. Als pastor had Bekker langdurige gesprekken met geestesgestoorden gevoerd. Hij had veinzers van waanzin ontmaskerd. Bekker droeg er aan bij dat mensen in het dolhuis niet langer als bezetenen werden getreiterd, maar als patiënten werden behandeld. Jezus zelf had de bezetenen ook onder de zieken gerekend.

De stad Amsterdam bleef zijn traktement tot zijn dood doorbetalen. Het boek was een kassucces en werd in verschillende talen vertaald. En door geloof en wetenschap hand in hand te laten gaan zijn heksen en toverspreuken langzaam maar zeker verbannen naar sprookjes en jeugdboeken.

2020

Geert Grote


Een sober habijt, een eenvoudige gezichtsuitdrukking, een onschuldige levenswandel, een heilige omgang met anderen moeten voor de mensen een les zijn

*oktober 1340 – † 20 augustus 1384 Deventer

Geert Grote was tegen het voltooien van de Utrechtse Domtoren. Zijn bezwaarschrift kwam een halve eeuw geleden boven water. Het is maar in enkele handschriften bewaard gebleven. Had hij het wel publiek gemaakt? Hij kon de bisschop van Utrecht niet teveel tegen zich in het harnas jagen. Hij was diaken met preekbevoegdheid in het uitgestrekte bisdom. Zijn preken hadden succes, maar riepen ook tegenstand op. In 1383 leidde dat zelfs tot een preekverbod voor diakenen.

Wel duizenden malen gekopieerd is zijn Getijdenboek. Een brevier: een bundeling van teksten voor de dagelijkse gebeden van religieuzen. Door een eigen brevier konden leken hun gebedsleven aanpassen aan dat van de kerk. In de tijd van Grote werd de behoefte daaraan in brede lagen van de Europese bevolking steeds groter. Het nieuwe was dat Grote de gebeden vertaalde uit de kerktaal in de volkstaal. En hij zette er een persoonlijk stempel op door de toevoeging van gebeden van de Duitse mysticus Henricus Suso (1295-1366).

Het Getijdenboek was een resultaat van dat preekverbod. Grote wachtte op een pauselijk antwoord op zijn verzoek om toelating tot het priesterambt. Ondertussen vertaalde hij gebeden, psalmen en mystieke geschriften. Ook schreef hij pastorale brieven. Hij was de grote initiator van de Moderne Devotie. Zijn Deventer woning had hij beschikbaar gesteld voor de eerste zustergemeenschap.

Grote had als rijke zoon van een burgemeester van deze Hanzestad kunnen studeren in Parijs. Als kerkjurist genoot hij inkomsten uit de Domkapittels van Utrecht en in Aken. Tot in 1372 bij een ernstige ziekte een priester hem de biecht en de absolutie weigerde. Hij moest eerst zijn boeken over ‘zwarte kunst’ (astrologie) verbranden. Hij was daarna een tijd kluizenaar bij de Karthuizers in Arnhem, tot hij werd geroepen tot het predikambt. Voor dat vak haalde hij boeken in Parijs. Onderweg bezocht hij onder meer de mysticus Jan van Ruusbroec.

De Moderne Devotie was wel iets meer dan een protestbeweging tegen mooie kerktorens, tegen liefdesrelaties van pastoors en tegen andere strelingen van de zintuigen, met op de achtergrond de altijd dreigende pest. De Moderne Devotie liet burgers werken aan hun ziel door gebed en discipline, met het Getijdenboek als zelfhulpboek voor spirituele gezondheid.

Opvallend detail: het opent met een heiligenkalender. Om reliëf aan te brengen in de dagen die het leven aaneenrijgt. Voor elke dag een andere gids van boven!

2020

Pater Damiaan

Nochtans maak ik me leproos met de leprozen, wanneer ik preek spreek ik hen toe als ‘Wij melaatsen’

*3 januari 1840, Ninde (B.) – † 15 april 1889, Molokai (Hawaiï)

Er was voor de zeer besmettelijke ziekte lepra tot ver in de twintigste eeuw geen medicijn. Als quarantainemaatregel werden de leprozen vaak voor de rest van hun leven in een aparte kolonie gehuisvest. Een ervan was het schiereiland Molokai op Hawaï.

Damiaan de Veuster was het zevende kind uit een Vlaams boerengezin. Zeven jaar oud verloor hij een zus aan cholera. Als zestienjarige ging hij het klooster in. Hij werd pater van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria. Na zijn studie kreeg Damiaan toestemming om als missionaris te gaan werken op de Hawaï-eilanden. Hij vervulde daarmee de droom van zijn broer die tyfus had gekregen en niet kon gaan.

In 1864 kwam hij aan in dit ‘verdorven, heidens en afgodisch land.’ Na arbeid als rondreizend missionaris en parochiepriester stelde hij zich in 1873 beschikbaar voor de leprozen van Molokai. Hij kende de risico’s, maar ze hadden God nodig. De kolonie telde 700 tot 1000 melaatsen. Ze leden niet alleen lichamelijk. Damiaan zag extreme dronkenschap, immoreel gedrag, misbruik en grote wanhoop. Ze kregen voedsel en andere voorzieningen, maar geen medische hulp. Behalve priester met soms elke dag een begrafenis werd Damiaan ook dokter, ziekenverzorger, begrafenisondernemer, timmerman van 600 doodskisten. Hij stelde begrafenisverzekeringen in. Wetten werden weer nageleefd. Er kwamen degelijke huizen, dorpen, een school, een bloeiende parochie. Een van zijn smeekbrieven haalde de Britse pers. Vanuit het buitenland kwamen geld, medicijnen en kledij, vaak van protestanten.

Kerkdiensten opende pater Damiaan met de woorden ‘Mijn dierbare broeders en zusters’. Op een morgen in 1885 moest hij zeggen: ‘Mijn collega melaatsen, ik ben één van u.’ Hij overleed vier jaar later. Zijn indrukwekkende antwoord op de vraag naar Gods aanwezigheid in schrikbarend lijden was verbinding en eenwording met hen. In zijn brieven schreef hij vaak dat hij tevreden en gelukkig was tussen zijn melaatsen.

Er werd wel gedacht dat lepra het gevolg was van ontucht. Ook Damiaan is tijdens zijn leven nog aan vernederende onderzoeken onderworpen. Maar na zijn dood is hij op allerlei voetstukken gezet: standbeelden, een zalig- en heiligverklaring, plechtige herbegrafenis en verkiezing tot grootste Belg.

Bestrijding van het ‘eenzaamheidsvirus’ is ook nu soms riskant werk. Applaus voor allen die ondanks besmettingsgevaar het noodzakelijke doen!

(maart 2020)