Harmen Jansen

theologie, kerk en samenleving

  • Home
  • Heiligenkalender
  • Mijn publicaties
    • Mozesboek
    • Artikelen
    • Overige boeken
  • Activiteiten
  • Kerk en Theologie
    • Kerk
    • Theologie
  • Opgemerkt
  • Geschiedenis
  • Heiligenkalender januari-april
  • Heiligenkalender mei-augustus
  • Heiligenkalender september-december

Anna Maria van Schurman

Posted on 08/07/2023

Wie zal een hele kudde Varkens een kudde Schapen noemen, hoewel hy ziet, dat er hier en daar eenige weinige Schaapjes onderlopen?


*5 november 1607, Keulen – † 14 mei 1678, Wieuwerd


Al jong viel ze op door haar gevoel voor taal en haar kunstzinnige aanleg. Ze werd de eerste vrouw in ons land die aan een universiteit studeerde. Na een jeugd in Keulen, Utrecht en Franeker was ze in 1629 in Utrecht naast de predikant Gisbertus Voetius komen wonen, gezaghebbend orthodox theoloog. Ze scheef een gedicht en een opstel ter gelegenheid van de oprichting van de universiteit in 1636. Daarin noemde ze ook het uitsluiten van vrouwen. Het trok veel aandacht. Van Voetius mocht ze colleges bijwonen, mits achter gordijnen om de mannen niet af te leiden. Behalve in de theologie was ze thuis in allerlei andere vakken. Ze kende negen talen, schreef de hele Koran over, correspondeerde met geleerde vrouwen en mannen in heel Europa van ver uiteenlopende overtuigingen, was lid van een kunstenaarsgilde, maakte muziek, begaf zich in theologische discussies. Ze verdedigde in brieven en een gedrukt traktaat de geschiktheid van de vrouwelijke geest voor wetenschappelijke studie. En Utrecht was trots op deze Minerva en ‘Europese Pallas’.
Op latere leeftijd werd ze aanhanger van de predikant Jean de Labadie. Ze betreurde met hem het wereldse leven en het ‘naamchristendom’ van velen in de kerk. Maar met zijn radicale piëtistische opvattingen over een kerk van alleen wedergeboren christenen met een zuivere leer raakten de Labadisten buiten de gevestigde kerken. Onderling deelden ze niet alleen hun geestelijke inzichten, maar naar bijbels voorbeeld ook hun aardse goederen. Ze werden het mikpunt van veel ‘rasernye van quaatwillige menschen’. Tot verbijstering van bijna iedereen verbrak Van Schurman haar meeste contacten, verkocht ze haar bezittingen en nam ze net als ooit kerkvader Augustinus na zijn bekering afstand van haar vroegere werk. Na diverse omzwervingen van de groep en de dood van De Labadie woonde ze tenslotte met haar ‘kleyne huijskerke’ in Wieuwerd.
Ze kwam uit voorname familie die Antwerpen had moeten ontvluchten om hun protestantse geloofsovertuigingen. Al heel jong bewonderde ze martelaars. Haar lijfspreuk had ze ontleend aan de kerkvader Ignatius van Antiochië: amor meus crucifixus. ‘Ik heb mijn liefdesverlangen gekruisigd.’ Ze is nooit getrouwd. De titel van haar geestelijke autobiografie Eukleria herinnert aan het verhaal van Marta en Maria uit Lucas 10. Ze had ‘het beste deel’ gekozen. Ze wilde liever beroemd zijn om haar geloof dan haar geleerdheid. (2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, vrouwengeschiedenis

William Joseph Seymour

Posted on 08/07/2023

De Pinksterbeweging is gewoon méér van Gods liefde. En als die niet meer liefde brengt is het valse munt.

*2 mei 1870, Centerville, Louisiana – † 28 september 1922, Los Angeles, Californië


|Tussen 1906 en 1908 ging het er op Azuzastreet 312 in San Francisco heftig aan toe. Binnen laaide het enthousiasme hoog op, buiten zagen ooggetuigen dan soms zelfs vlammen uit het dak slaan en belden ze de brandweer. De spektakelverhalen meldden dat er zelfs verloren armen begonnen aan te groeien.
William Seymour was kind van voormalige slaafgemaakten. Hij had jarenlang diverse kerken en bijbelscholen van het Revivalism, het ‘opwekkingschristendom’, bezocht toen hij in 1906 de roeping voelde om voorganger te worden in San Francisco. Het begon met een kleine gebeds- en bijbelstudiegroep. Verhalen over genezing en tekenen van de Geest gingen de ronde doen. Seymour zelf kreeg op 12 april de gave van de tongentaal waarover hij al veel gepreekt had. Enkele dagen later vond de rampzalige grote aardbeving van San Francisco plaats. Temidden van groeiende segregatie in de zuidelijke staten en toenemend geweld tegen de zwarte bevolking ging er een magnetische werking uit van Seymours boodschap van gelijkwaardigheid en eenheid in Christus van blank en zwart en Latino’s, van mannen en vrouwen. Ook een aardschok? De vonken sloegen naar elders over, in de VS en naar andere delen van de wereld. Zelf noemde Seymour het een ‘late regen’ van de Geest. Hij richtte de krant The Apostolic Faith op om deze Pinksterbeweging leiding te geven.
Maar er ontstond ook stevig debat. Is tongentaal een wezenskenmerk van de ‘doop in de Heilige Geest’ of een extraatje? Leiderschapsconflicten, weerstanden tegen een grote rol van vrouwen en racisme zorgden voor verdeeldheid. Charles Parham, die van grote invloed was geweest op Seymour, brak met hem. Parham was lid van de Ku Klux clan. Men ontfutselde Seymour zijn krant en daarmee zijn internationale invloed. Maar Seymour en zijn vrouw bleven op hun post, ook toen het vuur temperde en er slechts een kleine zwarte kerk overbleef. Er kwam geen water in de wijn van de boodschap over raciale gelijkheid.
De Pentacostals zijn internationaal wijd vertakt. De schatting van het aantal aanhangers bedraagt ruim 600 miljoen, charismatische bewegingen in klassieke kerken meegerekend. De Pinksterbeweging maakte vaak gemakkelijk verbinding met culturen die niet door de westerse Renaissance en Verlichting waren heengegaan en met de lagere sociale ‘klasse’. En ook westerse kerken kunnen niet voortbestaan met alleen maar af en toe een klein beetje enthousiasme.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, VS

William Shakespeare

Posted on 08/07/2023

Er is een god die onze plannen vormt, hoe ruw wij ze ook uitgehouwen hebben

*plm. 23 april 1564 – † 23 april 1616, Stratford-on-Avon


Hamlet. De koopman in Venetië. Romeo en Julia. Koning Lear. Macbeth. Of het nu gaat om de komedies, of om serieuze stukken zoals de koningsdrama’s, Shakespeare wordt nog steeds gespeeld. De belangrijkste toneelschrijver ooit. Maar een geloofsgetuige? Bijbelse toneelstukken zoals ‘onze’ Vondel ze schreef, heeft hij niet nagelaten. Het theater werd in de tijd van koningin Elizabeth I juist seculier. En toen de puriteinen onder Cromwell in Engeland aan de macht kwamen, werd het theater van Shakespeare gesloopt en het toneelspelen verboden.
Maar in de eeuwen daarna zijn er heel wat filosofische en theologische beschouwingen aan zijn werk gewijd. D. Chantepie de la Saussaye zag er in de negentiende eeuw ‘een dieperen godsdienstige en zedelijken zin’ in. In 2008 publiceerde Arjan Plaisier, scriba van de synode van de Protestantse Kerk, lyrische meditaties bij stukken van Shakespeare. Want Shakespeares diepgravende kijk op de menselijke passies en zieleroerselen is haast ondenkbaar zonder het christendom van de Middeleeuwen en de Reformatie. Er schrijnt een christelijk licht over de mens. In de drama’s komt onverbloemd het probleem van menselijke schuld, overmoed en trots op het toneel. Maar anders dan in de klassieke oudheid. Hier heerst niet het onverbiddelijke Lot, het Fatum, of de voorzienigheid van onberekenbare goden. Hier gaat het eerder over de menselijke verantwoordelijkheid. De ‘verlossing’ die getoond wordt als uitweg in compleet vastgelopen verhoudingen heeft trekken van wat het Evangelie leert over bekering, genade, barmhartigheid en vergeving. Hamlet komt na zijn razernij waarin hij bloedig om zich heengeslagen heeft om een moord te wreken, tot schuldbesef. Koning Lear, de ontaarde vader die dacht dat hij de liefde van zijn dochters kon kopen en in een spiraal van waanzin terecht komt, wordt gered door een daad van zelfopofferende liefde van zijn dochter Cordelia. Doordat zij dit dan met de dood moet bekopen lijkt zij op Christus. En met name in de tragikomedies komt er ondanks alle gekonkel en gedoe nog veel goed. Zelden is het een simpel happy end, vaak wel een verbeelding van de hoop.
In het laatste toneelstuk van Shakespeare The Tempest speelt het motief van de ‘zeedood’ een grote rol. Alleen door te ‘sterven’ en door de ‘dood’ heen te gaan van een ingrijpende spirituele en morele omvorming komt er waarachtig leven. Als dat niet de boodschap van Pasen is.

Posted in: Uncategorized | Tagged: Theologie

F.D. Maurice

Posted on 07/07/2023

Christendom is de enige basis voor socialisme en een waarachtig socialisme is het noodzakelijk resultaat van een gezond christendom

*29 augustus 1805, Normanston, Suffolk – † 1 april 1872, Londen


In het ‘revolutiejaar’ 1848 werd de theoloog John Frederick Denison Maurice leider van Britse christen-socialisten. Zij waren bezorgd over de toenemende afkeer van het christendom vanwege te weinig inzet voor de minderbedeelden. Van de staat viel niet veel te verwachten voor de verbetering van hun levensomstandigheden, die door de industriële revolutie vaak bar waren. Er moest meer gebeuren dan liefdadigheid. De beweging zette zich in voor coöperaties en bereikte dat in 1852 coöperaties een wettelijke status kregen. Daarnaast stimuleerden ze volwassenenonderwijs. Maurice stichtte in Londen een meisjesschool en een college voor volwassen arbeiders en handwerklieden. Bij het laatste bleef bij betrokken tot aan zijn dood.
Maurice bleef vooral theoloog; niet een bouwer, maar een graver die voor een goede basis zorgde. Hij had gestudeerd in Cambridge en Oxford en was als journalist en schrijver actief geweest voordat hij priester en hoogleraar geworden was. Hij vond het liberalisme van zijn tijd te individualistisch. Individualisme leidt tot competitie, het christendom zet eerder op het spoor van gemeenschap en concrete samenwerking. En de samenleving kon alleen worden vernieuwd door de wetten van haar ordening te vinden in het geheim van haar bestaan: in God en zijn bestuur.
Maurice bleef ook bekend door zijn ontslag in 1853 als hoogleraar aan het King’s College in Londen omdat hij kritiek leverde op de leer van de eeuwige straf. Volgens hem betekende eeuwigheid het ontbreken van tijdsbesef en niet zozeer oneindigheid. ‘Eternal’ is iets anders dan ‘everlasting’. Maurice beriep zich voor deze uitleg op de Bijbel, de klassieke geloofsbelijdenissen, Plato en de kerkvaders. Veel reputatieschade leed hij niet. Hij behield zijn kerkelijk functies en werd in 1866 zelfs hoogleraar moraalfilosofie en moraaltheologie in Cambridge.
Halverwege de vorige eeuw onderging zijn werk een herwaardering, ook in ons land. Maurice was gericht op een nieuwe toekomst van de kerk. De missie van de kerk in de natie vereiste een diepere moraliteit, bewogen door de macht van Gods liefde, getoond aan het Kruis. De schade van de kerk door haar interne verdeeldheid moest beperkt worden door meer nadruk op het gemeenschappelijke en complementaire in de verschillende overtuigingen. Zijn toetreden tot de Anglicaanse kerk was een uiting geweest van herwaardering van de grote theologische tradities van het christendom. Het unitarisme waarin hij als predikantszoon was opgevoed was hem te gelijkhebberig. Exclusiviteit moest plaats maken voor meer inclusiviteit.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, oecumene

Hugo de Groot

Posted on 07/07/2023

Waar de rechtspraak te kort schiet, begint het geweld

*10 april 1583, Delft  –  † 28 augustus 1645, Rostock

Op wel vier plaatsen staat een boekenkist waarin Hugo de Groot ontsnapt zou zijn uit Slot Loevestein. De grote Nederlandse rechtsgeleerde had in 1618 levenslang gekregen omdat hij remonstrant was en medestander van Johan van Oldebarneveldt in het conflict met prins Maurits over de politiek van de Staten van Holland.
De Groot geldt als de grondlegger van het internationale zeerecht en van het volkerenrecht. Hij verdedigde de vrije toegankelijkheid van de oceanen. Dat had wel een dubieuze achtergrond. Hollanders hadden een rijk beladen Portugese koopvaarder buitgemaakt en dat moest worden gerechtvaardigd. Zijn belangrijkste werk was hij in Loevestein begonnen te schrijven: Het recht van oorlog en vrede. Het geeft vijf bepalingen over een rechtvaardige oorlog die nog steeds internationale rechtskracht hebben. Nieuw was zijn redeneren vanuit het natuurrecht. Je moet de regels over de beste manier van samenleven beredeneren ‘alsof God niet bestaat’, dan zijn ze voor iedereen overtuigend. Gaf hij zo ook de Republiek een steuntje in de rug in de oorlog met Spanje?
Hij was afkomstig uit families die al eeuwen de dienst uitmaakten in steden als Delft. Het ‘Delfts orakel’ was een wonderkind dat van jongs wilde uitblinken met slimme boeken, een geleerde in de geest van Erasmus. In een van zijn historische werken verheerlijkt hij de Batavieren. Na zijn ontsnapping in 1621 kwam hij in Zweedse overheidsdienst. Heel diplomatiek was hij niet, wel een groot schrijver. Hij leverde vertalingen van Griekse poëzie in Latijn. Zijn theaterstukken over Adam en Jozef in ballingschap werden door Vondel bewerkt in het Nederlands. En hij schreef theologisch werk. Zijn Bewijs van den waren godsdienst uit 1622 werd eeuwenlang in veel talen gedrukt en gelezen. Het boek op rijm was bedoeld als ruggensteun voor zeelieden die in contact kwamen met andersgelovigen en ongelovigen. Het christelijk geloof is wáár volgens De Groot omdat het gebaseerd is op het onweerlegbare feit van de opstanding van Christus. Hij werd ook voorloper van de moderne Bijbelwetenschap. In een paar dikke delen met aantekeningen bij de Bijbel benadert hij als een van de eersten de Bijbel als menselijke literatuur. Kennis van de oudheid moet licht werpen op de bedoelingen van de auteurs.
En De Groot bepleitte steeds het vreedzaam samenleven van verschillende godsdienstige stromingen in één land en van de verschillende volkeren op de wereld. Hij bestreed dat de paus de antichrist was. Christenen moesten hun dogmatische verschillen relativeren en stoppen met kerkscheuringen.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, politiek

Elsa Brändström

Posted on 07/07/2023

Wij vrouwen moeten heel maken wat de oorlog kapot heeft gemaakt en de slachtoffers helpen hun geloof in de mensheid terug te krijgen

*26 maart 1888, St. Petersburg – † 4 maart 1948 Cambridge, Massachusetts (VS)

Vanwege haar lengte, blauwe ogen en blond haar werd ze ‘de engel van Siberië’ genoemd, maar vooral omdat ze als verpleegster zo toegewijd was aan haar patiënten vol ontberingen. Ze werkte in een kamp van Duitse en Oostenrijke krijgsgevangenen in Siberië, kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Tachtig procent van de krijgsgevangen kwam om van de kou, honger, tyfus en andere kwalen. Na een eerste bezoek in 1915 aan Siberië samen met een vriendin had zij een hulporganisatie opgezet om dit tij te keren.
Haar vader was Zweeds militair attaché en later in de rang van generaal de ambassadeur van Zweden in St. Petersburg. Ze had een onderwijsopleiding gevolgd, maar bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was ze vrijwilligster voor het Rode Kruis geworden. Ook na de Russische Revolutie van 1917 bleef ze haar werk doen, ondanks een verbod van de autoriteiten. Het leverde haar een arrestatie op wegens spionage. Ze werd zelfs ter dood veroordeeld. Maar dit vonnis werd niet uitgevoerd en ze werd vrijgelaten. Ze schreef een boek over haar ervaringen, emigreerde naar Duitsland en zette zich in voor oorlogswezen en teruggekeerde krijgsgevangenen. Ze maakte een succesvolle tournee door de Verenigde Staten om fondsen te werven. In Duitsland kocht ze onder andere een molen met landerijen, voor resocialisatie. Het kwam bij de gierende inflatie in de twintiger jaren goed uit dat er voedsel verbouwd werd.
In 1929 trouwde ze en in 1933 vertrok ze vanwege het werk van haar man met hem naar de VS. Ook daar konden Duitse immigranten, vaak op de vlucht, op haar grote inzet en praktische steun rekenen. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog begon ze aan fondsenwerving voor hongerende vrouwen en kinderen in Duitsland. Ze is herhaaldelijk voorgedragen voor de Nobelprijs voor de vrede en kreeg talloze eerbewijzen.  
De theoloog Paul Tillich schreef over haar: ‘Het is een kostbaar geschenk om een mens te ontmoeten waarin de liefde – en dus God – zich zo overweldigend openbaart. Haar leven was het onweerlegbare bewijs voor de waarheid dat liefde de meest volmaakte zijnsmacht is, ook in een van de donkerste, meest vernietigende en gruwelijkste eeuwen sinds het begin van de mensheid.’
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, vrouwengeschiedenis

Martin Bucer

Posted on 07/07/2023

In de ware theologie kent slechts diegene de zaken naar behoren, als hij er in zijn leven uitdrukking aan weet te geven

*11 november 1491, Sélestat – † 1 maart 1551, Cambridge

Martin Bucer was de uitvinder van de ouderling. In het boek Over de juiste zielzorg uit 1536 ontwikkelde hij de gedachte dat ambtsdragers van de kerk samen met de ‘herders en leraars’ zorg moesten dragen voor het opzicht van de gemeente. De kerk kon niet volstaan met prediking en sacramentsbediening. Huisbezoek werd een belangrijk middel om via persoonlijk contact pastoraal aan te moedigen tot een heilig leven.
Kort tevoren was de Doperse revolutie te Münster bloedig neergeslagen. Mede dankzij de discussies met radicale ‘dopersen’ en hun verlangen naar een zuivere kerk zocht Bucer naar een manier om de ‘zichtbare kerk’ vol onheilige zondaren op hoger spiritueel en moreel te krijgen zonder de vrije loop van het Evangelie in de weg te staan. Bucer was de belangrijkste reformator van de vrije rijksstad Straatsburg. De Reformatie was er net als in andere Duitse en Zwitserse steden door de plaatselijke overheid doorgevoerd.
Bucer, dominicaner monnik, had tijdens zijn studie in Heidelberg in 1518 Luther ontmoet. Daarna ontheven van zijn kloostergeloften en getrouwd met een uitgetreden non werd hij in 1523 predikant in Straatsburg. Hij kreeg er al snel een leidende rol. In 1538 haalde hij Calvijn naar de Franse vluchtelingengemeente. Calvijn ging voortborduren op de opvattingen van Bucer over de liturgie, de gemeentezang en de organisatie. En zo werd de ouderling een wezenskenmerk van het protestantisme.
Bucer heeft zich jarenlang onvermoeibaar ingezet om de onderlinge verschillen tussen de reformatoren te overbruggen en de krachten te bundelen. Men lag onderling hevig overhoop over de juiste formulering van de tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal. De ‘eenheidsmaniak’ wist helder onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken en deed voortdurend pogingen om de dialoog gaande te houden, ook met katholieken. Maar Bucer liep zowel bij Luther als bij Zwingli of hun volgelingen vaak tegen een muur.
Bijna had de Keulse aartsbisschop Bucers ideeën doorgevoerd. Maar keizer Karel V won steeds meer macht in zijn rijk. Onder zijn druk werd Bucer in 1549 verbannen. Hij werd nog professor in Cambridge. Zijn adviezen zetten een stempel op het Book of Common Prayer, het liturgieboek van de Engelse kerk.
Minder mooi was zijn Judenratschlag uit 1538, een pleidooi voor discriminerende maatregelen tegen Joden. Het zou nu tuchtwaardig zijn.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Reformatie

Hanna Lam

Posted on 07/07/2023

Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw

*1 februari 1928, Utrecht, – † 2 januari 1988, Bunnik

Johanna Raadgever trouwde in 1952 met Anton B. Lam (1926-1970). Voor hun kinderen schreef ze versjes bij Bijbelverhalen. Via haar echtgenoot kwamen ze terecht bij zijn collega op de pedagogische academie, muziekdocent en componist Wim ter Burg. Hij schreef er eenvoudige en lichtvoetige melodieën bij. Zo ontstond in 1966 de eerste bundel Alles wordt nieuw.
De liedjes sloegen onmiddellijk aan. Er volgden nog drie bundels. De vertellende verzen blijven dicht bij de Bijbelteksten, zonder te preken. ‘Zomaar te gaan met een staf in je hand’. ‘Waar zou de stad van de vrede zijn, kun je er komen al ben je ook klein?’ ‘Als je geen liefde hebt voor elkaar’. Willem Barnard vond ze ‘verrassend eenvoudig en goed van taal, toon en theologie.’
Hele generaties kinderen groeiden er mee op. De bundels kwamen tegelijk met een nieuwe Psalmberijming (1967) en het Liedboek voor de kerken (1973). Theologisch sloten ze goed op elkaar aan. Haar liederen vonden dan ook de weg naar veel kerkdiensten. In 2013 kregen 21 van haar liederen een plek in het volgende kerkelijke Liedboek. Maar in het christelijke basisonderwijs waren ze intussen opgevolgd door liedjes van Elly en Rikkert en vervolgens door weer andere. En de liedjes die nu met een muisklik van de juf uit speakers de klas binnenkomen, zijn veel vluchtiger.
Hanna Lam schreef ook kinderboeken, hield lezingen over het thema ‘kind en godsdienst’, vertaalde een Kinderbijbel en maakte liedteksten voor de feministische bundel Eva’s Lied.
Eén lied uit de eerste bundel heeft het vaak in preken moeten ontgelden. Het was geschreven bij de belofte uit Openbaring over een nieuwe hemel en nieuwe aarde: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’. Maar na de jaren ’60 gingen kerken op de activistische toer met weinig ruimte voor de dimensie van troost in de boodschap van geloof en hoop. Stil maar, wacht maar? De wereld wordt pas nieuw als wij opstaan!
In haar laatste bundel uit 1987 stond één opzegversje zonder melodie. Het was geschreven in het zicht van haar naderende dood. Dezelfde troost als in dat verguisde lied, maar in andere woorden. ’De mensen van voorbij, zij worden niet vergeten. De mensen van voorbij zijn in een ander weten. Bij God mogen ze wonen, daar waar geen pijn kan komen. De mensen van voorbij zijn in het licht, zijn vrij.’
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: liedboek, muziek

Mahalia Jackson

Posted on 07/07/2023

Hoe in de wereld is het mogelijk dat christenen bezwaar maken tegen mijn zingen?

*26 oktober 1911, New Orleans – † 27 januari 1972, Evergreen Park, Illinois

In het koffertje grammofoonplaten van mijn ouders zat tussen alle geestelijke muziek ook een Philips-78-toerenplaatje met blauwe hoes en het portret van een zwarte vrouw, ‘The Holy City’. Mahalia Jackson had ook blank Europa veroverd. De ‘koningin van het gospel’ kon geen noot lezen, maar met haar enorme stem bracht ze de geloofsliederen van zwart Amerika bij een miljoenenpubliek. Ze was beïnvloed door de jazz van New Orleans en in het bijzonder de blueszangeres Bessie Smith. Maar toen haar grootvader een keer op straat in elkaar zakte, had ze God beloofd nooit naar een theater te gaan als hij bleef leven. Daar hield ze zich aan. Ze liet zich nooit strikken voor seculiere muziek, hoeveel druk er ook op haar werd uitgeoefend.
Haar grootouders waren nog slaaf geweest. Ze groeide op in armoede met een afwezige vader en een harde tante. Moeder overleed al jong. Vanaf haar vierde zong ze in de Baptistenkerk van haar familie in New Orleans. Dansen mocht er alleen als je geraakt was door de Heilige Geest. Vlakbij huis stond ook een kerk van een Pinkstergemeente. Buiten luisterde ze soms naar de zang die daar meer de kenmerken van de slavenliederen van de vorige eeuw bewaarde dan die in haar eigen kerk. De schoolcarrière was al jong afgebroken. Ze moest werken in een wasserette. In 1928 verhuisde ze met familie naar Chicago. Veel zwarte Amerikanen trokken in die tijd van het Zuiden naar het Noorden. Ondanks de grote crisis van de jaren ’30 slaagde ze erin om van het optreden in kerken en bij plechtigheden haar beroep te maken. En haar grammofoonplaten begonnen wereldwijd aftrek te krijgen. Orkesten begeleidden haar, ze maakte wereldtournees en zong voor diverse presidenten.
Haar huis was vaak vol gasten, waarvoor ze met liefde kookte. Martin Luther en Coretta King logeerden ook graag bij haar. Want ze nam vol overtuiging en met forse bijdragen deel aan de strijd tegen discriminatie en voor gelijkberechtiging. Hoe vaak liep ze ook zelf niet tegen discriminatie aan? Ze luisterde massademonstraties op met haar zang: ‘We shall overcome’, ‘Is there a Balm in Gilead’. Als Mirjam naast Mozes bij de Schelfzee stond ze naast Martin Luther King jr en gaf hem het zetje voor zijn beroemde speech ‘I have a dream’: ‘Vertel ze over de droom!’
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: muziek, vrouwengeschiedenis, VS

Eli Stanley Jones

Posted on 07/07/2023

De eerste christenen klaagden niet ‘zie waar de wereld toe gekomen is’ maar zeiden verheugd ‘zie wat naar de wereld toegekomen is’

*3 januari 1884, Baltimore (VS) – † 25 januari 1973, India

De Amerikaan Stanley Jones verwierf in de eerste helft van de twintigste eeuw wereldwijd naam als zendeling, vooral door zijn werk in India. Dat begon in 1907 met werk onder de laagste kasten, later ging hij zich ook meer richten tot de intellectuele bovenlaag. Hij verrichtte pionierswerk op het terrein van de interreligieuze dialoog, met rondetafelconferenties en zijn christelijke Ashrambeweging. Christelijke zending moest niet het westerse christendom of de westerse cultuur willen brengen of alle ondeugden van een cultuur breed uitmeten. De boodschap is Christus en alleen maar Christus. India en de godsdiensten van India benaderde hij met respect. Hij ondersteunde de onafhankelijkheidsbeweging in het land en was een radicaal antimilitarist. In zijn internationale bestseller ‘Christus langs den Indischen heirweg’ uit 1927 (Engels 1925) komt zijn bewondering voor Mahatma Gandhi (1869-1948) nadrukkelijk om de hoek kijken. Gandhi bleef Hindoe maar liet zich in zijn geweldloze inzet voor een vrij land openlijk inspireren door de Bergrede uit Matteüs 5. Na diens dood schreef Stanley Jones ook een biografie over Gandhi. En dat boek gaf Martin Luther King inspiratie voor zijn geweldloze strijd voor gelijkberechtiging van de zwarte bevolking.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bemiddelde Stanley Jones (tevergeefs) tussen Japan en de Amerikaanse president om een oorlog te voorkomen. In Amerika preekte hij later van kust tot kust in massale bijeenkomsten, in de hoop christenen meer tot eenheid te kunnen bewegen. Veertien van zijn boeken zijn in het Nederlands vertaald. Ze werden in protestants-christelijke kringen gretig gelezen. Maar zijn autobiografie uit 1968 werd nauwelijks meer opgemerkt: ‘Mijn leven een symphonie voor God’.
De ‘Billy Graham van India’ werd door de gereformeerde zendingsman prof. Verkuyl getypeerd als een ‘naïeve optimist’. Hij deed prachtige uitspraken. ‘Er zijn twee manieren om rijk te zijn, de een door een overvloed van bezittingen, de ander door een geringe omvang van behoeftes.’ ‘Als je een anker uitwerpt, trek je dan de kust naar de boot of de boot naar de kust? Bidden is niet God aanlijnen aan mijn wil, maar mijn wil aan die van God.’ ‘Als we over God beginnen, beginnen we meestal met ons idee van God. En dat is niet God. We zouden moeten beginnen met Gods idee over God. De naam daarvoor is Jezus.’

(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: zendingsgeschiedenis

Wolter Robert baron van Hoëvell

Posted on 06/07/2023

Het Christendom zal de slaven vrij maken. Aan het Evangelie zullen zij eens hunne emancipatie te danken hebben!

*14 juli 1812, Deventer – † 10 februari 1879, Den Haag

De wens dat christenen voorop zouden lopen bij de afschaffing van de slavernij was bij baron W.R. van Hoëvell de vader van de gedachte. Al vanaf de jaren ’40 van de negentiende eeuw werd die afschaffing ook in ons land van allerlei kanten bepleit, door voormannen van het Réveil evengoed als door Jan Schenkman van ‘het Nut’ die in 1850 in een kinderboek de zwarte man promoveerde tot beschaafde hulp van Sint-Nicolaas. Maar verschil in beginselen bleek regelmatig een sta in de weg om samen tot actie te komen. Er kwam meer druk toen baron W.R. van Hoëvell in de Tweede Kamer kwam. Gepromoveerd theoloog, opgegroeid in Delfzijl, opgeleid in Groningen, uit Nederlands-Indië teruggekomen. Als predikant in Batavia had hij toehoorders getrokken met geweldige preken, nieuwe kerken gesticht, de zending bevorderd en allerlei wetenschappelijk onderzoek op touw gezet. Hij was daar ook al gaan ijveren voor de afschaffing van de inheemse slavernij en voor verzachting van de druk van het cultuurstelsel op de Javaan en voor zaken als de vrijheid van drukpers en onderwijs aan de Javanen. In het politiek onrustige jaar 1848 kreeg hij een rel in de schoenen geschoven. Waarop hij besloot de strijd naar Nederland te verleggen.
In zijn tweedelige boek ‘Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet’ uit 1854 nam hij ook de slavernij in Suriname op de korrel. Het is een mengeling van reisverslag, essay, rapportages, verhalend proza, pamflet. ‘Suriname is een donkere bladzijde in de geschiedenis van Nederland en vernedert en onteert het tegenwoordige geslacht, omdat het de schandelijke erfenis zijner vaderen, de gevloekte slavernij, niet opheft en vernietigt!’ Zijn verhalen en brochures kunnen gelden als voorloper van Multatuli’s ‘Max Havelaar’ (1859).
De minister van Koloniën had een lastige opposant aan de parlementariër met kennis uit de eerste hand. Van Hoëvell bepleitte ‘ethische politiek’. Nederland moest de welvaart uit de Koloniën niet over de ruggen van de inlanders willen verwerven, maar liever van hun ontwikkeling voordeel verwachten.
In 1859 eindigde de slavernij in de Oost en in 1863 in de West. Maar ‘de geachte spreker uit Almelo’ (zijn kiesdistrict) werd door Thorbecke weggepromoveerd naar de Raad van State. Zo kon van Hoëvell zich niet meer in het publieke debat laten horen. ‘Een idealist, die de ernstigste zaken nooit in het donkere, stroeve kleed van het puritanisme kon omvatten. Zijn blik werd steeds getroffen door de lichtzijde der menschen’.

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, politiek, slavernij

Hubertus van Luik

Posted on 30/12/2022

Zoals een hinde smacht naar levend water … (Ps. 42:2)

*plm. 655, Toulouse – † 30 mei 727, Voeren (B)

Enkele dorpen en talloze kerken, kapellen en kloosters, scholen en schuttersgildes zijn naar hem genoemd. En twee jachtsloten. Hubertus is patroonheilige van de jacht. Jägermeister heeft zijn beeldmerk aan zijn legende ontleend.
Op Goede Vrijdag van het jaar 683 was hij gaan jagen. Hubertus bespeurde een groot hert. Toen hij het met zijn honden bijna te pakken had en het dier zich naar hem toekeerde, wilde hij het neerschieten. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei. Een stem zei hem naar Lambertus van Maastricht te gaan.
Maar dit verhaal is ontleend aan het leven van de heilige Eustachius van Rome, een generaal in het romeinse leger van Trajanus. Het is pas eeuwen na Huberts dood met zijn levensverhaal verbonden. Zijn heiligverklaring op 3 november 743 had te maken met zijn bisschoppelijke optreden. Hij joeg op harten.
Hubertus was waarschijnlijk een zoon van een hertogelijk echtpaar uit Aquitanië. Hij verbleef aan het Neustrische hof van Theuderic III in Parijs, maar week vanwege conflicten uit naar het Austrasische hof in Metz. Hofmeier Pepijn van Herstal, mogelijk familie, gaf hem een hoge functie. Zijn vrouw Floribanne overleed bij de geboorte van een zoon. Was het door dat verlies en door groeiende onmin met Pepijn dat hij een geestelijke roeping ging volgen? Hij werd leerling van Lambertus, de eerste bisschop van Maastricht en Tongeren. Toen Lambertus werd vermoord door handlangers van Pepijn, was Hubert net op pelgrimage naar Rome. Hij werd zijn opvolger, maar verplaatste om veiligheidsredenen de bisschopszetel en het stoffelijk overschot naar Luik.
Dat veel kerken in het zuiden van Nederland en in België zijn naam dragen, wijst op zijn optreden als geloofsverkondiger in Brabant en de Ardennen. De legende zegt dat bij zijn wijding door de paus een engel hem zijn pallium (stola) en zilveren sleutel had aangereikt. Die sleutel bezat de kracht om onder andere van hondsdolheid te genezen. In sommige plaatsen worden nog Hubertusbroodjes gebakken op hoop van een genezingswonder.
Hij overleed in ‘Fura’. Zijn zoon Floribertus werd zijn opvolger. Het lichaam van Hubert werd in 825 naar een abdij in de Ardennen gebracht, het latere bedevaartsoord Saint-Hubert. In de bosrijke omgeving viel veel te jagen.
Het hert is in de beeldtaal van het Middeleeuwse christendom soms symbool voor Christus of voor het ware geluk. Waar zijn wij in onze vaak jachtige levens naar op zoek?
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis

Sor Juana Inés de la Cruz

Posted on 30/12/2022

Je kunt uitstekend filosoferen tijdens het koken


*12 nov 1648/1651 San Miguel Nepantia, Tepetlixpa – † 17 april 1695, Mexico Stad


Volgens Sor Juana was de ziel niet specifiek mannelijk of vrouwelijk. Juana Ramírez de Asbaje was intelligent en mooi, maar arm. Ze was door een Spanjaard buitenechtelijk verwekt bij een Creoolse vrouw. Moeder liet haar opgroeien bij de grootvader. Zijn bibliotheek wakkerde haar dorst naar kennis aan. Met haar kennis van literatuur en allerlei wetenschappen werd zij op haar zestiende opgemerkt door de onderkoning van Nieuw-Spanje en kwam zij aan het hof als kamervrouw van de markiezin.
In 1669 wordt ze non in het Convent van Santa Paula van de orde van St. Hieronymus. Heel vroom is ze niet. Maar ze heeft geen behoefte aan een huwelijk en in het klooster heeft ze minder last van mannelijke avances. Ze mag er lesgeven en studeren. Ze vormt een grote privébibliotheek en verzamelt muziek- en wetenschappelijke instrumenten. Haar cel is tegelijk een literaire salon, een werkkamer en een ontmoetingsplek van intellectuelen, waaronder de markiezin. Ze is spits en geestig en beheerst alle literaire vormen van de Spaanse Gouden Eeuw. Ze levert niet alleen op bestelling religieuze liederen voor de kathedralen, maar schrijft ook liefdespoëzie, satires, drama, boertige toneelstukken en essays. Haar populair geworden liederen mengen de verschillende talen van het land. De stukken van de ‘Phoenix van Mexico’ worden in het hele Spaanse taalgebied gespeeld. Met groot gemak mengt ze thema’s uit de antieke oudheid met een religieuze en morele boodschap.
Een persoonlijke en tegelijk theologische tekst is ‘Primero sueño’ (‘Eerste droom’) uit 1692. Daarin beschrijft ze de zoektocht van de ziel naar kennis. Gedreven door geloof in een Hoogste Zijnde die het universum ordent, tracht de ziel het universum te doorgronden. Maar het einde is duisternis. Het verstand raakt overweldigd door de immense omvang van het Al en door de enorme diversiteit van samenstellende delen. Geloof biedt geen werkelijke uitleg. We staan voor een Mysterie.
Een botsing met kerkelijke prelaten was onvermijdelijk. Als een theoloog anoniem heftige kritiek op haar levert, schrijft ze een verweerschrift waarin ze het recht van vrouwen op studie verdedigt. Ze drijft de spot met de minachting die mannen ten toon spreiden. Maar van de aartsbisschop mag ze alleen nog religieuze teksten schrijven. Nieuwe machthebbers bieden minder bescherming en in 1694 wordt ze gedwongen al haar boeken te verkopen en zich aan ziekenzorg te wijden. Een pestepidemie het jaar daarop wordt haar fataal.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, Latijns-Amerika, vrouwengeschiedenis

Wilhelmina der Nederlanden

Posted on 30/12/2022

Christus arbeidt onophoudelijk universeel aan Zijn mensheid, zonder Zich ooit te storen aan menselijke stelsels of grenzen

*31 augustus 1880, Den Haag – † 28 november 1962, Apeldoorn


Vijftig jaar was ze koningin. Als enig kind groeide ze op in een paleiselijke ‘kooisfeer’. Na een speciale privé-opleiding onder regie van moeder en regentes Emma moest ze als achttienjarige haar overleden vader opvolgen. Ze werd een markante en martiale majesteit. De oorlogskoningin die vijf jaar lang vanuit London haar ‘landgenoten’ moed insprak, was graag ook generaal geweest.
‘Eenzaam maar niet alleen’ (1961) is haar religieuze autobiografie. Zonder details over publieke optredens en politiek-staatkundige bemoeienissen wilde ze een geloofsgetuigenis geven. Ze neemt de lezer mee in haar gevoel van besturing van de geschiedenis door een hoge Wijsheid. Als een van de mensen door Haar (!) gezonden om het goddelijk beleid ten uitvoer te brengen, wilde ze aan die leiding gehoorzaam zijn.
In haar geloof neemt Christus een bijzondere positie in. In haar jonge jaren was zijn betekenis mistig voor haar. Duidelijkheid groeide niet door de catechese, maar ‘langs de weg van het met Hem leven’. Je voelt ook de invloed van haar diepgelovige moeder Emma.
Ze koos de Haagse dominee Gerritsen voor de doop van Juliana (‘vandaag gaan wij Juliana begraven’): een positief gebaar naar gematigd orthodox protestantisme. Maar de richtingenstrijd in de kerken was aan haar niet besteed. Ze stak er persoonlijk een stokje voor dat ‘scheurmaker’ Abraham Kuyper voor de tweede keer premier zou worden. Ook later bemoeide ze zich vaak stevig met de kabinetsformatie. Ze voelde zich sterk aangetrokken tot spraakmakende predikers uit evangelische stromingen zoals de Zwitser Frank Thomas en ‘de grijze Baptist uit Parijs’ Ruben Saillens, maar ook tot de Indische ‘christen-apostel’ Sadu Soendhar Singh. Ook gaf ze blijk van grote sympathie voor de internationale zendingsbeweging en de groeiende oecumenische samenwerking van kerken. Die mondde uit in de oprichting van de Wereldraad van Kerken in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, in het jaar van haar aftreden en van de souvereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië.
De moeite die ze moest doen om schandalen te voorkomen over het overspelige gedrag van haar man prins Hendrik noemt ze niet. Haar uitvaart was juist geheel zoals in 1934 die van hem was geweest: in het wit. Op de kist lag een Bijbel opengeslagen bij Johannes 17, het ‘hogepriesterlijke gebed’ van Christus om eenheid van al de zijnen. Er werden vooral paasliederen gezongen. De opname van deze uitvaart werd de eerste grote live-uitzending op de Nederlandse tv. Mijn ouders huurden een toestel en zo werd dit mijn oudste tv-herinnering.
(2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, politiek, Tweede Wereldoorlog, vrouwengeschiedenis

Hiëronymus van Alphen

Posted on 30/12/2022

Ik ben een kind,
Van God bemind
En tot geluk geschapen.
Zijn liefde is groot;
’k Heb speelgoed, kleedren, melk en brood,
Een wieg om in te slapen.

*8 augustus 1746, Gouda – † 2 april 1803, ’s-Gravenhage

Hiëronymus van Alphen is vooral bekend van zijn kindergedichten. ‘Jantje zag eens pruimen hangen/ o! als eieren zo groot’ is de bekende eerste regel van het gedicht De Pruimeboom (1779). Door hun simpele opzet met eenvoudige en strakke rijmschema’s konden zijn gedichten gemakkelijk uit het hoofd geleerd worden. Ze zijn vaak uit het oogpunt van het kind geschreven. Deugden als gehoorzaamheid, bescheidenheid en eerbied voor de ouders en voor God moesten spelenderwijs worden aangeleerd. ‘Mijn leren is spelen, mijn spelen is leren. En waarom zou mij dan het leeren verveelen?’ En ‘het is een vriend die je je feilen toont’. Nu vinden we de gedichten te braaf, maar in de achttiende eeuw waren ze in hun kindvriendelijkheid vooruitstrevend. Hier begint de Nederlandse kinderliteratuur. Van Alphens bundeltjes zijn veelvuldig herdrukt en ook vertaald in het Frans, Duits, Engels, Fries en Maleis.
Na het vroege overlijden van zijn vader, schepen in Gouda, verhuisde hij met zijn moeder naar Utrecht. Daar studeerde hij rechten en letteren toen hij met andere vrienden na het overlijden van een vriend een religieuze bekering doormaakte. Hij begon zijn gevoelens in poëzie te uiten. De gedichten sloegen aan. In 1783 publiceerde hij in dagboekvorm zijn godsdienstige overpeinzingen. In latere bundels poëzie voor volwassenen gaf hij ook uitdrukking aan zijn rouw en de troost die hij ondervond. Dat viel niet bij iedereen in goede aarde, want in een gedicht liet hij nogal onprotestants zijn overleden vrouw bij Jezus pleiten voor troostengelen voor haar gezin op aarde. Hij liet de kritiek langs zich afglijden.
Van Alphen was belezen en beheerste zeven talen. Na een betrekking als advocaat in Utrecht werd hij in 1789 stadspensionaris van Leiden en in 1793 thesaurier-generaal (minister van Financiën) van de Republiek. Toen de Republiek in 1795 ineenstortte legde Van Alphen als overtuigd orangist zijn functie neer. Hij verloor in deze jaren twee zoons, een kleinzoon en een schoondochter. Zijn tweede vrouw en een dochter kwamen in 1807 om bij de grote Leidse buskruitramp.
Net als zijn jongere tijdgenoot Bilderdijk werd hij wel gezien als voorloper van het godsdienstig Réveil in de volgende generatie. De dichter Willem Wilmink waardeerde zijn verre voorganger vanwege de breuk met een pedagogie die vooral de ‘inklevende verdorvenheid’ wilde inprenten. Het Godsbeeld werd een stuk vriendelijker! (2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: geschiedenis, kerkgeschiedenis, poëzie

Wang Zhiming

Posted on 30/12/2022

Jullie moeten de woorden van Boven volgen en opnieuw berouw tonen


*1907 – † 29 december 1973, Wuding (China)

In de beeldengalerij aan de westgevel van de Westminster Abbey met martelaren voor het geloof uit de twintigste eeuw wordt China vertegenwoordigd door Wang Zhiming.
Begin vorige eeuw waren er verschillende Britse en Australische zendelingen actief in de provincie Yunnan, hartje China. Vooral hun werk onder de Miao minderheid in de regio Wuding had resultaat. Na de communistische revolutie moesten de zendelingen vertrekken: christendom stond gelijk aan imperialisme. Maar de boodschap had wortel geschoten. In 1949 bevonden zich ruim 130.000 protestanten in Wuding. Wang had op christelijke scholen gezeten en was er ook tien jaar leraar geweest. In 1944 werd hij voorzitter van het kerkbestuur van Wuding en in 1951 geordineerd voorganger. Samen met vijf andere leiders van zijn kerk ondertekende hij in de jaren ’50 het manifest van de ‘Drie-Zelf-beweging’. Daarmee verklaarden kerken zich onafhankelijk van het buitenland en loyaal aan de communistische regering. Maar hij wilde niet meedoen aan het vernederen van grootgrondbezitters. ‘Mijn handen hebben veel bekeerlingen gedoopt en mogen niet worden gebruikt voor zonden’. Dat was al voor de Culturele Revolutie. Deze duurde van 1966 tot 1976. De wrede razernij van de jonge Rode Garde, opgehitst door Mao, vormt een van de zwartste bladzijden in de Chinese geschiedenis. Godsdienst werd helemaal verboden, kerken werden gesloten, christenen ontmoetten elkaar alleen nog in het geheim. Minstens 21 christelijke leiders in Wuding werden gevangengezet, ongeacht of ze een intellectueel waren of arbeider of zelfs partijlid. Ook moslims werden vervolgd. Menigeen werd gemarteld. Wang leverde kritiek op deze atheïstische campagnes. In 1969 werd hij samen met familieleden gearresteerd. Vier jaar later werd hij ter dood veroordeeld. Zijn executie vond plaats tijdens een massabijeenkomst van minstens 10.000 mensen. Maar daar waren veel christenen bij en er brak openlijk tumult uit.
Een van zijn kinderen pleegde in de gevangenis suïcide, twee zoons zaten negen jaar gevangen en zijn vrouw nog drie jaar. In 1980 werd Wang officieel postuum gerehabiliteerd. Hij kreeg, heel uniek, zelfs een standbeeld in eigen land. Godsdienst was niet langer verboden. Het aantal christenen in Wuding was in 1980 alweer vier keer zo groot als op het moment van de arrestatie van Wang.
De huidige godsdienstpolitiek van Xi Jingping is er een van ontmoediging en weer strenge controle. Toch zijn er voorspellingen dat China in 2030 het land met het grootste aantal christenen ter wereld zal zijn. ‘Het bloed der martelaren is het zaad van de kerk’, zo leerde ik al op de lagere school. (2022)

Posted in: Uncategorized | Tagged: China, kerkgeschiedenis

Charles Dickens

Posted on 11/12/2022

Ik heb er constant en serieus naar gestreefd om al mijn goede mensen enkele weerspiegelingen van het onderwijs van onze grote Meester mee te geven en de lezer onopvallend naar dat onderwijs te leiden als grote bron van morele goedheid

*7 februari 1812, Landport bij Portsmouth – † 9 juni 1870, Higham (Kent)

Geen kerstmis of A Christmas Carol is wel ergens in de tv-programmering terug te vinden. Een prachtig bekeringsverhaal: Ebenezer Scrooge, een norrige keiharde zakenman, verlaat zijn kantoor nadat hij met veel tegenzin zijn bediende een vrije kerstdag heeft gegeven. Maar in de kerstnacht verstoren geesten zijn slaap. Hij wordt herinnerd aan de kerstfeesten van zijn jeugd, krijgt een inkijkje in het armoedige leven van zijn bediende en een vooruitblik op zijn eigen begrafenis. De volgende morgen is de vrek veranderd in een opgewekte en kwistig uitdelende baas.
Charles Dickens verwierf zich met boeken als The Pickwick Papers, Oliver Twist, David Copperfield, A Tale of Two Cities een enorme lezerskring. A Christmas Carol uit december 1843 past in deze rij, ook door het cartoonachtige en humoreske van de karakters. Als geen ander liet Dickens in zijn romans de smerigheid, de kou, de honger en de wreedheden zien waarmee de industrialisatie en verstedelijking ten tijde van koningin Victoria gepaard gingen. Zelf had hij ook tussen de ratten moeten werken. Naast zijn tijd- en landgenoot Karl Marx droeg ook hij zo stevig bij aan het besef van grondige fouten in het maatschappelijk bestel.
Dickens was kerklid, maar had niet heel veel met de kerk op. Van dogma’s was hij zelfs een overtuigd hater. En hij was voor winkels open op zondag: dan konden arme arbeiders die zes dagen hadden moeten buffelen hun eten bij de bakker op laten warmen. Theologen vinden zijn kerstvertelling soms maar een humanistische verdunning van het Evangelie. Maar naar eigen zeggen waren zijn verhalen echt bedoeld als gelijkenissen van het Nieuwe Testament. Voor zijn kinderen schreef hij zelfs een hele hervertelling van het Nieuwe Testament (pas in 1934 gedrukt). Ze moesten geen geloof hechten aan enghartige interpretaties van deze of gene tekst, maar zich wel laten leiden door de leer van het Nieuwe Testament in ruime zin.
En uit het Oude Testament kreeg A Christmas Carol als motto mee: ‘Zou er in een van de steden in het land dat de HEER uw God, u zal geven, toch iemand gebrek lijden, dan mag u dat niet koud laten. U mag uw hand niet op de zak houden.’ (Deuteronomium 15: 7)
2020

Posted in: Uncategorized | Tagged: literatuur

Johannes van Damascus

Posted on 11/12/2022

Wij vereren schepselen wanneer wij plaatsen en personen eren die God heeft verbonden met het werk van onze redding, voor en na de komst van de Heer

*plm. 675, Damascus – † 4 december 749, Jeruzalem

Een paar keer scheelde het niet veel of het christendom was net als de islam een godsdienst zonder plaatjes geworden. Het calvinisme met zijn beeldenstormen en witgepleisterde kerkmuren en alleen tekstborden was zo’n moment. Gelukkig mochten Rembrandt en de zijnen wel hun fantasie loslaten op Bijbelverhalen en was het drukken van geïllustreerde Bijbels geoorloofd.
Maar de heftigste strijd over het beeldverbod is in de achtste en negende eeuw gestreden. De Byzantijnse keizer Leo III de Isauriër meende dat het beeldverbod uit het Oude Testament door christenen net zo absoluut opgevat moest worden als door moslims. In 730 verbood hij alle afbeeldingen van Christus en de heiligen. Iconoclasten (tegen) en iconodoulen (voor) stonden lijnrecht tegenover elkaar.
Johannes de Damasker maakte in die situatie het theologische onderscheid tussen aanbidding (latreia) en verering (proskynesis). Alleen God kan aanbeden worden. Mensen die dankzij de goddelijke genade heilig zijn vereren we. Als hulpmiddel bij die verering kan gebruik worden gemaakt van afbeeldingen. Door de Menswording van de Zoon van God is de materie geheiligd. Daarom kunnen ook relieken van heiligen vereerd worden. God was ook in hun lichamen aanwezig. Maar de eerbied voor relieken of ikonen is geen aanbidding.
Johannes kwam uit een christelijke familie in Damascus. Zijn grootvader had als stadsprefect Damascus moeten overdragen aan de Arabische veroveraars. Zijn vader werd schatkistbewaarder van de kalief. Johannes werkte ook aan diens hof. Maar rond het jaar 700 werd hij monnik. Tot aan zijn dood woonde hij in het klooster Sint Saba bij Jeruzalem. Daar was hij ooggetuige van de islamisering van het oostelijk deel van het Byzantijnse Rijk.
Damascenus had de gave van het woord. Zijn bijnaam was Chrysorroas, ‘Gouden Stroom’. Hij schreef belangrijke preken en verhandelingen over het geloof. Als een van de eersten nam hij ook allerlei gedachten van de islam op de korrel. Verschillende hymnen van zijn hand maken nog steeds deel uit van de liturgie in kerken van het oosten. Zijn toespraken over de beeldenverering werden eerst op de lijst van verboden geschriften geplaatst. Maar het Tweede Concilie van Nicea (787) veroordeelde het iconoclasme en rehabiliteerde hem postuum. Hij geldt sindsdien als laatste van de grote Griekse kerkleraren.
We mogen dus vrolijk het Christuskind in een kerststalletje leggen, omringd door heilige en onheilige figuranten in hout of speksteen. (2020)

Posted in: Uncategorized | Tagged: kerkgeschiedenis, kunst, spiritualiteit

Dorothy Day

Posted on 11/12/2022

We kunnen tot op zekere hoogte de wereld veranderen. We kunnen werken aan een oase, aan een kleine cel van vreugde en vrede in een gekwelde wereld. We kunnen een steen in de vijver gooien en vertrouwen dat de cirkel zich de wereld rond zal verwijden. 

*8 november 1897, New York – † 29 november 1980, Manhatten

Ze wilde geen heilige genoemd worden, want dan word je maar aan de kant gezet. Maar paus Franciscus noemde haar in 2015 voor het Amerikaanse Congres een van de groten in de Amerikaanse geschiedenis, naast Abraham Lincoln, Martin Luther King en Thomas Merton.
Als kind was ze gedoopt, maar ze kreeg geen religieuze opvoeding. Ze was wel gefascineerd door wat buurkinderen over heiligen vertelden en had ook wel eens geoefend in bidden voor het slapen gaan. Als twintiger had ze een turbulent leven, vol protest en engagement. Communisten, anarchisten en intellectuelen waren haar beste vrienden. De Russische revolutie was prachtig en godsdienst was opium voor het volk. Ze werkte als journalist in New York en schreef voor verschillende linkse kranten. Ze had meerdere relaties en onderging een abortus.
Ondertussen bleef God haar achtervolgen. Het verlangen naar een spiritueel leven leidde in 1927 tot de toetreding tot de Rooms-Katholieke Kerk. Het betekende allerminst het einde van haar kritische kijk op de samenleving, eerder een verdieping ervan. Maar dat kon het einde van haar huwelijk niet verhinderen. Vroegere vrienden vonden dat ze verraad pleegde. Gelukkig kruiste Peter Maurin haar pad, een oudere praatgrage filosoof. Ze ervoer het als gebedsverhoring. Hij zag haar verlangen om het geloof uit te dragen onder arbeiders. Uit hun ontmoetingen groeide het idee van een krant: de Catholic Worker. Het eerste nummer verscheen op 1 mei 1933. Met dit blad verspreidden ze hun gedachten over een beweging van concrete navolging van Christus en solidariteit met de allerarmsten. Zonder naastenliefde te romantiseren: armen stinken en zijn niet dankbaar. Toen er daklozen op de stoep van het kantoor van de krant verschenen moest ze laten zien dat het menens was. Het werd het begin van een wereldwijd netwerk van ‘huizen van gastvrijheid’, op dit moment zo’n 130, tot in ons land toe.
Maar ze wilde niet alleen symptomen bestrijden. De strijd tegen ‘dit smerige tot op het bot verziekte systeem’ moest worden gestreden. Conflicten met bisschoppen en opzeggingen van abonnees nam ze op de koop toe. Die kreeg ze vooral door het principiële pacifisme van haar beweging. Ze was tegen het gebruik en het testen van kernwapens, tegen de Vietnamoorlog. Haar acties brachten haar ook wel eens in de gevangenis.  (2020)  

Posted in: Uncategorized | Tagged: politiek, vrouwengeschiedenis, VS

Agnes Sanford

Posted on 11/12/2022

Alleen de hoeveelheid van God die we in ons toelaten zal voor ons werken

*4 november 1897, China – † 21 februari 1982, Monrovia (Californië, VS)

‘Gebedsgenezing’ is een hachelijk thema. Homoseksuelen zijn eraan onderworpen alsof hun geaardheid een ziekte is of een vorm van demonie. Zieken werden soms gedwongen medische behandelingen achterwege te laten. En menigeen die niet genas kreeg een schuldgevoel aangepraat over gebrek aan geloof.
Maar de positieve getuigenissen liegen er ook niet om. Een eeuw geleden begonnen voorgangers en gemeenteleden uit verschillende kerken in de Anglicaanse wereld praktijken van gebed, handoplegging en geestelijke begeleiding te ontwikkelen, gericht op allerlei noden van geest, ziel en lichaam. Ze zagen in dat de Kerk niet alleen een boodschap van intellectuele en morele verandering heeft, maar ook van emotionele vernieuwing. En opvallend is de grote rol die vrouwen speelden in de bewegingen van ‘charismatische vernieuwing’ die zo ontstonden.
Agnes Mary White, een van die pioniers, was de dochter van een zendelingenechtpaar in China. Haar was geleerd dat de genezingswonderen in de Bijbel beperkt zijn tot de apostolische tijd. Maar toen ze tijdens haar onderwijzersopleiding in de VS een operatie onderging had ze een bijna-dood-ervaring. ‘Er moest meer zijn!’ Ze ontwikkelde een grote gevoeligheid voor de emoties van anderen. Ze trouwde met predikant Ted Sanford en werd moeder. Maar bij de geboortes werd ze depressief en zelfs suïcidaal. Tot bij een handoplegging en een gebed door een Episcopaalse pastor haar depressie verdween. Hij zette haar aan tot schrijven en tot Bijbelstudie. En ze moest zelf maar gaan bidden voor de zieken die ze steeds naar hem doorstuurde. Zo ontstonden er gebedsbijeenkomsten voor zieken, met geestverwanten die soms uit hun kerk waren gezet, en gebedspastoraat aan gewonde militairen. Ze leidde her en der conferenties voor voorgangen en hun echtgenoten. En ze schreef tientallen boeken over allerlei aspecten van ‘innerlijke genezing’, met een grote verspreiding.
Visualisatieoefeningen waren een belangrijk onderdeel van haar werk aan ‘genezing van de herinneringen’. En vanaf Het helende licht uit 1947 tot haar laatste boek Creation waits (de schepping wacht) uit 1977 schreef ze niet alleen over emotionele en lichamelijke genezing, maar ook over de wonden en zonden van naties en de ecologische crisis. Misschien overdreef ook zij soms de mogelijke effecten van gebed. Maar haar boeken getuigden van groot psychologisch inzicht in de innerlijke schade die we kunnen oplopen. En van grote vreugde over de krachten van genezing die God in zijn schepping heeft gelegd. Wat haar betreft was de ‘genezende energie’ die ons ter beschikking is gesteld óók de reden waarom laboratoria op zoek moeten naar vaccins als zich nieuwe ziektes aandienen. (2020)

Posted in: Uncategorized | Tagged: spiritualiteit, vrouwengeschiedenis
« Vorige 1 2 3 4 5 6 7 … 20 21 22 23 24 Volgende »

Welkom op de weblog van Harmen Jansen
theoloog, predikant van de Protestantse gemeente te Winsum-Halfambt (Gr.)

Tweets by @HarmenGJzn Follow @HarmenGJzn

Heiligenkalender bevat de schrijfsels uit de rubriek 'Geloofsgetuigen' in Geandewei en Protestantse Kerkbode. Op alfabetische volgorde en kalendervolgorde. Gestart 1-1-2014

Email: dshjansen@gmail.com

portret verkleind

Copyright © 2023 Harmen Jansen.

Theme by ThemeHall.