Jacob Juch

Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten (Matt. 18: 10)

*20 maart 1895, Veenendaal – † 26 maart 1943, Sachsenhausen

Jacob Juch staat in de canon voor de gehandicaptenzorg. Hij heeft enorm veel betekend voor de verbetering van de zorg voor kinderen en volwassenen met geestelijke beperking, toen nog zwakzinnigen geheten. Hij was de kleinzoon van een predikant van de Afscheiding. In 1919 werd hij onderwijzer ‘BLO’ aan het gereformeerde ’s Heeren Loo in Ermelo. Al in 1923 kreeg hij het vertrouwen om de leiding op zich te nemen van de nieuwe Dr. Mr. Willem van den Berghstichting. De Provinciale Staten van Zuid-Holland hadden aangedrongen op een tweede vestiging van ’s Heeren Loo. Bij Noordwijk werd een goedkoop stuk grond gevonden.
Juch zorgde voor een vernieuwde aanpak. Er kwamen kleine paviljoens in plaats van grote, voor maximaal twintig bewoners van verschillende niveaus en gedacht vanuit de eenheid van onderwijs en opvoeding. Er was geen klassenverpleging. Stafleden en bewoners kregen dezelfde warme maaltijd. Het accent verschoof van verpleging naar onderwijs en activering. Er kwam een ‘Arbeidsdorp’ met huisjes voor bewoners die in het eigen tuinbouwbedrijf werkten. Juch verdiepte zich persoonlijk in zijn pupillen om te zien hoe hun begeleiding verbeterd konden worden. Vastbinden beschouwde hij als een regelrechte marteling. Er kwamen ophangbedden. En kinderen de hele dag apathisch laten zitten of liggen was ook afgelopen. Activering met aangepaste toestellen en met programma’s die inspelen op het gevoel voor ritme, kleur en geluid had effect. In de overdekte ‘Wintertuin’ met planten en zandbakken kon het onder aangename temperatuur. Het lopen in een molentje, duwen van een treintje of ritmisch bewegen van een plankier met de voeten stimuleert de vitale impuls van de gehandicapte. En zo werd de slaap beter, werd onzindelijkheid beter hanteerbaar en verdween de beruchte ‘idiotenstank’ van de afdelingen.
De vernieuwingen zijn gebleven. Zijn aanpak kreeg wetenschappelijke erkenning. Zijn Wintertuinconcept werd internationaal bekend. Hij kreeg in 1939 een koninklijke onderscheiding en stond op de nominatie voor een eredoctoraat van de Universiteit van Zürich toen de oorlog uitbrak.
Godsdienst was een belangrijk deel van het curriculum van het onderwijs van de verplegenden. Tijdens de bezetting werkte Juch niet mee aan het laten registreren van joodse pupillen. En hij verstopte spullen voor de bezetter. In 1942 werd hij door een medewerker verraden en is hij afgevoerd naar kamp Sachsenhausen. Zijn correspondentie is helaas door de familie vernietigd. Maar er werd verteld dat hij meer dan eens huilde omdat hij zijn instelling en gezin moest achterlaten. En dat hij een onwrikbaar geloof had. Op 26 maart 1943 is hij door algehele uitputting om het leven gekomen.

2019

Overige boeken en bijdragen

Door Simon gezien. Anderhalve eeuw theologisch debat in het Nederlandse protestantisme over de opstanding van Christus. Een systematisch-theologische studie, Zoetermeer 2002 (dissertatie)

Drie preekschetsen, in: ‘Postille 2003-2004’, Zoetermeer 2003

Vijf stenen, vijf broden. Bijbelse kernwoorden van spiritualiteit. Uitg. Narratio, 2007

Zie hierbij ook de lezing van prof. dr. Maarten den Dulk, 2008




Bijdragen aan de Bijbelse Dagkalender 2015 en 2016, uitg. Boekencentrum

Joseph Wresinski



Waar mensen in diepe armoede moeten leven, worden de rechten van de mens geschonden. Samenwerken om die te herstellen is een heilige plicht

*12 februari 1917, Angers (Fr) – † 14 februari 1988, Parijs

Een van zijn boeken heet ‘De armen zijn de kerk’. Op allerlei manieren nam hij het op voor de economisch daklozen. Slachtoffers van armoede en uitsluiting moeten behandeld worden als leermeesters, zodat we begrijpen hoe armoede ontmenselijkt.
Pater Wresinki is de oprichter van de beweging ATD Vierde Wereld die wereldwijd nog steeds mensen samenbrengt in de strijd om armoede uit te roeien. Zo´n 400 vrijwilligers werken in 30 landen samen met gezinnen en sympathisanten. ATD staat voor Aide à Toute Détresse, All Together in Dignity, Allen voor waardigheid.
Zijn vader kwam uit Polen, zijn moeder uit Spanje. Emigranten waren in Frankrijk vlak na de Eerste Wereldoorlog ongewenst. Het gezin leefde in een interneringskamp en daarna in een achterstandsbuurt. Een kamermuur was gemaakt van sinaasappelkistjes beplakt met krantenpapier. Om het gezin te helpen om rond te komen moest hij als jongetje etensresten halen bij het klooster, kolen rapen bij de gasfabriek en de slager helpen met vlees rondbrengen. Na de lagere school werd hij bakkersleerling.
Als hij in aanraking komt met een katholieke jeugdbeweging wil hij priester worden. Een gulle geefster betaalt zijn opleiding. In 1956 vraagt de bisschop hem om naar het daklozenkamp Noisy le Grand aan de rand van Parijs te gaan. Daar proberen 252 gezinnen in de modder en in de kou te overleven. Met de gezinnen richt Wresinksi de vereniging ATD op. Hij bouwt naast de gaarkeuken een bibliotheek. Er komt een kleuterschool, een werkplaats, een wasserette, een kapel. Er wordt theater gemaakt. Hij richt ook een instituut op om de oorzaken van armoede te onderzoeken. En in de jaren ’60 sluiten veel jongeren uit verschillende landen zich bij hem aan als hij een internationaal vrijwilligersnetwerk opricht.
Hij werd lid van de Sociaal-Economische Raad van Frankrijk. Deze Raad nam in 1987 zijn armoederapport aan. En op 17 oktober van dat jaar kwamen 100.000 mensen samen op het Plein van de Mensenrechten in Parijs voor zijn inhuldiging van de eerste gedenksteen ter ere van slachtoffers van extreme armoede. Hij heeft niet meer meegemaakt dat de Verenigde Naties 17 oktober hebben ingesteld als Werelddag van verzet tegen extreme armoede. Zijn visie op cultuur als wapen tegen uitsluiting komt in ons land tot uitdrukking in het werk van een naar hem genoemde stichting die theater maakt met daklozen.

2019

Giuseppe Tedeschi

De favorieten van Jezus zijn de armen en zij die behoeftig zijn. En het Evangelie leert dat corruptie, leugen en onrecht hun woede oproepen

*3 maart 1934, Jelsi (It) – † 2 febr. 1976, La Plata (Arg.)

De ‘Vuile Oorlog’ moet 30.000 mensenlevens hebben gekost. Het kolonelsregime van Videla dat in 1976 de macht in Argentinië van Isabel Perron had overgenomen ging politieke tegenstanders met geweld te lijf, waaronder veel priesters en nonnen.
Aan die staatsgreep was ook veel geweld voorafgegaan. Het trof ook een Italiaan. Als zestienjarige was hij naar Argentinië gekomen. Bij de paters Salesianen vond hij een geestelijk thuis en bekwaamde hij zich als meubelmaker voordat hij het priesterseminarie inging. Na eerste ervaringen als priester verruilde hij het comfort van de parochie voor een nieuwe sloppenwijk van Buenos Aires, Villa Itat. Er woonden zo’n 12.000 migranten uit het binnen- en buitenland zonder riolering, electriciteit of bestrating. In de geest van de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologie, maar tegen de zin van de kerkleiding, koos hij ervoor om als priesterarbeider bij de armen te leven. Ze waren vaak ongedocumenteerd en werkloos. Timmerman José organiseerde coöperaties voor bestrating, electriciteit en gezondheidszorg, eenvoudige woningbouw, een bibliotheek, hulp tegen geweld. Hij werd ook verliefd en ging samenwonen. Kerst vierde hij met lange tafels voor alle buren.
Er waren maar 18 kranen op 10.000 krotten. De reactie van de minister van sociale zaken op zijn actie voor een betere watervoorziening was dreigend. Een medewerker werd gekidnapt. José belegde een gedachtenisviering met delen van brood. ‘Zo blijft hij onder ons’. Twee dagen later arriveerden er in plaats van de toegezegde extra kranen drie gewapende mannen. Onder de dreiging dat ze ook de zwangere Juanita mee zouden nemen liet hij zich afvoeren. Enkele dagen later werd zijn lichaam doorzeefd met kogels en met tekenen van marteling op straat aangetroffen.
Een maand later werd de MEHD opgericht, een oecumenische mensenrechtenbeweging,
‘als een resultaat van de gulle toewijding die José aan onze armste mensen betoonde’. In Villa Itat bleef men nog lang spreken over Padre José: ‘een echte christen’.
Een Italiaanse consul erkende later dat de diplomaten hadden geëxcelleerd in voorzichtigheid. In ons land bepleitte Neerlands Hoop tevergeefs een boycot van het WK voetbal van 1978. De deelname van een zekere Zorreguieta aan het Videla-regime bezorgde ons veel nationaal gedoe. En het duurde lang voordat de Dwaze Moeders ook de RK kerkleiding in beweging kregen om onderzoek te doen naar de steun aan het geweld en om het boetekleed aan te trekken.

2019

Charles Kingsley

De Bijbel is onterecht gebruikt als een leidraad voor dienders, als opium om lastdieren koest en armen in het gareel te houden

*12 juni 1819, Holne Vicarage – † 23 januari 1875, Eversley (GB)

Marx sprak in soortgelijke woorden. Onafhankelijk van Marx gebruikte Kingsley dezelfde vergelijking. Met een ander doel. Kingsley was een van de eerste christensocialisten. Als twaalfjarige scholier was hij getuige geweest van een arbeidersopstand in Bristol: drie dagen van rellen in de stad met gebroken winkelruiten, brandende gebouwen, geroofde vaten brandewijn die in brand vlogen en opstandelingen verschroeiden, verminkte lijken op straat. Zijn afgrijzen maakte pas veel later plaats voor begrip.
Het revolutiejaar 1848 bracht in heel Europa politieke onrust. In Engeland roerde zich de Chartistenbeweging. Na een uiteengejaagde demonstratie in Londen probeerde dominee Kingsley samen met gelijkgezinden een brug naar hen te slaan, op Waterloo Bridge. Ze begonnen een weekblad: Politics for the people om vraagstukken te behandelen als het kiesrecht en de verhouding van kapitalist en arbeider. ‘Als wij niet meevoelen met hun ellenden, zijn wij niet in staat te beoordeelen de geneesmiddelen, die zij zelf voorstellen of die anderen voor hen hebben voorgesteld.’ Kingsley verontschuldigde zich voor de voorgangers waaronder hij zelf die niet hadden laten zien dat Bijbel ‘een Godsstem tegen tyrannen, leeglopers en kwakzalvers’ is.
Het blad was geen lang leven beschoren. En ook de opvolger ervan The Christian Socialist had geen duidelijke economische visie. Maar een kritische preek in 1851 over de boodschap van de kerk aan de werknemers leverde hem wel een preekverbod op. Voor even. Hij was spraakmakend. Uiteindelijk schopte hij het tot kanunnik van de Westminster Abbey, beroemd om zijn vele sociale en historische romans, kinderboeken, gedichten en meeslepende lezingen en preken.
De liefhebber van sport en van de jacht bepleitte een ‘gespierd christendom’. En Kingsley verzette zich tegen de stroming in de Anglicaanse Kerk die naar het rooms-katholicisme neigde. Maar hij was ook bevriend met Charles Darwin. Kingsley vond het wel een edele gedachte om te geloven dat God eerder een paar oorspronkelijke vormen had geschapen die in staat waren zichzelf te ontwikkelen in andere en beter aangepaste vormen, dan dat er steeds nieuwe scheppingsdaden hadden moeten plaatsvinden voor nieuwe soorten.
Het christensocialisme heeft her en der in de loop van de tijd heel verschillende gedaantes gekregen. Laten de gele hesjes op Europese straten zien dat de boodschap van een noodzakelijke evolutie naar meer sociale rechtvaardigheid ook nu nog actueel is?

(2019)

Franz Rosenzweig

De ster van de verlossing is een gelaat geworden dat naar mij ziet en waaruit ik zie


*25 december 1886, Kassel, – † 10 december 1929, Frankfurt am Main

Jezus is waarschijnlijk niet op 25 december geboren. Franz Rosenzweig wel. Hij was een Duitse Jood en auteur van De Ster van de Verlossing. De ster in de titel verwijst niet naar de vijfpuntige ster bovenop de christelijke kerstboom, maar de zespuntige Davidsster van het jodendom. Het boek werd enorm belangrijk voor de joods-christelijke dialoog.

Rosenzweig kwam uit een liberaal-joods gezin in Kassel. Tijdens zijn studie bediscussieerde hij met twee neven en met Eugen Rosenstock de noodzaak christen te worden. Hij besloot juist praktiserend jood te worden, volgde joodse studies en begon over het joodse denken te schrijven. In 1915 kwam hij in het Duitse leger. Tijdens zijn legering in de Balkan ontmoette hij moslims. Op briefkaarten naar zijn moeder begon hij aantekeningen voor een boek te maken. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog en de demobilisatie kwam op basis daarvan De Ster tot stand.

In dit weerbarstige, originele, grote boek rekent hij af met de grote denksystemen van Europa die in zijn ogen tot de Eerste Wereldoorlog hadden geleid. Daartegenover zet hij de betekenis van religie. In filosofische taal onderzoekt hij het denken in verschillende godsdiensten over de driehoek God,  mens en wereld. Vervolgens maakt hij een driehoek van de grote waarheden van Schepping, Openbaring en Verlossing. Deze driehoeken over elkaar heen gelegd vormen de ster die naar het leven leidt. Rosenzweig komt tot een diepgaande vergelijking van jodendom en christendom. Ze horen bij elkaar als vuur en licht. In het boek valt ook de respectvolle benadering van de islam op, ook al vindt hij islam ‘plagiaat van de Bijbel’.

In 1920, rond de voltooiing van het boek, trouwt hij en krijgt hij de leiding van het Vrije Joodse Leerhuis in Frankfurt. Maar door de progressieve spierziekte ALS raakt hij in twee jaar tijd zo goed als volledig verlamd. Zijn vrouw ontwikkelt dan een manier van communiceren waardoor er toch publicaties tot stand kunnen komen. Samen met Martin Buber werken ze zo aan de vertaling van de Hebreeuwse Bijbel in het Duits. De vertaalprincipes van deze beroemde Buber-Rosenzweig-Bibel werken nog altijd door in debatten over bijbelvertalen. Als Rozenzweig overlijdt zijn ze tot Jesaja 53 gekomen, over de dienaar van Adonai die als een lam ter slachting wordt geleid.

Even later komt Hitler aan de macht en begint de slachting van Europese Joden, met verplicht de ster op de borst. In de laatste zinnen van De Ster staan de woorden van de profeet Micha:  ‘in eenvoud wandelen met je God.’ Moesten we maar doen.

(2015)

Clara van Assisi


Plm. 1194, Assisi, Umbrië – 11 augustus 1253, San Damiano, Assisi

‘Wie gekleed gaat kan niet met de naakte strijden, want hij die iets aan heeft waaraan hij vastgehouden kan worden, wordt sneller naar de grond gewerkt’

Clara werd geboren als dochter van een edelman. Met Franciscus van Assisi stond ze vooraan in een nieuwe beweging van mannen en vrouwen die zich afkeerden van een leven in weelde en bezit. Hun middeleeuwse voorloper van de Occupy-beweging was begonnen op het moment dat Franciscus publiekelijk al zijn rijkeluiskleren uittrok om voortaan als bedelmonnik door het leven te gaan. Met zijn hulp verliet ook Clara het ouderlijk huis om Vrouwe Armoede te trouwen. Samen stichtten zij de Arme Vrouwen van San Damiano. Op 18 maart 1212 legde ze in Portiuncula haar geloften af in de handen van Franciscus. Kort erna werd zij gevolgd door haar zuster Agnes. Ook hun moeder zou zich later bij hen aansluiten. De Clarissen oefenden met hun sobere leven van gebed al snel op veel vrouwen in Europa grote aantrekkingskracht uit. De leefregel die ze als eerste vrouw in de geschiedenis voor een kloosterorde schreef werd pas op haar sterfbed door paus Innocentius IV goedgekeurd. Twee jaar na haar dood werd zij heilig verklaard. 11 augustus werd haar gedenkdag. Haar naam werd ook in de Nederlandstalige gebieden als doopnaam populair. Haar stoffelijke resten zijn nog steeds te zien in een van de kerken in Assisi.

Franciscus heeft haar vaak om raad gevraagd. Er werd zelfs geroddeld over hun diepe vriendschap. Toen hij daarom besloot om meer afstand te bewaren, protesteerde de natuur door prompt rode rozen te laten bloeien, zegt de legende.

Het citaat hierboven komt uit een brief aan Agnes van Praag, een prominente volgeling, een prinses. Ze noemt haar ‘bruid, moeder en zuster van mijn Heer Jezus Christus’, omdat ze ook koos voor een leven in heilige armoede. Christus kwam in de wereld delen in de armoede van mensen, om hen te laten delen in de rijkdom van Gods koninkrijk. Hij had geen andere plaats om zijn hoofd neer te leggen dan de armoede. Hij legt zijn hoofd dus bij je neer als je in die zelfde armoede leeft. Een prachtig intiem beeld.

En inderdaad, Iphones, tablets, koffiemachines en andere onmisbare ‘hardware’ liggen nogal hard. Evenals die flatscreens waarop je maar zelden iets ziet dat lijkt op inspiratie door de boodschap van Clara, en dat terwijl ze in 1958 door Pius XII tot patrones van de televisie was benoemd omdat zij tijdens een ziekte ooit in een visioen had gezien hoe de mis in de kerk verliep. Of het moest zijn als de huidige paus weer de publiciteit haalt die zich laat noemen naar haar grote vriend.

(2014)

Willem Teellinck

Het gebeurt nu en dan aen die zielen die daer beginnen oprechtelijcken de verlatinghe des wereldts ende de verloocheninge hares selfs te betrachten om Christum te vinden, dat zy vinden hare siele ende gemoet vrij zijnde van commerlijcke bedenckingen ende ydele gedachten ofte snoode lusten der sinnen ende des vleesches

*4 januari 1579, Zierikzee, – † 8 april 1629, Middelburg

Je kunt hem de eerste Nederlandse puritein noemen. Puriteinen streefden naar doorwerking van het geloof in het hele leven. De reformatie van de leer en de liturgie en de kerkelijke organisatie alleen was niet genoeg. Dorpen en steden waren nog teveel ‘loopgoten van zonden’. Mensen moesten komen tot een gestructureerd meditatief en spiritueel leven waarin ‘de oude mens’ daadwerkelijk sterft. De Nadere Reformatie begon in Zeeeland.

Vader Joost Teellinck was schepen en burgemeester te Zierikzee en goed bemiddeld. De vier zoons studeerden allen rechten. Willem reisde jarenlang Europese universiteiten langs. Tot hij in 1603 in het Engelse Banbury verzeild raakte tussen puriteinen. Teellinck kwam met een Engelse vrouw terug om in Leiden theologie te studeren. Twee jaar later werd hij predikant in Haamstede en Burgh.

Als de boeren ’s morgens vroeg gingen melken zagen ze in de studeerkamer van de dominee vaak nog licht branden. Tot de wel zestig boeken van zijn hand behoren vertalingen van de puritein William Perkins. Zelf werd hij wel ‘de gereformeerde Thomas a Kempis’ genoemd. Hij citeerde De navolging van Christus van twee eeuwen eerder.

Vanaf 1613 was hij predikant in Middelburg. De kerken zaten vol en 66 procent van de stad ging ook naar het Avondmaal, zo is berekend. Hij bepleitte meer zondagsrust en zorg voor de armen, sobere kleding en een verbod op kermis, dansen en duinrijden. Zelf verwelkomde hij iedere zondag arme gemeenteleden bij de maaltijd.

Subtiel was hij niet. Het menselijk lichaam noemde hij ‘een maden-sack’ en het Oude en Nieuwe Testament ‘de twee borsten Gods, waaraan Zijn kinderen zuigen’. De dronkaard die vond dat het bier niet voor de ganzen gebrouwen was kreeg te horen dat de hel ook niet voor de ganzen gemaakt was.

Met boeken als Huijsboeck en Sleutel der Devotie werd het godsdienstig leven in het gezin bevorderd. Dat betekende matigheid bij de maaltijden, moeder de vrouw niet langer mishandelen, thuis doorpraten over de preek, kinderen leren om zelf bij de maaltijden een vrij gebed te doen.

Terwijl de Gouden Eeuw begon en Piet Hein de zilvervloot veroverde bleef er door de toenemende innerlijke discipline extra over voor nieuwe winstgevende investeringen!

2019