Maak mij recht eenvoudig, stil in den gebede, afgezonderd in uw vrede
*25 november 1697, Moers – † 3 april 1769, Mülheim an der Ruhr
Tersteegen is een leketheoloog uit het Rijnland. Hij is vooral bekend gebleven door zijn bloemrijke verzameling liederen uit 1729, Geistliches Blumengärtlein inniger Seelen. Het Liedboek van 2013 heeft er nog drie uit deze tuin geplukt. Naast een morgenlied (244) het lied voor de geestelijke pelgrims ‘Komt kinderen, niet dralen’ (799) het lied ‘God is tegenwoordig’ (906). En het lied dat ooit een Duitse postzegel haalde bij gebrek aan een portret van Tersteegen is hier veel gezongen als ‘Ik bid U aan, o macht der liefde’. Het zijn monumenten voor het protestantse piëtisme.
In de achttiende eeuw begint het rationalisme van de Verlichting Europa te betoveren. Piëtisten vragen dan attentie voor een andere verlichting. Woont Gods wil in ons? Hoe raken we vervuld van de Liefde? Het zijn de oude vragen van de mystiek. Daardoor doorbrak het piëtisme de kerkelijke hokjes. Tersteegen was protestant maar had niet veel op met calvinistisch getob over een eeuwige voorbeschikking. Hij bleef lid van zijn kerk, maar kwam er niet veel. En ruim 25 jaar werkte hij aan een groot boek met levensbeschrijvingen van ‘heilige zielen’, waaronder ook rooms-katholieke mystici.
Al jong was het schrijven, vertalen en publiceren van geestelijke geschriften begonnen. Hij vertaalde werk uit de Nadere Reformatie in ons land. Toen Tersteegen geboren werd behoorde het graafschap Moers tot het bezit van de Oranjes. Tersteegen kon daardoor in het Nederlands corresponderen met de aanhangers die hij hier had. Hij schreef honderden brieven.
Eigenlijk had hij zijn jonggestorven vader als koopman moeten opvolgen. Op school had hij ook geleerd, maar er was geen geld voor een universitaire studie. Als bandwever werkte hij alleen voor zover echt nodig, want zijn sobere vrijgezellenbestaan stond vooral in het teken van de ‘innigheid’. Hij is wel vergeleken met een Russisch-orthodoxe starets of de zaddik uit het chassidische jodendom. ‘De vergenoegste gemeenzaamheit is de eenzaamheit’. Hij was een gewaardeerd prediker in de informele samenkomsten van geloofsgenoten. En in zijn huis in Mühlheim konden mensen behalve voor geestelijke bemoediging ook terecht voor poeders en zalfjes, want hij beoefende ook gratis geneeskunde. Het was kwakzalverij in de ogen van jaloerse artsen, net zoals predikanten moeite hadden met zijn vrije uitoefening van hun vak. De piëtisten werden in sommige Duitse landskerken niet geduld. Menigeen emigreerde. Deze emigratie beleefde tussen 1750 tot 1780 haar hoogtepunt. De herinnering van Tersteegen wordt onder andere nog gekoesterd onder de Amish in Amerika.
2019