
De geleerdste van allen is degene die van iedereen iets wil geleerd hebben. Wie van iedereen iets ontvangt, is uiteindelijk de rijkste van allen
*rond 1097 – † 11 februari 1141, Parijs
In de twaalfde eeuw werd de leergierigheid van Europeanen vooral aangewakkerd in kloosterscholen. Een voortrekkersrol vervulde de Augustijner abdij Sint Victor in Parijs, met de school die gesticht was door Willem van Champeaux. Er mochten ook leerlingen van buiten het klooster komen. Theologie was in deze tijd nog wetenschap die zo ongeveer alle andere kennis omvatte: muziek en logica, welsprekendheid en natuurkunde, kosmologie en geschiedenis. Nieuw was de ruimte voor nieuwe manieren van redeneren en bewijzen. Een aantal prominente geleerden uit deze school werden de Victorijnen genoemd. Ze vormden een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de christelijke theologie, vooral Hugo en Richard van St. Victor.
Hugo werd na zijn scholing in het Duitse Hammersleben na zijn intrede in 1115 kanunnik van deze abdij, onderwijzer en uiteindelijk schooldirecteur. Dat hij theoloog en mysticus was, kwam tot uiting in veel van zijn publicaties. Hij werd wel de ‘Tweede Augustinus’ genoemd. Niet alleen was hij een groot kenner van deze oude kerkvader, hij ontwikkelde zijn theologie ook verder. Hugo publiceerde een reeks boeken met belangrijke gedachten over zaken als de verschillende betekenisdimensies van de Bijbel of de werking en betekenis van de sacramenten. Behalve als geleerd stond hij ook bekend als eenvoudig, liefdevol en godvruchtig. Een mysticus.
‘Leer alles.’ Zijn bekendste geschrift werd het ‘Didascalicon’ (‘Over het onderricht’) uit 1127. Kennis kan je op weg helpen naar God! Hugo ontwierp een breed onderwijsprogramma, gericht op de ontwikkeling van persoonlijke deugden en kwaliteiten, meer dan op het verzamelen van kennis. In zijn visie hangen kennis en liefde nauw samen. Onbevangen liefde ziet scherper dan het oog dat beneveld is door wantrouwen en eigenbelang.
St. Victor was een van de scholen waaruit niet veel later de Parijse universiteit ontstond. De verschillende vakken werd steeds meer zelfstandige disciplines naast de theologie. Het ‘bachelor’ dat nu wereldwijd standaard is in het universitair onderwijs als diploma is in deze tijd in Parijs ontstaan.
Regelmatig is er fel debat over het onderwijs in ons land. ‘Wat je toetst is de vaardigheid om toetsen te maken, niet wat het kind kan en weet.’ ‘Onderwijs is geen vorming, maar vervorming.’ Er is te veel druk vanuit de overheid én van veeleisende ouders. Misschien moeten we terug naar het middeleeuwse ideaal van kennis in dienst van geestelijke en morele groei!
2019