Dan vraag ik als monnik aan andere monniken, wat heidenen aan heidenen verweten: wat moet al dat goud in het heiligdom?
Divers abdijen, een berg en een hondenras zijn naar hem genoemd. Kloosterstichter, theoloog, abt, leider van concilies, diplomaat, kruistochtprediker. Beeldbepalend voor het christendom van de twaalfde eeuw. De Bourgondische edelman trad in bij de cisterciëncers die kort ervoor in Citeaux (Cistercium) een klooster begonnen waren dat terugkeerde naar een strakke toepassing van de Regel van Benedictus. In de kloosters van Cluny werd daar namelijk de hand mee gelicht. Monniken lieten zich er bedienen! Kort erna werd Bernard stichter en abt van een nieuw klooster toevertrouwd: Clairvaux. Het werd een groot succes. De cisterciënzers keerden terug naar ‘bid en werk’ en stichtten hun kloosters in afgelegen gebieden om daar te leven wat hun eigen spitwerk op hun landerijen hen opbracht of het schrijfwerk in het scriptorium. Bij Bernards overlijden had Clairvaux meer dan 80 dochterstichtingen. De ‘schiere monniken’ – cisterciënzers kozen voor een licht habijt van ongeverfde wol – verschenen kort erop ook in onze streken. Klaarkamp en Aduard waren kloosters van de Clairvaux-tak. Tegen de kritiek van het jaloerse en machtige Cluny verdedigde Bernard zijn soberheid hartstochtelijk en welsprekend. Wat moeten kunstzinnig gebeeldhouwde gedrochten en gouden kroonluchters zo groot als molenstenen in kloosters? Beschilderde muren zijn misschien nuttig in parochiekerken, maar monnikenen leiden ze alleen maar van het gebed af. Cisterciëncer kloostergebouwen uit de begintijd schitteren dan ook vooral door de sobere gestrengheid van hun architectuur.
Bernard kreeg groot moreel gezag ook buiten de kloosters, met zijn inzet voor herstel van de vervallen christenheid. Politieke conflicten werden bijgelegd, het geestelijk leiderschap van de paus hersteld, machthebbers aangezet tot meer respect voor de bijbelse normen van rechtvaardigheid en barmhartigheid voor de arme. Meer dan 300 nagelaten preken en brieven getuigen van zijn strijd tegen neergang van het christendom. Ook theologisch wist hij van wanten. Minder aangenaam was Bernards optreden tegen de theologische ‘nieuwlichter’ Abelardus, bang dat de leerschool van de barmhartigheid zou gaan wijken voor geleerde nieuwsgierigheid louter om bevrediging van het intellect.
Bernard vertolkte de verschuiving van de gerichtheid van de devotie op de goddelijke verhevenheid van Christus richting zijn lijden en zijn menselijke beleving. Hier begint de ‘bloed- en wondenmystiek’ die eeuwen later in de Mattheüspassie van Bach tot een muzikale climax komt (over kunst in de kerk gesproken). Een hele serie preken is gewijd aan het Hooglied, over de mateloosheid van de liefde die uit God komt. Bij Bernard gaat dit allemaal samen met Mariaverering. Met troubadours, ridderromans en het ideaal van hoofse liefde begint Europa ‘romantisch’ te worden. Ook Bernard heeft zijn hart verpand aan een Vrouw. Vond hij in haar misschien zijn eigen diepbetreurde moeder Aleth terug?
Bernard was ook de man die op de heuvels bij de kathedraal van Vézelay in opdracht van de paus de tweede kruistocht predikte, na een noodroep van christenen uit Edessa die onder de voet gelopen werden door de Turken. Die liep volledig uit de hand, om te beginnen met verschrikkelijke jodenvervolgingen in het Rijnland. Hij heeft wel geholpen om de hoofdverantwoordelijke daarvoor aan banden te leggen. Maar Bernard is dus geen Franciscus en zelden zijn heiligen in álle opzichten navolgenswaardig.
(2016)