… melk en honing, samen gemengd, ter vervulling van de belofte aan de vaderen van ‘een land van melk en honing’. Want met de gave van zijn lichaam voedt Christus de gelovigen, door hun bitterheid te verzachten met de zoetheid van zijn woord.
Een vijftal kerken in ons land en een dorp dragen zijn naam en 13 augustus is zijn dag op de westerse heiligenkalender. Sinds 192 was Hippolytus priester te Rome. Hij had conflicten met verschillende opvolgers van Petrus ter plaatse. Over het ´hot item´ van de relatie tussen Christus als het Woord van God en God de Vader. En over de versoepeling van het boetebeleid. Als paus Calixtus in 217 een paar seksuele zonden aanwijst als zonden die met een boete wel weer ongedaan gemaakt kunnen worden, laat Hippolytus zich door volgelingen uitroepen tot tegenpaus.
Hij was een productief schrijver. Hij bestreed de gnostische ketters en hun neiging om meer eer te geven aan heidense filosofie dan aan de christelijke openbaring. Het oudst bekende christelijke commentaar op het bijbelboek Daniël is van zijn hand. In een geschrift over het thema van de antichrist bestreed hij het geloof in een 1000-jarig rijk. Een deel van zijn geschriften van is overigens pas in de negentiende eeuw weer ontdekt.
Een interessante informatiebron is zijn beschrijving van de liturgische praktijken en de organisatie van de kerk van Rome, de Traditio Apostolica. Nog steeds was het samen eten en drinken belangrijk, sociaal én spiritueel. Er worden niet alleen brood, wijn en water ‘geofferd’. Bij de wijding van een nieuwe voorganger komen er ook kaas en olijven op tafel. En bij doopplechtigheden melk met honing. Want het vleesgeworden Woord van God brengt je in het Beloofde Land. Dat het bij Hippolytus in de kerk zo goed mocht smaken lees je in de liturgische handboeken nooit terug.
Er flakkeren nog regelmatig christenvervolgingen op. In 235 verbant een nieuwe keizer hem samen met de nieuwe paus Pontianus naar Sardinië. De twee stierven daar, waarschijnlijk bezweken onder de onmenselijke omstandigheden in de mijnen. Al in 236 werden ze als heilige martelaars naar Rome overgebracht en begraven in de catacombe van Calixtus.
Een andere lezing is dat Hippolytus een militair was die als bewaker van de martelaar Laurentius onder de indruk raakte van de volharding van die man. Toen de keizer merkte dat ook Hippolytus tot de ‘sekte’ behoorde, liet hij hem door wilde paarden uiteen scheuren. Hippolytus werd daarom afgebeeld als ruiter of krijgsman met lans en de palmtak van overwinning, onder meer in het wapen van Middelstum. Maar deze legende lijkt verdacht veel op oude Griekse mythologie over een godenzoon Hippolytus en op de betekenis van zijn naam: ‘vernield door paarden’. Alleen ‘doet’ een bekeerde militair het natuurlijk beter dan een orthodoxe theoloog die geen water in de wijn van de christelijke leer doet en die inzet op een kerk met een eigen verhaal met eigen praktijken en duidelijke waarden.
(2016)