Het boek van de natuur en van de geschiedenis vormen niets dan verborgen tekens die de sleutel van de Heilige Schrift nodig hebben voor ontcijfering, en die het doel van haar ingeving is
Van beroep ambtenaar bij de douane in Koningsbergen, het pruisische universiteitsstadje dat nu in een Russische enclave ligt. Tegelijk een groot denker, een lekentheoloog. Hij vervaardigde compacte tekstcomposities waarin het wemelt van citaten uit filosofische geschriften van zijn tijd, uit oude Griekse of Romeinse auteurs, uit de Bijbel. Voor de lezer van nu volstrekt onbegrijpelijk zonder uitvoerige toelichting. Maar de ontwikkelde lezer van toen was onder de indruk van de inbreng die hier uit uitgesproken lutherse hoek op grote vraagstukken van zijn tijd geleverd werd.
Hamann had als jonge man tijdens een persoonlijke crisis een ‘hellevaart van de zelfkennis’ ervaren. Hoe volgestopt ook met literaire kennis, alleen de Heilige Schrift (een paar keer achter elkaar helemaal gelezen) had hem kunnen redden. Daarin gaat het boek open over wie we zijn. Genadige verlichting. Je mag er zijn mét al je hartstochten en impulsen.
En met deze ervaring gewapend kijkt hij naar zijn tijd. De Verlichting krijgt Europa steeds meer in de ban. Het licht van de Rede en de Natuur als onderwijzer van wat redelijk en goed is staat hoog op het voetstuk. Maar is de gezondheid van de rede niet de meest onbeschaamde roem die de mens zichzelf toezwaait? En Hamann loopt al vooruit op een moderniteit waarin de wereld en het leven uit zichzelf betekenisloos zijn geworden. Arme mens die helemaal zelf voor zingever van het universum moet gaan spelen.
Zijn commentaar is intelligent en ironisch. De ene keer speelt hij een rondvragende Socrates, de andere keer ‘ridder van het Rozenkruis’ die zijn laatste wilsbeschikking geeft (een toespeling op de vrijmetselarij, maar tegelijk op de Lutherroos) of een Sibylle, een profetes uit het antieke Rome. De denkers van zijn tijd en later waarderen het, ook al zijn ze het niet eens: Mendelssohn, Lessing, Herder, zijn plaatsgenoot Immanuël Kant, Goethe, Hegel. Maar ook minder geleerde mensen doen dat. Overal vandaan krijgt ‘de Wijze uit het Noorden’ brieven, komen mensen langs of nodigen ze hem uit voor een bezoek.
Deze hartstochtelijke minnaar van taal en schrift woonde ongehuwd samen met een analfabete vrouw, Regina. Binnen de bijbelse normen van liefde en trouw. De dominee had daar niet van terug en het Avondmaal is hem nooit geweigerd. Ook niet toen hij in zijn schrijfsels nadrukkelijk de lof zong op de seksualiteit als onderdeel van Gods goede schepping. Want aan Hamann lag het niet dat de Verlichting nog rare kinderen zou baren, zoals Victoriaanse preutsheid, dubbele seksuele moraal, vulgair exhibitionisme.
‘De meest oprechte christen die ik ooit heb ontmoet’ schreef een bevriende gravin.
(2016)