
We geven jullie maar één ding: het verlangen naar een beter leven, dat nu nog niet bestaat, maar dat eenmaal zal bestaan, een leven in waarheid en gerechtigheid
*22 juli 1878, Warschau
† plm. 7 augustus 1942, Treblinka
Deze zin komt uit de afscheidsbrief die Janusz Korczak meegaf aan kinderen die als ze 14 jaar waren zijn weeshuis verlieten. Hij was één van de grootste pedagogen uit de twintigste eeuw. Begaan met de weeskinderen in Warschau stichtte hij in 1912 Dom Sierot, een Joods weeshuis. Het werd ook wel De Republiek der Kinderen genoemd. Hier bracht hij zijn pedagogische ideeën in praktijk en ontwikkelde hij ze verder. Hij ging tot het uiterste om kinderen als volwaardige mensen tot hun recht te laten komen. ‘Kinderen hoeven geen mensen te worden, ze zijn het al.’ Daadwerkelijk naar hen luisteren stond steeds voorop. En voor geweld was er vanzelfsprekend geen plaats in zijn opvoeding. ‘Een kind dat geslagen wordt, leert slaan; een kind dat gerespecteerd wordt, leert respect’.
Voor het verschrikkelijk geweld van de Holocaust kon hij zijn kinderen niet behoeden. Hitler sloot de Joden van Warschau op in een groot ghetto. Door verzetsmensen zijn er duizenden Joden gered, maar er bleven er vele malen meer over. Korczak zat met 200 kinderen opgepropt in een te klein pand. In augustus 1942 moesten ze op transport naar Treblinka. Aanbiedingen om zelf onder te duiken had hij afgeslagen. Hij weigerde zijn kinderen te verlaten. Hij ging voorop in hun tocht naar de trein, stapte met hen de wagons in en uit en werd met hen vergast.
Korczak was geboren als Henryk Goldszmit in een geassimileerd Joods gezin. Hij had geneeskunde gestudeerd. Hij moest als arts in 1904 dienst doen in de Russisch-Japanse oorlog in Mantsjoerije en tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Oekraïne. Zijn pseudoniem had hij voor het eerst in 1898 gebruikt als schrijver. Hij publiceerde tal van kinderboeken, romans, pedagogische boeken, een toneelstuk, een kinderkrant. Radiopraatjes over zijn werk werden in 1936 door de Poolse overheid verboden. In Alleen met God, gebeden van een mens die niet bidt (1922) liet hij twee jaar na de dood van zijn moeder zijn worsteling zien met geloof en ongeloof. Als religieuze zoeker bleef hij dakloos.
Zijn gedachten vormden een belangrijke inspiratiebron voor het Kinderrechtenverdrag door de Verenigde Naties in 1989. In Nederland brengt de Janusz Korczak Stichting zijn ideeën onder de aandacht van zoveel mogelijk opvoeders.
2019