
Genade, zo oneindig groot,
dat ik die ’t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ‘k zien.
*24 juli 1725, Londen
† 21 december 1807, Londen
John Newton schreef Amazing Grace eind 1772 tijdens het voorbereiden van een preek over 1 Kronieken 17:16-17, waar David zich verwondert over Gods uitverkiezing van zijn familie. Pas in 1835 werd de tekst gekoppeld aan de tune genaamd ‘New Britain’ waarmee het echt beroemd werd. Het lied is gezongen door zangers en zangeressen als Elvis Presley, Johnny Cash, Aretha Franklin. Barack Obama zette het lied in bij de begrafenis van een slachtoffer van een racistische moord in Charleston. Bij ons combineerde Mieke Telkamp de melodie met ‘Waarheen, waarvoor’. Die draak van een tekst heeft het lied geen goed gedaan. Het ontbreekt in onze officiële liedboeken.
Newton had vanaf zijn elfde op zee gezeten en letterlijk en figuurlijk een stormachtig leven geleid. Hij had midden tussen slaven gezeten, had zeelui voor zijn ogen overboord zien slaan, en was jarenlang zelf slavenhandelaar geweest met The Greyhound, ook nadat het geloof langzamerhand wat voor hem was gaan betekenen. Pas rond 1754 kwam een definitieve ommekeer. Hij ging aan wal en bekwaamde zich via studie naast zijn werk tot voorganger. Zoals bij wel meer bekeringen speelde de lezing van ‘De navolging van Christus’ van Thomas a Kempis een rol, naast zijn moeder en zijn jeugdliefde.
Hij sympathiseerde met stromingen buiten de Anglicaanse Kerk, maar werd toch toegelaten als voorganger. Zestien jaar was hij predikant in het plaatsje Olney. Er moest een galerij in de kerk worden bijgebouwd. Hij lokte de depressieve dichter William Cowper naar Olney en schreef samen met hem de Olney Hymns.
Zijn autobiografie Genade brengt me thuis schreef hij in 1764, een in elf brieven zowel een liefdesverslag, een verslag van een zeereis, als een verslag van Gods ingrijpen in zijn leven. Ook andere boeken hebben vaak de briefvorm. Een ervan ontstond door correspondentie met onder meer met Helperus Ritzema van Lier, predikant te Kaapstad.
In 1779 werd hij dominee van de St. Mary Woolnot in Londen. Hier kreeg hij veel invloed op tal van mensen, waaronder de parlementariër en abolitionist William Wilberforce. Pas in 1788 publiceerde hij zelf zijn Gedachten over de slavenhandel, een spijtbetuiging over de verschrikkingen waaraan hij had meegewerkt. Alle parlementsleden kregen een exemplaar. Newton bleef preken tot zijn dood, op ’t laatst blind.
2019