Tot alles ben ik bereid, alles aanvaard ik, als Uw wil maar geschiedt in mij en in al uw schepselen
Charles de Foucauld wordt steevast genoemd als het gaat over evangelisch leven in een islamitische omgeving. Rond het jaar 1220 bepleitte Franciscus van Assisi al ‘een tweede manier om onder de Saracenen (= moslims) te leven’, namelijk door het getuigenis van een leven in dienstbaarheid en vrede. Alleen als daarvoor een opening zou zijn zou er in woorden getuigenis moeten worden afgelegd van de christelijke hoop. Franciscus was geen voorstander van het zoeken van het martelaarschap door een ongevraagd getuigenis met woorden. Toen een paar broeders op missie in Noord-Afrika het leven lieten, verheerlijkte Franciscus dit martelaarschap niet. Twee jaar later in de pauselijk goedgekeurde versie van Franciscus’ leefregel was deze ‘twee manier van leven’ echter verdwenen. De westerse kerk bleef de islam zien als een godsdienst die toch vooral door verkondiging van het Evangelie moest worden bestreden.
De Fransman de Foucauld maakte indruk door de manier waarop hij eeuwen later juist die tweede manier in de Algerijnse bergen praktiseerde. Als jongere gold hij eerst als onverschillig en onstuimig, hoewel ook intelligent en ijverig. De Frans-Duitse oorlog van 1870 bracht de nodige verhuizingen met zich mee. Hij verloor zijn geloof, las veel, liet het breed hangen, was ongedisciplineerd. Twee keer vocht hij in het Franse leger in Algerije. Een rusteloos levend mens: er volgen ontdekkingsreizen, relaties gaan aan en uit, dan een bekering tot het katholieke geloof, intrede in een trappistenklooster, verblijf in een dochterklooster in Syrië, weer uittreden, werk bij de Clarissen in Nazareth, wijding als diaken en priester. Langzamerhand wordt hem zijn ideaal wel duidelijk. Een nieuwe christelijke spiritualiteit die hij de ‘weg van Nazareth’ noemde. Hierin gaat het om het navolgen van de ‘verborgen Jezus’ zoals hij tot aan zijn openbare optreden leefde als arme en stille arbeider. Voor de Foucauld betekende dit een leven van gebed en meditatie en met een goed voorbeeld van vriendelijkheid. Hij deed dat eerst in Marokko en later onder de Algerijnse Toearegs, arm onder de armen. Hij verzorgde er een woordenboek Toearegs-Frans en een grammatica. Totdat plunderaars hem op een dag vastbonden. Hun dodelijke schot was per ongeluk.
Op dat moment had hij geen volgelingen. Pas in de jaren ’30 volgde in zijn geest de stichting van enige ordes. Zijn ideaal viel ook terug te zien in de priester-arbeiders in grote industriesteden of onder de arme boeren van Latijns-Amerika: het getuigenis van christen-zijn metterdaad. (2016)