Harmen Jansen

theologie, kerk en samenleving

  • Home
  • Heiligenkalender
  • Mijn publicaties
    • Mozesboek
    • Artikelen
    • Overige boeken
  • Activiteiten
  • Kerk en Theologie
    • Kerk
    • Theologie
  • Opgemerkt
  • Geschiedenis
  • Heiligenkalender januari-april
  • Heiligenkalender mei-augustus
  • Heiligenkalender september-december

Johannes Verkuyl – *Nieuw-Vennep, 16 januari 1908 – † Loenen aan de Vecht, 27 januari 2001

Posted on 26/12/2017

Het Evangelie dat via het persoonlijke getuigenis uitgaat, zal ook in het Westen niet ledig tot God weerkeren

Anderhalve eeuw lang bezat Nederland het land met de meeste moslims ter wereld. Op het dicht bevolkte Java werd Jo Verkuyl in 1940 gereformeerd zendingspredikant. De jonge dominee had theologie gestudeerd aan de Vrije Universiteit en studenten uit Nederlands-Indië begeleid. Hij was leerling van de zendingstheoloog J.H. Bavinck. Al in deze jaren bepleitte hij een verzelfstandiging van de Indische kerken en een positieve houding ten opzichte van het ontwakende nationale bewustzijn. God ging met de volken van Nederlands-Indië zijn eigen weg. Na de inval van Jappen werd hij met zijn gezin geïnterneerd. In het kamp ontstond de Progressieve Club van protestanten met ideeën over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de kerken na de oorlog. Toen in 1945 de onafhankelijkheid van Indonesië werd uitgeroepen was hij voor acceptatie van de Republiek. Hij roeide helemaal tegen de stroom van protestants Nederland in toen hij vervolgens tijdens de eerste Politionele Actie van 1947 een Verklaring en Oproep tegen het Nederlandse militaire optreden ondertekende. Toen Indonesië na 1949 de Hollanders eruit werkte, mocht Verkuyl juist blijven om een hoogleraarschap te vervullen aan de theologische hogeschool van Jakarta. Verkuyl was ook voorstander van de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië, wat in 1960 leidde tot de ‘bekering’ van Bruins Slot, de hoofdredacteur van de gereformeerde krant ‘Trouw’. Na terugkeer in Nederland in 1962 werd hij algemeen-secretaris van de Nederlandse Zendingsraad en hoogleraar zendingswetenschap.
Verkuyl bleef tegendraads en liet tot op hoge leeftijd van zich horen. Tegen de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika en de Vietnamoorlog van de VS, voor ontwikkelingshulp, tegen het verheerlijken van het Nederlandse koloniale verleden. Hij was betrokken bij de opening van de eerste moskee in Nederland voor gastarbeiders, in Almelo. In Indonesië vormde de Pancasila, de leer van vijf religieuze grondwaarden, de grondwettelijke basis voor het samenleven van verschillende godsdiensten in één staat. Verkuyl had altijd het belang van grondwettelijke godsdienstvrijheid onderstreept. Wat hem betreft kregen moskeeën in Nederland ook minaretten.
Tot onbegrip van velen ging het pleidooi voor deze tolerantie bij hem altijd samen met een belijdend getuigenis. De islam en andere godsdiensten waren geen zuiver antwoord op de heldere openbaring van God in Christus. En toen de spiritualiteit van New Age populair begon te worden leverde ook dat nog een kritisch boek op: teveel zelfvergoddelijking.

(2017)

Posted in: Uncategorized | Tagged: Indonesië, islam, politiek, zendingsgeschiedenis

Charles de Foucauld – *15 september 1858, Straatsburg, – †1 december 1916, Tamanrasset (Algerije)

Posted on 07/01/2017

Tot alles ben ik bereid, alles aanvaard ik, als Uw wil maar geschiedt in mij en in al uw schepselen

Charles de Foucauld wordt steevast genoemd als het gaat over evangelisch leven in een islamitische omgeving. Rond het jaar 1220 bepleitte Franciscus van Assisi al ‘een tweede manier om onder de Saracenen (= moslims) te leven’, namelijk door het getuigenis van een leven in dienstbaarheid en vrede. Alleen als daarvoor een opening zou zijn zou er in woorden getuigenis moeten worden afgelegd van de christelijke hoop. Franciscus was geen voorstander van het zoeken van het martelaarschap door een ongevraagd getuigenis met woorden. Toen een paar broeders op missie in Noord-Afrika het leven lieten, verheerlijkte Franciscus dit martelaarschap niet. Twee jaar later in de pauselijk goedgekeurde versie van Franciscus’ leefregel was deze ‘twee manier van leven’ echter verdwenen. De westerse kerk bleef de islam zien als een godsdienst die toch vooral door verkondiging van het Evangelie moest worden bestreden.
De Fransman de Foucauld maakte indruk door de manier waarop hij eeuwen later juist die tweede manier in de Algerijnse bergen praktiseerde. Als jongere gold hij eerst als onverschillig en onstuimig, hoewel ook intelligent en ijverig. De Frans-Duitse oorlog van 1870 bracht de nodige verhuizingen met zich mee. Hij verloor zijn geloof, las veel, liet het breed hangen, was ongedisciplineerd. Twee keer vocht hij in het Franse leger in Algerije. Een rusteloos levend mens: er volgen ontdekkingsreizen, relaties gaan aan en uit, dan een bekering tot het katholieke geloof, intrede in een trappistenklooster, verblijf in een dochterklooster in Syrië, weer uittreden, werk bij de Clarissen in Nazareth, wijding als diaken en priester. Langzamerhand wordt hem zijn ideaal wel duidelijk. Een nieuwe christelijke spiritualiteit die hij de ‘weg van Nazareth’ noemde. Hierin gaat het om het navolgen van de ‘verborgen Jezus’ zoals hij tot aan zijn openbare optreden leefde als arme en stille arbeider. Voor de Foucauld betekende dit een leven van gebed en meditatie en met een goed voorbeeld van vriendelijkheid. Hij deed dat eerst in Marokko en later onder de Algerijnse Toearegs, arm onder de armen. Hij verzorgde er een woordenboek Toearegs-Frans en een grammatica. Totdat plunderaars hem op een dag vastbonden. Hun dodelijke schot was per ongeluk.
Op dat moment had hij geen volgelingen. Pas in de jaren ’30 volgde in zijn geest de stichting van enige ordes. Zijn ideaal viel ook terug te zien in de priester-arbeiders in grote industriesteden of onder de arme boeren van Latijns-Amerika: het getuigenis van christen-zijn metterdaad. (2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: islam, kerkgeschiedenis, spiritualiteit

Paolo dall’Oglio – *17 november 1954, Rome – †29 juli 2013, Raqqa (?)

Posted on 07/01/2017

Wij zijn ervan overtuigd dat een voorzichtige en bewuste toenadering tussen christenen en moslims ook voor de christenen iets goeds voortbrengt

Paolo dall’Oglio is een Italiaan die in 1992 het verlaten Syrische woestijnklooster Mar Moussa betrok, opknapte en tot nieuw leven bracht. Totdat ook hij slachtoffer werd van het geweld in Syrië en Irak.
Een Jezuïet. Dall’ Oglio vond zijn roeping in een land dat gestempeld is door de islam. Bekeringsijver? Het indrukwekkende betoog dat hij als een geestelijk testament heeft nagelaten is gericht op christenen. Vanuit zijn eigen praktijk van het ‘dubbel toebehoren’ bepleit hij een respectvolle en liefdevolle ontmoeting met de islam en met moslims. Soms noemde hij zichzelf zelfs moslim, in de lijn van zijn verzet tegen de scheidingsmuren tussen de verschillende identiteiten. Zijn kloostergemeenschap beoefende maximale gastvrijheid voor moslims en zoekende pelgrims. Getuigen en evangeliseren betekent Jezus zo radicaal mogelijk navolgen. Net als Paulus ‘Jood met de joden, Griek met de Grieken, voor allen alles’ willen zijn. Niet uit zijn op groei van de eigen kerk, maar op versterking en verdieping van wat de ander al heeft aan ‘waarheid’. Onder de verschillen in leerstellingen en in godsdienstige praktijken zitten diepgaande overeenkomsten in verlangens. En God is vaak juist in de ontmoeting aanwezig.
Als zijn islamitische gesprekspartners en kloosterbezoekers uiteindelijk vroegen om de doop of deelname aan de eucharistie raadde hij dat soms af. Om hen moeilijkheden te besparen en om de verschillen niet te laten verwateren. Liever zag hij dat ze binnen de islam volgers van Jezus van Nazareth werden dan dat ze ‘over’ zouden gaan. Het verleden scheidt, de gezamenlijke toekomst zal verbinden.
Zijn boek houdt westerlingen ook een spiegel voor. Het westen beoordeelt de cultuur en de gewoontes van het Midden-Oosten vaak kortzichtig en hooghartig. Ook het Westen kende lang een verbinding van geloof met macht en politieke meerderheid. En dat heeft het christendom geen goed gedaan. De kerk is nu een minderheid in een samenleving met een seculiere ‘religie’ die ook ‘post-christelijk’ is en die soms even afwerend is tegen andersdenkenden als de islam dat vaak was en is. Ook in die omgeving is de aangewezen weg een praktijk van ‘dubbel toebehoren’ van trouw aan het Evangelie en tegelijk een diepe en uitnodigende verbondenheid met onze seculiere naaste.
Dall’Oglio genoot het respect van groot-moefti’s in zijn land. Maar zijn kritiek op Assad betekende in 2011 zijn uitwijzing. Toen de spanningen in het land verder opliepen kwam hij toch terug om te kijken hoe hij kon bemiddelen. Sinds 29 juli 2013 ontbreekt elk spoor. Een zegsman beweerde een jaar later dat hij door IS was geliquideerd. Andere leden van Mar Moussa zijn gevlucht.

(2016)

Posted in: Uncategorized | Tagged: islam, kerkgeschiedenis

Islamonderwijs met subsidie?

Posted on 31/07/2010

Terwijl de fractievoorzitters van CDA, VVD en PVV praten over een nieuw kabinet met gedoogsteun ontspint zich in Amsterdam een discussie over een subsidie door een stadsdeelraad voor islamitische weekendscholen. De afgelopen weken was ik net bezig om het boek van Tariq Ramadan, ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’ te lezen (2003, vertaling 2005).  Hij pleit daarin nadrukkelijk voor een westerse vorm van islam die durft te breken met allerlei cultureel bepaalde vormgeving van de islam. Een cruciale rol wordt dan gespeeld door het onderwijs. Ramadan betoont zich geen voorstander van islamitische scholen. Liever deelname aan het Europese openbare onderwijs, aangevuld met islamitische bijscholing in weekendscholen. Het leek mij een overtuigend betoog. Goede scholing in hun eigen godsdienst op de manier van Ramadan zou wel eens meer kunnen bijdragen aan de integratie van allochtone moslims, dan het gedreig en getreiter van de PVV (of van Sarkozy of de Lega Nord). Maar bij het Amsterdamse debat denk ik: subsidie aan dergelijke scholen past niet bij onze scheiding tussen kerk en staat. Prima dat dit onderwijs er is, maar het is dan net zoiets als kerkelijke catechese. Voor hun catechese krijgen kerken ook geen subsidie. Iets anders is het levensbeschouwelijk onderwijs op openbare scholen. Wettelijk hoort een (basis)school daarvoor ruimte te bieden. De vergoeding die de overheid (gemeentebestuur) daarvoor gaf is altijd minimaal geweest en de laatste decennia moest er voortdurend voor de instandhouding van die subsidie worden gevochten. De laatste jaren was er juist een stroomlijning van die subsidie (ook voor humanistisch onderwijs). Er is dus een grondwettelijke ruimte, een subsidiestroom en een kaderstelling voor levensbeschouwelijk onderwijs op openbare scholen voor kinderen waarvan ouders dat wensen. Wat daar bovenuit gaat, christelijke of islamitische catechese, valt daar niet onder. Voor de financiering van dergelijke activiteiten kunnen particuliere giftgevers gebruik maken van belastingaftrek. Ook dat behoort bij onze burgerrechten. Amsterdam: gelijke monniken, gelijke kappen!

Posted in: Opgemerkt | Tagged: islam, onderwijs, politiek

Welkom op de weblog van Harmen Jansen
theoloog, predikant van de Protestantse gemeente te Winsum-Halfambt (Gr.)

Tweets by @HarmenGJzn Follow @HarmenGJzn

Heiligenkalender bevat de schrijfsels uit de rubriek 'Geloofsgetuigen' in Geandewei en Protestantse Kerkbode. Op alfabetische volgorde en kalendervolgorde. Gestart 1-1-2014

Email: dshjansen@gmail.com

portret verkleind

Copyright © 2023 Harmen Jansen.

Theme by ThemeHall.