14 oktober 1929 Madras (Brits India) – 2 februari 1960 Chichanatwi (Pakistan)
In 1998 werd er een beeldengalerij geplaatst boven de westelijke ingang van de Westminster Abbey in London. Tien levensgrote figuren in steen vullen nissen die 500 jaar leeg gebleven waren. Boven de hoofdingang van deze drukbezochte toeristische trekpleister herinneren zij aan bijzondere christenen uit de twintigste eeuw van over de gehele wereld, allemaal om het leven gekomen door geweld en onderdrukking. Indrukwekkend. De kerk zelf is vooral een monument voor nationale beroemheden. Hier rust de Britse trots. Maar bij de ingang wordt de bezoeker er zo aan herinnerd dat de navolging van Christus niet aan Britten alleen is voorbehouden: geen van deze tien is Brits. En tussen beroemdheden als Romero, King en Bonhoeffer staat daar ook Esther John.
Esther John was een van de vele slachtoffers van het etnische en religieuze geweld dat in de twintigste eeuw ook het Indiase subcontinent teisterde. Ze werd geboren in een gezin van moslims. Op haar zeventiende werd ze door haar vader naar een christelijke school in de buurt gestuurd. Ze raakte onder de indruk van het geloof van haar docenten. Bij het lezen van Jesaja 53 sloeg de vonk over. Bij de deling van Pakistan en India verhuisde ze met haar ouders naar Pakistan. Een zendeling, ingelicht door een docent van haar vroegere school, vond haar en gaf haar een Nieuw Testament. In zeven jaar tijd las ze dit in het geheim 27 keer. Om onder het huwelijk met een moslim uit te komen vluchtte ze naar de zendeling in Karachi. Bij haar doop in 1955 nam ze de naam Esther John aan. Bij de eerste aartsbisschop van Karachi vierde ze haar eerste kerstfeest. Ze werkte enkele jaren in een zendingsziekenhuis. Na een opleiding tot evangelist trok ze in 1959 naar de regio van Chichawatni waar ze met presbyteriaanse zendelingen samenwerkte. Ze trok met een fiets rond om vrouwen te leren lezen, met hen op de katoenvelden te werken en in hun dorpen te evangeliseren. Op 2 februari 1960 werd ze dood op haar bed gevonden, bruut vermoord. De moordenaars zijn nooit gevonden, de verdenking ging richting haar broers. De gemeenschap waarin ze leefde en werkte bleef haar met eerbied gedenken.
Op haar stenen beeld in Londen houdt ze een trommeltje vast en heeft ze blote voeten.
Alsof het volgen van Jezus een dans is.