Jan Buskes

God zegt ja tot de mens en neemt deel aan zijn leven. Hij staat borg voor de mens. Hij is God van Abraham, Isaäc en Jacob, de God van jan en alleman.

*16 sept 1899, Utrecht – † 9 maart 1980, Amsterdam

Bij de deur onderaan van de trap van een bovenwoning in Amsterdam moet hij wel eens naar boven geroepen hebben dat hij ‘van het licht’ was. Een dominee moet soms wat om binnen te mogen komen. Hij kon het pakkend zeggen. Zijn discussies met communisten trokken stampvolle zalen, zijn diensten volle kerken, zijn bijbelse dagboek ‘Brood voor het hart’ veel lezers, zijn optreden voor radio en tv veel kijkers en luisteraars. Een keer zat hij bij Mies Bouman.

Ds. Buskes was een van de predikanten die in 1926 de Gereformeerde Kerken verlieten en ‘Hersteld Verband’ in leven riepen. De synode van Assen had namelijk officieel vastgesteld dat de slang in het paradijsverhaal echt gesproken had. Het was hun te bar. De meeste ‘herstelden’ werden na de oorlog Nederlands Hervormd.

Buskes was al vanaf zijn studietijd onder de indruk van de theologie van Karl Barth. Hij is predikant geweest op Texel, in Rotterdam en het langst in Amsterdam. Bij het bombardement van Rotterdam in 1940 hoorde hij iemand roepen ‘Ik neem het niet’. Buskes als theologisch orthodox maar politiek rode dominee nam ook heel veel niet. Hij liep voorop in bestrijding van het nationaal-socialisme en de NSB. Het kwam hem driemaal op arrestatie te staan en op een verblijf in het gijzelaarskamp St. Michielsgestel. Zijn boeken kregen titels als ‘Het humanisme van God’, ‘Hoera voor het leven’, ‘Glorie en uitschot van het heelal’, maar ook ‘Zuid-Afrika’s apartheidsbeleid: onaanvaardbaar!’ (al in 1955). Binnen de PvdA lag hij dwars over de strijd in Nederlands-Indië, het toetreden tot de NAVO en de investering in kernwapens. Hij was al vanaf 1928 ook actief in de vredesbeweging ‘Kerk en vrede’.

Opmerkelijk blijft ook dat juist hij zich in de hoofdstad direct na de bevrijding meldde bij de tijdelijke gevangenis voor gevangen gezette NSB-ers. Zij hadden ook pastoraat nodig. Aanwezigheid van gewapende bewakers in de kerkdiensten met hen wees hij af. Over de politieke gevangen hield hij ook het grote publiek én de voorlopige regering voor dat onze gerechtigheid moest lijken op die van God en dus niet genadeloos kon zijn. Maar toen hij in 1948 op de radio te keer ging tegen de politionele acties in Nederlands-Indië werd hij zelf betiteld als landverrader. Bewonderd én verguisd zou hij tot zijn dood blijven.
(2018)