Willem Adolph Visser ’t Hooft

Samen op zoek naar hetzelfde: een beter verstaan van het Evangelie

*20 september 1900, Haarlem – † 4 juli 1985, Genève

Hij heeft in zes continenten van de wereld gepreekt. In grote kathedralen en kleine plattelandskerkjes, in diensten die heel erg plechtig waren en in kerkdiensten met halleluja-geroep en wuivende zakdoekjes tijdens de preek. Voor mensen van allerlei kleur en met verschillende tradities. Met een paar aanpassingen aan de plaatselijke situatie kon hij vaak dezelfde preek houden. ‘De voor de hand liggende conclusie is, dat de kerken veel meer gemeen hebben dan ze zich realiseren’. Het was zijn levenswerk om die diepere eenheid zichtbaar te maken.

Visser ’t Hooft heeft eens voorop Time gestaan. In Genève runde hij het bureau van de voorloper van de Wereldraad van Kerken. Na de oprichting van die Wereldraad, augustus 1948 in Amsterdam, werd hij de eerste secretaris-generaal. Toen hij in 1965 met pensioen ging had hij enkele honderden medewerkers. Zijn leven lang heeft hij het oecumenische ideaal belichaamd, in talloze ontmoetingen met kerkleiders en politici, met delegaties en studenten en op veel grote conferenties. Met alle grote thema’s van de twintigste eeuw heeft hij zich bezig gehouden met het oog op een passend getuigenis van de kerken.

In de bezettingstijd was hij ook hoofd van ‘de Zwitserse Weg’, een inlichtingendienst die informatie uit Nederland naar de regering in ballingschap in Londen smokkelde. Geallieerde regeringen probeerde hij te doordringen van de ernst van Hitlers Jodenvervolging. Na de oorlog werd er vanuit Genève veel georganiseerd voor ontheemde vluchtelingen. Kerk zijn zonder bemoeienis met politiek en samenleving was voor hem ondenkbaar.

Typerend is het thema van het boek dat hij als tachtigplusser nog schreef: het Vaderschap van God in een eeuw van emancipatie. Terecht hebben mensen en volkeren telkens ketens van paternalisme en patriarchale dwang van zich afgeschud om als mannen en vrouwen een waardiger leven te bereiken. Maar emancipatie kan geen definitief doel op zich zijn. Zijn er geen tekens van frustratie over een samenleving waarin alles mag en iedereen alleen bezig is met zelfexpressie? Goed als er dan kerken zijn met een boodschap die ook gaat over grenzen van de vrijheid en over menselijke verantwoordelijkheid. Het is dan 1982 en dat is lang voor het selfie-tijdperk.

Een van zijn overgrootvaders was vurig antirevolutionair. Een grootvader daarentegen verliet de kerk, werd Vrijmetselaar en voorvechter van openbaar onderwijs. Zelf wilde hij beide kanten verbinden, de menselijke honger naar vrijheid én het inzicht in het belang van spiritualiteit en van gezamenlijke overtuigingen, als gedreven zoeker naar de betekenis van de boodschap van het Evangelie over het komende Koninkrijk van de Vader.
(2018)