juist door het niet-zien en niet-kennen geraak je waarachtig in datgene wat het zien en het kennen te boven gaat
Als de vraag is welke theoloog de mooiste naam heeft dan staat deze man met stip op één. De zangerige naam is niet zijn echte. Volgens Handelingen 17 vers 34 sloot na de toespraken van de apostel Paulus in Athene ene Dionysius, actief op de Areopagus, zich bij de christenen aan. Volgens een oude overlevering zou hij daarna bisschop van Athene zijn geworden. In de vijfde eeuw verschuilde een christelijke theoloog-filosoof zich achter deze naam. Zijn geschriften duiken dan op in Syrië. In de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling, toen bij ons de cultus van Wodan, Freya en Nehalennia nog eeuwen uitmaakte, was dit land een belangrijke leverancier van christelijke denkers en schrijvers. Het nu zo zwaar door terreur en oorlogsmisdaden geplaagde land herbergt nog steeds christenen.
De nep-Dionysius heeft zijn wijsheid wel duidelijk uit Athene gehaald. Hij moet bij Proclus gestudeerd hebben, een van de laatste grote filosofen in de traditie van het neo-platonisme. Zijn geschriften bewegen zich op het grensvlak van het Griekse speculatieve denken en het christelijk geloof. Hij schiep met zijn eigen bespiegelingen een mengvorm van beide en zo werden zijn boeken een belangrijke en gezaghebbende inspiratiebron voor de christelijke theologie tot ver voorbij de Middeleeuwen. Zijn boeken Over de hemelse hiërarchie, Over de kerkelijke hiërarchie, De goddelijke namen en Mystieke theologie en enkele brieven zijn veelvuldig overgeschreven en becommentarieerd, van oost tot west. Zijn gedachten over negen engelenkoren werden invloedrijk, net als die over de schoonheid van de aardse liturgie die de schoonheid van de hemelse liturgie weerspiegelt. Zowel de Orthodoxen als de Monofysieten (christenen die niet akkoord waren gegaan met leerbeslissingen over de twee naturen van Christus) erkenden hem als leermeester.
Pseudo-Dionysius wil de gedachten opvoeren tot aanschouwing van het ene goddelijke licht. Over God valt er wat hem betreft meer te zwijgen dan te spreken. Hij is Onbeschrijfelijk. Taal schiet te kort. Pseudo-Dionysius gebruikt ‘apofatische’ theologie: theologie waarbij je vooral ontkennende taal gebruikt. Door steeds een stap verder te gaan in het ontkennen wat of hoe God is, kom je net als Mozes op de Sinaï steeds dichter bij het Geheim.
Momenteel zien we een wijdverspreide behoefte om vooral ‘negatief’ te spreken over God en geloof. Academische theologen ontkennen publiekelijk het bestaan van een Almachtig goddelijk wezen. Bij deze oude Syriër was het ontkennen altijd de keerzijde van een bevestigend en positief spreken, van ‘katafatische’ theologie. De duisternis van het niet-weten komt bij hem voort uit verblinding door een overvloed van stromend goddelijk Licht. Hij schreef vanuit de verwondering dat zich vanuit het ontoegankelijk-goddelijke iets heel kostbaars aan de mens meedeelt.
(2016)