Filippus Neri – Florence, 21 juli 1515 – Rome, 26 mei 1595

Filippo_NeriEen opgewekt hart wordt gemakkelijker volmaakt dan een sikkeneurig

Filippus Neri kreeg niet alleen de bijnaam ´de tweede apostel van Rome´ maar ook ´de goede Pippo´. Hij is de heilige van de lach. Een man vol humor en levenslust. En met een groot hart. Ook letterlijk, zoals bij lijkschouwing na zijn dood bleek. Men schreef het toe aan een mystieke ervaring vijftig jaar voor zijn dood.
Zijn ouders wilden dat hij een gefortuneerde oom als zakenman zou opvolgen. Maar dankzij zijn scholing bij de Dominicanen voelde hij zich geroepen tot een ander leven. Hij trekt in 1533 naar Rome en verdient de kost als opvoeder van een rijkeluiszoon. Tijd genoeg om in de catacomben af te dalen om daar uren te mediteren of door de straten te zwerven en praatjes te maken met kooplui en handwerkslieden, met jongeren te spelen en grappen te maken en godsdienstige onderwerpen te bespreken. Tegenwoordig noemen we dat presentiepastoraat. Hij bezoekt zieken en zorgt voor opvang van pelgrims. Zijn talenten wordt opgemerkt en op aandringen van anderen wordt hij in 1551 tot priester gewijd. Hij vormt met geestverwanten de broederschap San Girolamo della Carità. Daarmee organiseert hij ’s avonds bijeenkomsten van gebed, zang en gesprekken: vespers met aansluitende ontmoeting. De broederschap wordt in 1575 omgezet in de congregatie die bekend wordt als Oratorianen, genoemd naar de kapel bij de Chiesa Nuevo. Vanaf 1577 is die kerk de thuisbasis. De selectie van passages uit de bijbel of de heiligengeschiedenis waarover muziek wordt gemaakt heten ‘oratorios’.
Neri hield ook dagelijks preken her en der in Rome en organiseerde ‘excursies’ naar andere kerken, vaak met muziek en een soort picknick’ onderweg. Grote mannen waren met hem bevriend, jan en alleman ging bij hem te biecht. Een kerkelijke carrière weet hij af. Was het door zijn eigen mystieke ervaringen dat hij veel vroomheid doorzag als theater? Over een meisje dat zou worden ‘bezocht’ door heiligen en engelen adviseerde hij: ‘geef haar een man’. En een non die over wondergaven zou beschikken, maar die weigerde haar onbekende bezoeker (Neri) de smerige laarzen uit te trekken, kon geen heilige zijn.
Neri leefde op een nieuwe manier een spiritueel leven. Vroom en vrolijk tegelijk, praktisch en sportief, geestelijk en alledaags. Sober, maar zonder spartaanse armoede. Niet helemaal verwonderlijk dat Rome in de tijd van Calvijn en protestantse beeldenstormen Rooms bleef.