Ignatius van Antiochië

U bent stenen van de tempel van de Vader, klaargelegd voor de opbouw, omhoog gebracht door de hijskraan van Jezus Christus, dat wil zeggen door zijn kruis, met de Heilige Geest als kabel. Uw geloof is uw gids naar boven en liefde is de weg omhoog.

Plm. 50 na C., Syrië? – plm. 110, Rome


Deze Ignatius was een christen uit Syrië die het slachtoffer werd van de vervolgingen ten tijde van keizer Trajanus (98-117). Rond het jaar 70 was hij aangesteld als ‘episcopos’ van Antiochië in Syrië. Hij was dus een tijdgenoot van de auteurs van de vier evangeliën en van sommige brieven in het Nieuwe Testament. Hij schreef brieven aan christengemeenten in Klein-Azië en Italië terwijl hij naar Rome werd gevoerd om in het Colosseum voor de beesten te worden geworpen. Onderweg heeft hij in Smyrna collega Polycarpus ontmoet, alsmede delegaties van christenbroeders uit naburige steden als Efeze, Magnesia en Tralles. Uit Efeze kwamen bisschop Onesimus, diaken Burrus, en de heren Crocus, Euplus en Fronto.

De zeven brieven die bewaard zijn, zijn grotendeels gericht aan de christengemeenten in Klein-Azië. De kerk is nog volop op zoek naar een passende organisatie en naar het gemeenschappelijke geloof. Volgens Ignatius zitten de vijanden daarbij niet alleen buiten, maar ook binnen. Ketterijen, scheurmakers, valse profeten, onechte leraren, mensen die het gezag van de bisschoppen en hun oudsten betwisten. En eerlijke gelovigen die zijn martelaarschap willen voorkomen. Dat moeten ze niet doen. Hij hoopt dat hij straks als graan mag zijn dat vermalen wordt tot zuiver brood voor Christus. Het beestachtige gedrag van zijn bewakers onderweg bereidt hem er op voor.

Een van de bedreigingen is het docetisme: de opvatting dat Christus niet echt met menselijke lichamelijkheid bekleed was. Ignatius is de eerste die de term ‘katholiek’ (‘geheel omvattend’) gebruikt. ‘Waar Christus is, daar is de katholieke kerk.’ De eendracht zit Ignatius erg hoog. De bisschop, de officiële voorganger, belichaamt de eenheid. Het gaat Ignatius minder om de overeenstemming met het verleden, maar om de eenheid met God die via Christus nu in het ‘einde der tijden’ de schepping in zijn eenheid betrekt. Zonder de bisschop zijn de doop en het liefdesmaal niet geoorloofd. Het brood noemt hij geneesmiddel tot onsterfelijkheid: het brengt bevrijding van de dood. En christenen zijn dan ‘Goddragers, tempeldragers, Christusdragers, dragers van het heilige’.

Toen de leeuwen hem gedood hadden, maakte men volgens de legende zijn lijk open, op zoek naar het geheim van zijn geloof. In zijn hart stond met gouden letters de naam van Christus gegrift.

2017