Guido de Brès

*Bergen (Mons), 1522 – † Valenciennes, 31 mei 1567

Veel meer verdienen wij het dwalende te blijven in de duisternis van dwaling en bijgelovigheid dan verlicht te worden door het onbeschrijfelijke licht van Uw hemelse waarheid


In 1567 werd hij samen met zijn collega De la Grange aan de galg gehangen. De Brès was de auteur van de Confessio Belgica, de Nederlandse Geloofsbelijdenis, die in de nacht van 1 op 2 november 1561 in een pakketje over de muur van het slot van Doornik was gegooid, met als bestemming de landvoogdes en koning Philips II.

De zoon van een glas-in-loodschilder raakte als jongeman in de Franstalige Zuidelijke Nederlanden gegrepen door de protestantse leer. In de vluchtelingengemeente in Londen besluit hij predikant te worden. In 1552 teruggekeerd begint hij vanuit Rijssel naam te maken als calvinistisch prediker. Hij is ook in de vluchtelingengemeente in Frankfort geweest en heeft Calvijn ontmoet. Dat hij goed belezen was blijkt uit zijn boek ‘Staf des geloofs’ (1555). Her en der voerde hij gesprekken om twijfelaars over te halen tot het protestantisme. In Doornik installeerde hij een kerkenraad. Toen de protestanten er met massaal psalmzingen op straat in september 1561 het bevoegde gezag provoceerden – niet zijn idee – moest hij vluchten. Signalement: lang, hoge rug, vlassige baard, slecht verzorgd, zwarte mantel. Om de verdenking tegen te gaan dat ze wederdopers waren schreef hij de Confessio Belgica, naar het voorbeeld van andere calvinistische geloofsbelijdenis in Europa. Calvinisten zijn geen oproerkraaiers maar gehoorzame onderdanen die in het ware katholieke geloof staan, aldus de begeleidende brief aan de koning. Het hielp niet.

Na een periode in Frankrijk weer terug bewerkte een preek in Valenciennes dat tweederde van de stad zich bij de Reformatie aansloot. Tot ongenoegen van het gezag dat een ban uitvaardigde. Het volk antwoordde met een beeldenstorm, augustus 1566. De Brès en De la Grange konden in beeldenvrije kerken preken. Maar een half jaar later werd de stad ingenomen. Na de pijnbank en gedwongen debatten over de paus en de mis kwamen de twee aan de galg. Ze hadden in de gevangenis het verbod op bediening van het Avondmaal overtreden. ‘Al ben ik dan met zware ijzers aan handen en voeten geboeid, toch laat mijn God niet na Zijn belofte te houden en mijn hart te troosten en mij vergenoeging in Hem te schenken’ schreef hij zijn familie.

De Confessio werd direct ook in het Nederlands vertaald en speelde sindsdien een grote rol bij de ondersteuning van de protestantse gemeenten ‘onder het kruis’ en het aanwakkeren van de opstand tegen de Spaanse heerschappij. Artikel 36 leert dat de overheid de openbare orde en de rechtsorde moet handhaven, maar ook afgoderij en valse godsdienst moet weren. Het laatste zijn we anders gaan zien. Wel fijn dat er vrijheid van godsdienst is gekomen in onze Lage Landen en een scheiding van kerk en staat. De strijd tegen ‘valse godsdienst’ begint elke dag bij onszelf.
2017