Daniël Chantepie de la Saussaye

*10 december 1818, ’s-Gravenhage   -  † 14 februari 1874, Groningen 

De God die geen centraalheiligdom meer heeft voor de geheele menschheid, maar alleen nog afgezonderde kapelletjes in het hart van ieder individu, wat wordt hij anders dan het schepsel van den individu, de afgod door zijne rede, gevoel en verbeelding gevormd?


Zijn graf is nog altijd te vinden op de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Zijn tweehonderdste geboortedag valt samen met de vijftigste sterfdag van Karl Barth. Ook La Saussaye is een belangrijke protestantse‘kerkvader’. Hij was de pionier van de ‘ethische richting’ die meer dan een eeuw lang belangrijke theologen heeft opgeleverd. De ethischen waren voorstanders van een ‘belijdende kerk’ in plaats van een ‘belijdeniskerk’, een belangrijk principe bij de vorming van de Protestantse Kerk in 2004. Ethische dominees gingen in de jaren ’30 al met hun catechisanten naar de bioscoop, betrokken op de culturele en maatschappelijke ontwikkelingen.

De ethischen kwamen voort uit de Réveilbeweging. Ze wilden het orthodox-protestantse geloof aan theologische vernieuwing onderwerpen. Chantepie de la Saussaye werd hun predikantenkring ‘Ernst en Vrede’ binnengehaald. Hij werd al gauw de voornaamste auteur van hun tijdschrift. Het zocht het debat met opkomend vrijzinnig modernisme en met verstarde orthodoxie. Dialoog in plaats van uitsluiting! Het is na 1848. In de week van de invoering van de nieuwe grondwet was la Saussaye als Waals predikant van Leeuwarden naar Leiden verhuisd. Met de voortschrijdende scheiding van kerk en staat én de komst van de trein begon de verzuilde organisatie van de samenleving. De antirevolutionairen deden onder leiding van Groen van Prinsterer intensief aan ‘partijvorming’ in kerk en staat. Maar de ethischen vormden met hun open kerkopvatting daarop een stevige rem. ‘Hun’ minister J.J.L. van der Brugghen zorgde met zijn nieuwe schoolwet voor zoveel conflict dat ‘Ernst en Vrede’ uiteenviel.

Door zijn afkomst had la Saussaye een eigen geluid. En hij maakte intensief studie van eigentijdse Duitse theologen, maar ook van Calvijn. Zo zag hij dat de modernen uitverkoop hielden van klassieke opvattingen over menselijke vrijheid en zonde. En hun kritisch-subjectieve benadering kon wel eens op atheïsme uitlopen! In de dynamische jaren ’60 was hij predikant in het grote hervormde Rotterdam. Zijn Leerredenen – lange preken – en andere publicaties waren ‘diepzinnig en doordringend’, erkenden veel tijdgenoten. Nog even was hij hoogleraar in Groningen.

De ‘Godmens’ Jezus Christus als openbaring van God vormde het hart van zijn denken. ‘Ethisch’ werd afgeleid van een Grieks woord voor het innerlijk. Theologie moest laten zien hoe het geestelijk leven vanuit Hem vorm krijgt. De leer is er ten dienste van de invloed van de Heilige Geest op mens en wereld.
(2018)