Johannes Hus – plm. 1369, Husinec (Bohemen) – 6 juli 1415, Konstanz

JanHusDe waarheid overwint

Dit zouden de laatste woorden van Johannes Hus geweest zijn op de brandstapel, 600 jaar geleden. Pravda vítězí.
Als ik in een eucharistieviering alleen een ouwel krijg, moet ik denken aan de Tsjechische protestanten. Al een eeuw vóór Luther lagen ze dwars. ‘Utraquisten’ werden de lastposten genoemd, naar het Latijn voor ‘elk van beide’. Of ‘calicisten’, zij die de wijnkelk in handen van de leken wilden. Er is veel bloed bij gevloeid.
Hun grote held was Jan Hus. Bezoekers van Praag kennen hem van zijn standbeeld in het monumentale hart van de stad vlakbij de Tynkerk. Hij was rond 1400 voorvechter van het gebruik van de Tsjechische taal aan de universiteit en in de kerk. De Duitsers, tot dan dominant, hadden toen de beroemde universiteit verlaten en een nieuwe in Leipzig gesticht. Zijn heldenstatus heeft een nationalistische tint. Dat standbeeld dateert van vlak na de oprichting van Tsjecho-Slowakije in 1918.
Maar zijn strijd voor het Tsjechisch was onderdeel van een veel breder streven. Het ging de rector van de Praagse Universiteit om herstel van de integriteit van het christendom. Hus was volgeling van de hervormingsgezinde Wycliffe en vertaalde diens boodschap in krachtige, heldere boeken en preken. De charismatische persoonlijkheid wist hoog en laag te boeien. De koningin ging wekelijks bij hem te biecht en maakte hem hofkapelaan.
Het was de tijd het Grote Schisma, het langdurige en diepgaande politieke conflict dat Europa verdeelde, met twee pausen, de een in Rome, de ander in Avignon. Om geld te genereren voor kruistochten tegen elkaar verkochten beide pausen ambten tegen de hoogst biedende en aflaten aan het volk. Hus protesteerde tegen deze simonie, de corruptie, de handel in relieken en aflaten.
Het Concilie van Konstanz (1414-1418) moest dit schisma beëindigen. Het proces tegen Hus was een bijzaak. Hus was al geëxcommuniceerd. Hij wilde teveel. Hij kwam naar Konstanz met de belofte van de Duitse keizer Sigismund van vrijgeleide. Maar de keizer pleegde verraad en voorkwam niet dat de veroordeling van de leer van Hus gevolgd werd door de brandstapel.
Na zijn dood raakte Tsjechië verzeild in burgeroorlogen. Met de gans (Hus is Tsjechisch voor gans) en de kelk op de banieren werd keizer Sigismund door woedende boerenlegers bestreden, met tijdelijke successen. Maar de Hussieten zelf raakten verdeeld. En na executies in 1621 ontvluchtten 40.000 Hussieten de Habsburgse macht. Maar Moravische en Boheemse protestanten bestaan er nog steeds. Hun kerken overleefden ook het communistische tijdperk. Het logo is vaak een kelk.