Paulos Farah Rahho

Wij,christenen van Mesopotamië, zijn gewend aan religieuze vervolging en druk van machthebbers

20 november 1942 Mosul – begin maart 2008, regio Mosul, Irak

Rahho
Ook de eenentwintigste eeuw heeft al vele martelaren voor het christelijk geloof gebracht. Een ervan is Paulos Faraj Rahho, geestelijke van de Chaldeese of Assyrische kerk die terug gaat op een van de oudste christelijke tradities, met een kerktaal die nauw verwant is aan de taal die Jezus ooit sprak. Zijn dood is een voorbeeld van de negatieve gevolgen van de inval van de VS in Irak in 2003 die krachten ontketende die nog steeds niet zijn beteugeld. Paulos Farah Rahho woonde het grootste gedeelte van zijn leven in de regio van de stad Mosul, waar hij ook geboren was, het bijbelse Ninevé. Hij ontving zijn seminarieopleiding in Bagdad en werkte daar kort. In de jaren ’70 voltooide hij zijn studie in Rome – de Chaldeese Kerk maakt deel uit van de Rooms-Katholieke Kerk. Vlakbij Mosul bouwde hij een kerk en opende hij een weeshuis voor gehandicapte kinderen. Farro stond bekend als een nederig en hartelijk pastor, vol met grappen. In 2001 werd hij gekozen tot aartsbisschop met verantwoordelijkheid voor 20.000 parochianen. Rahho toonde zich verontrust toen er pogingen werden ondernomen om de sharia nadrukkelijker in de grondwet van Irak op te nemen. Hij werd bedreigd. Bij het uitbreken van de oorlog werd de situatie voor christenen in Mosul precair. Eind februari 2008 werd hij gekidnapped in een actie waarbij zijn lijfwachten en chauffeurs om het leven kwamen. Zelf zou hij nog per mobieltje hebben doorgegeven dat hij niet wilde dat er losgeld voor hem betaald zou worden, omdat er met het losgeld verkeerde dingen gedaan zouden worden. De kidnappers eisten geld van christenen voor de jihad plus de vorming van een christelijke militie om het leger van de VS te bestrijden. Op 13 maart werd zijn lijk gevonden. De moord riep internationaal ontzetting op. Paus Benedictus sprak kort erna op Palmzondag een krachtige veroordeling uit van de burgeroorlog.
Een van de moordenaars werd gevonden en door het Iraakse Hoogerechtshof ter dood veroordeeld. Hij zou een leider zijn van een cel van Al-Qaida in Mosul. Maar officiële vertegenwoordigers van de Chaldeese Kerk verzetten zich tegen zijn doodstraf. In zijn testament had Rahho zelf een oproep gedaan aan zijn kerkleden om samen te werken met moslims en Yazidi (ook een religieuze groepering) en zich in te zetten voor verbinding tussen de verschillende religieuze groeperingen van het land.
Open Doors schat dat er nog hoogstens 350.000 christenen in Irak zijn. Enkele decennia geleden waren het er nog vijf maal zoveel.