Marie Dentière – *plm. 1495 Tournai (B) – † 1561 Genève

Marie Dentière

 

Hebben we twee evangelies, een voor mannen en een voor vrouwen? 

Op het grote monument in Genève ter herinnering aan de Reformatie staat sinds 2002 tussen al de mannen één naam van een vrouw, Marie Dentière. Ze was als jong meisje uit ingetreden in een klooster van de Augustinessen. Al vanaf 1520 werden ook in Tournai en omgeving de nieuwe ideeën van Maarten Luther verspreid. Ze verliet het klooster en trouwde in 1528 in Straatsburg met een voormalige priester uit haar geboortestad, Simon Robert. Ze werkten een paar jaar in Zwitserland voor hij in 1533 overleed. Marie trouwde toen met de predikant Froment. In 1535 zijn ze betrokken bij de overgang van Genève tot de Reformatie. Zij vergezelt de Raad van de stad bij een bezoek aan het Clarissenklooster. Daar vinden de dames dat ze maar een duivelse tong heeft. In deze jaren preekt ze dus, in elk geval tegen vrouwen en met goedvinden van het stadsbestuur.

In 1539 publiceert ze een open brief aan Margaretha van Navarre, zuster van de koning, sympathisante van de Reformatie. Ze bepleit daarin het verdrijven van de priesters uit Frankrijk en maakt zich boos over de domheid van de predikanten van Genève die op dat moment Calvijn en zijn collega Farel uit de stad hadden verdreven. En ze wil een grotere rol voor vrouwen in de kerk. ‘Wie hebben ketterijen en valse leer op aarde uitgevonden? Mannen. Er is niet één valse profetes geweest, er zijn wél vrouwen door valse profeten misleid.’  ´Als God zijn genade schenkt aan sommige goede vrouwen, aan haar iets goeds en heiligs openbaart door zijn Schrift, moeten zij dat dan niet opschrijven, vertellen aan anderen, omwille van de verachters van de waarheid? Hun dat beletten zou schaamteloos zijn, en voor ons stompzinnig om het talent in de grond te stoppen dat God ons heeft gegeven.´ Maar dit was al te opruiende literatuur. Genève verbood voor de rest van de eeuw elke publiciteit door vrouwen.
Niet altijd stond ze op één lijn met Calvijn. Halverwege de jaren ’40, Calvijn is weer terug in Genève, raken zij en haar man met hem in de clinch. Ze heeft kritiek op zijn lange jas, kledingstuk van de elite. Calvijn schrijft dat ‘deze trotse en wraakzuchtige Marie Dentière haar man Froment volledig in haar macht heeft’. Haar man die bijverdiende aan wijnhandel raakt zijn predikantschap kwijt. Toch zijn ze later samen weer in Genève te vinden en ook terug in het kamp van Calvijn. Hij vindt  er werk en zij schrijft in 1561 een voorwoord bij een preek van Calvijn over de eenvoud van vrouwen en hun kleding. Haar eigen dochters voedde ze gedegen op. Ze moesten onder andere Hebreeuws leren.