Jacoba van Tongeren

14 oktober 1903, Tjimahi bij Bandoeng,– 15 september 1967, Bergen (NH)

Een mens die niet struikelen kan of mag, houdt op mens te zijn en verspeelt daarmee de schoonste gave die hem door zijn Heer is toevertrouwd


Ze mocht niet falen, vond ze. Haar verzetsgroep met bijna 140 leden wist ze zo goed als ongedeerd door de bezettingstijd te loodsen. Groep 2000 zorgde tussen 1940 en 1945 voor zo’n 4500 onderduikers. De leden kenden elkaar alleen bij cijfers. ‘Juf 2000’ was doortastend en daadkrachtig. In de trein liet ‘de Bonnenkoningin’ Duitsers voor zich opstaan, ‘zwanger’ van duizenden bonkaarten in een korset. Prins Bernhard vond later dat er in haar tien generaals verloren waren gegaan.

Jacoba van Tongeren was vrijzinnig hervormd. Vader was genieofficier bij het KNIL en had haar in zijn verplaatsbare dienstwoning in de tropen thuisonderwijs gegeven. Middelbare school volgde ze in Amsterdam, een verpleegstersopleiding werd net niet afgemaakt vanwege een streptokokkeninfectie. Ze moest zeven jaar kuren. Bij het begin van de bezetting rolde ze via haar vader het verzet in. Hij was Grootmeester van de Vrijmetselarij en liep gevaar. Als maatschappelijk werkster kon zij vrij reizen. Zij werd de schakel tussen de verzetsgroep Vrij Nederland en het netwerk van de Vrijmetselarij. In 1941 kwam ze als maatschappelijk werkster in dienst bij de vrijzinnig hervormden van Amsterdam. De Bijzondere Kerkelijke Gezinszorg werd haar dekmantel. Er kwam een organisatorische scheiding tussen Vrij Nederland en Groep 2000 omdat Herman van Randwijk een vrouw in de leiding van het verzet niet zag zitten. Ze ging zoveel mogelijk het plegen van geweld uit de weg. Haar groep was ‘Kerk, geen knokploeg’. Bij de periodieke bijeenkomsten van de maatschappelijk werksters met predikanten voor onderlinge steun ging zij in gebed voor.

In maart 1945 vielen de Duitsers het pand binnen waar de code verborgen lag. Paniek binnen het verzet! Ze weerhield de top van riskante acties, maar een paar rebellerende mannen in haar eigen groep drongen toch het pand binnen, met een dode Duitse officier als gevolg. Als represaille schoten de Duitsers dertig burgers dood, ze was er zelf getuige van. Een verdwaalde kogel trof bovendien de bekende ds. Koopmans. De code was niet ontdekt. Ze heeft bittere tranen gehuild om deze doden, meer dan om de moord op haar vader (1941) en haar broer (1944). Ze vond dat ze had gefaald. ‘Jacoba de lichtvoetige stierf’, haar ‘vertrouwen en geloofsblijheid’ kregen het zwaar. Ze bleef er lang mee worstelen in haar gebeden.

En na de bevrijding werd ze weer ziek, voorgoed. Ze verhuisde met haar levenspartner Nel Watelers naar Bergen. De Groep raakte in vergetelheid. Op aandringen van anderen schreef ze haar memoires in briefvorm aan omroeppastor Klamer. Pas op het laatst herinnerde ze zich de woorden uit een toespraak van haar vader: ‘aanvaard het niet-weten, aanvaard uw eigen beperking, dan zal twijfel plaatsmaken voor zekerheid, onrust voor rust’. Nadat haar neef Paul van Tongeren de brieven had herontdekt liet hij in 2015 een boek over haar verschijnen.

2017