Christiaan Frederik Beyers Naudé (10 mei 1915, Roodepoort (Transvaal) – 7 september 2004, Johannesburg)

Christiaan Frederik Beyers NaudéJe bent nooit helemaal menselijk als je de menselijkheid in andere menselijke wezens niet hebt ontdekt. Sluit je ogen niet voor het onrecht van je eigen land door te proberen het onrecht van een ander land op te lossen.

Wie was deze dominee ook alweer, naar wie ook in ons land scholen en straten genoemd zijn?
Bij zijn geboorte was hij vernoemd naar generaal Beyers die voor de Boeren tegen de Engelsen gevochten had. Zijn vader, afstammeling van Hugenoten, was lid van de Broederbond, een club van blanke Boeren die een grote rol speelde bij de vestiging van het apartheidsbewind in Zuid-Afrika in 1948, toen het Britse imperium ontmanteld werd. En de architect van de apartheidspolitiek, André Verwoerd, was tijdens zijn studie een van zijn docenten. Geen wonder dat de jonge dominee Beyers Naudé op de kansels van de Nederduits Gereformeerde Kerk eerst ook vurig de apartheid predikte.
Sharpville betekende zijn definitieve ommekeer. Daar schoot de blanke politie in 1960 bij een vreedzame demonstratie 69 demonstranten dood. Naudé werkte mee aan resoluties van de Wereldraad van Kerken tegen de apartheid. Als directeur van het Christelijk Instituut richtte hij zich op dialoog en verzoening en deed hij aan research en documentatie. Hij werd door zijn kerk afgezet , waarop hij zich als blanke dominee aansloot bij de zwarte Dutch Reformed Church. ‘We moeten ons gereed maken voor tien jaar leven in de woestijn’ zei hij tegen zijn vrouw. Hij werd behandeld als een melaatse, aldus Desmond Tutu. De regering sloot uiteindelijk zijn instituut en legde hem van 1977 tot 1984 zelfs een ‘banning order’ op: huisarrest. Ondertussen begon de stroom buitenlandse onderscheidingen, ook uit Nederland. In zijn rol van voorzitter van de Raad van Kerken bepleitte hij vrijlating van politieke gevangenen en onderhandelingen met het ANC. Toen het er eindelijk van kwam, betrok Mandela hem bij de onderhandelingen met president De Klerk. Daarna deed hij wel eens bijbellezingen op congressen van het ANC, maar hij werd nooit lid. Hij kreeg de Nobelprijs voor de vrede. Na zijn overlijden ontving hij een staatsbegrafenis.
Hij voorzag dat veel blanken zich niet aan de nieuwe verhoudingen zouden aanpassen maar hun heil elders zouden zoeken. Het blanke racisme kende hij van binnen uit. ‘Oom Bey’ was zich desondanks altijd Afrikaner blijven noemen.
Apartheidsideologen ontleenden soms hun argumenten regelrecht aan geschriften van calvinisten als Abraham Kuyper. En de internationale boycot tegen Zuid-Afrika was ook onder Nederlandse protestanten niet onomstreden. Naudé heeft ook hier het protestantisme kleur helpen bekennen.