Johannes Cassianus, 360 Dacia Pontica – 435 Marseille

CassianusPurgatio, illuminatio, unitio – zuivering, verlichting, vereniging

Cassianus is een belangrijke schakel in de geschiedenis van het christelijke kloosterleven. Toch is hij nooit heilig verklaard. Anders dan kerkvader Augustinus vond Cassianus namelijk dat een mens ook wel een klein beetje kon meewerken aan zijn eigen heil. Daarvoor werden mensen tenslotte monnik. Maar in de vijfde eeuw kwam je dit op veroordeling als semi-pelagiaan te staan, half een volgeling van Pelagius. Het verhinderde niet dat zijn boeken klassiekers werden.
Dat meewerken aan je eigen heil vergt zelfs een behoorlijke geestelijke inspanning. De praktijk van het kloosterleven die Cassianus beschrijft bestaat immers uit nederigheid, soberheid, gehoorzaamheid, veelvuldig gebed, vasten en mediteren. Vooral onder de Kartuizers, een strenge orde, kreeg hij groot gezag.
Johannes Cassianus werd geboren als zoon van Romeinse kolonisten in het huidige Roemenië. Hij ontving onderwijs in een klooster in Bethlehem en verbleef twaalf jaar bij de kluizenaars in Egypte die hij later beschreef. Hij stond onder invloed van belangrijke oosterse theologen uit zijn tijd en had belangrijke taken in Constantinopel en het pauselijke hof in Rome. Maar niet lang na de verovering van Rome door de Gothen in 410 blijkt hij zijn carrière te hebben afgebroken om zich te wijden aan zijn eerste liefde, het monnikenleven. Bij Marseille sticht hij een dubbelklooster voor mannen en vrouwen waar hij als zestigplusser aan het schrijven slaat.
Cassianus stond op het kruispunt van de Griekse en Latijnse spiritualiteit. Het einddoel is bij hem het Rijk Gods, de eenwording met de liefde van God. Maar die kun je niet bewerken, alleen ontvangen. Wat je wel kan nastreven is zuiverheid van hart waardoor je er ontvankelijk voor wordt.
In de Griekse spiritualiteit was het hart verdacht. Wie zijn hart volgt kan speelbal worden van zijn gevoelens en aandriften. Richt je liever op je geest en zorg dat die vrij wordt van hartstochten. Maar Cassianus draait het min of meer om. De geest moet het hart bevrijden van het drek dat de dagelijkse beslommeringen erop achterlaten. Dan kan dit het centrum van liefde worden. Alle geestelijke oefeningen van de monnik zijn daarop gericht. Vooral de dagelijkse gebeden. Maar ook de oefening in deugden. Cassianus werkte een lijst van acht hoofdzonden uit – een nog altijd handig hulpmiddel tegen vervuiling van je ziel.
Een van zijn boeken is al in 1382 in het Nederlands vertaald. Ook buiten de kloostermuren begonnen mensen te zoeken naar intensivering van hun geestelijk leven en dan wordt Cassianus ook voor de ‘moderne devoten’ een belangrijke gids.
Anno 2015 is het volgen van je hart erg populair. Maar dan losgekoppeld van elke geestelijke discipline, nogal eens onnadenkend. ‘Als het maar goed voelt’ lijkt soms het enige kompas. Een scheut Cassianus kan geen kwaad.
Oosterse christenen gedenken hem op 29 februari. Dat is in de buurt van de zondag dat we in de kerk vaak lezen over Jezus’ retraite van veertig dagen in de woestijn.