Jezus stapte mijn zolderkamer binnen (FD 31-8-2018)

zomerserie ‘Mijn ervaring’

Het was ergens rond mijn zestiende. Ik was middelbare scholier en heus niet heel intensief met geloofsvragen bezig. Het vak godsdienst op school vond ik bijvoorbeeld tijdverspilling. Als dat op maandagmorgen viel had ik al een heel weekend achter de rug met catechisatie gevolgd door jeugdvereniging en op zondag meestal twee keer naar de kerk. Kerk en geloof bepaalden nogal de atmosfeer waarin ik opgroeide. Mijn vader was niet de enige dominee in de familie en wij woonden op de Veluwe. En er werd ons verteld dat je toch eigenlijk ook aan persoonlijke Bijbelstudie moest doen, wilde het goed met je komen. De donkerblauwe Bijbel lag dus bij mijn bed , gekregen bij het verlaten van de lagere school en tot mijn spijt al in de brugklas beschadigd geraakt omdat hij elke dag meegenomen moest worden in de zware boekentas. Bijna vijftig jaar later weet ik de speciale geur nog.

Positieve huiver
Niet dat ik ‘s avonds om half elf na de lange fietstochten en het vele huiswerk (vooral dankzij meneer van Diermen, de leraar Duits) nog puf had. Het hoefde misschien niet elke dag en er was gelukkig geen controle. Maar zomaar een stukje uit één van de evangeliën raakte mij op een keer toch wel bijzonder. Er ging een rilling ergens over mijn rug! Een positieve huiver. Meer was het niet. Maar ook niet minder. Die Jezus toch. Hij had mij aangesproken. Ik was geraakt.
Pas later realiseerde ik me meer het belang van dat moment. Dat toen k beslissend de balans was doorgeslagen. Het speet me dat ik toen niet meer terug kon halen bij welke Bijbeltekst het precies geweest was. In elk geval was het bij een van de verhalen dat Jezus rondtrekt door Galilea en ontmoetingen aangaat. In mijn omgeving werd er een enorm nadruk op gelegd dat Jezus gestorven was voor onze zonden. Maar ik voelde me geen groot zondaar, wel een onzekere tiener. Mijn klik met Jezus was zijn boodschap van mededogen in zijn vriendelijke omgang met mensen. Die essentie ‘kwam binnen’. Ik mocht er zijn.

Raakmomenten
Zestien is nu eenenzestig. Ik ben ook theologie gaan studeren en predikant geworden. Niet per se door dat ene moment. Er waren daarvoor en daarna zoveel meer ‘raakmomenten’. Maar dat ene is wel richtinggevend geworden voor de manier waarop ik de Bijbel lees en in de christelijke traditie ben blijven staan. Het bleek onder meer te helpen bij onderscheiden tussen de kern en minder noodzakelijke of zelfs hinderlijke verpakking van de geloofsboodschap, toen de vele kritische vragen bij allerlei aspecten van de christelijke leer zich opstapelden, rationele jongere die ik ook was en man die ik ben. ‘De kern ziet wijd’, zei een van mijn hoogleraren vaak. Amen.
Nee, een visioen was het niet. Maar de theoloog Edward Schillebeeckx schreef ooit in zijn belangrijke Jezus-boek ‘Jezus, het verhaal van een levende’ over de verhalen van zijn verschijningen na Pasen dat Jezus ‘epifaan’ is geworden. Jezus is verschijnend geworden. En daarover kunnen we meepraten. Daar is geen mirakelgeloof bij nodig. De Jezus van Nazareth van toen kan via de Bijbel overal binnen komen.
Die Jezus is wel vriendelijk in zijn vertegenwoordiging van het grote Ja van God tegen mensen, maar niet soft. Ook dat besef dateert uit die jeugd met stevige opvattingen over de Bijbel. Het pastoraat is een mooie manier om persoonlijke ontmoetingen aan te gaan waarin ik op mijn beurt dat Ja mag vertegenwoordigen. Ik hoop dat er kerken zullen blijven die mensen financieel vrij spelen voor dit prachtige werk. Maar kerken moeten zich – in Jezus’ Naam – ook inzetten om de rechtvaardigheid in de wereld te vergroten tegen over mensen die met wie gesold wordt en over wie heen gelopen wordt of die van hun land gejaagd worden om hun geloof of culturele identiteit.

Arabisch
Eens heb ik een kerkdienst meegemaakt in dat gebied waar de Heer zijn voetstap zette. Het was een dienst in het Arabisch, in een volgepakte kerk ergens op de flanken van de Karmel. Totaal onverstaanbaar dus. Alleen de bijbelse plaatsnamen in de preek waren herkenbaar. Maar het was voelbaar dat hier geleefd werd uit de vreugde dat de Heer in hun land was verschenen en dat deze broeders en zusters daar hun gevoel van waardigheid aan ontleenden. Aanstekelijk.

FD 31-8-2018 ‘Geloven’