De Geest waait nog steeds

Op Pinksteren is de Kerk nog lang niet jarig. De vuurvlammen uit het Pinksterverhaal geven aan dat het niet klopt als we over het Evangelie met stomheid geslagen zijn. Achter gesloten deuren blijven zitten met de inside-information is er niet bij. En wie geen visioen van vrede, gerechtigheid en eenheid koestert, heeft er ook niets van begrepen. De Heilige Geest ontregelt. Toch is er dit jaar wel een jarig: onze Raad van Kerken. Als dat niet met de Heilige Geest te maken heeft! Tijd voor een feestje.

‘De Heilige Geest, dat is toch iets van de katholieken?’ Die gedachte had een van de deelnemers toen een studiedag van doopsgezinde zusters ‘de Heilige Geest’ als thema had. Anderen dachten aan uit je dak gaan en dat doet een nuchtere protestant niet gauw. Het staat in een boekje dat de Raad van Kerken in Nederland uitgaf ter gelegenheid van haar vijftigjarige bestaan. Het bevat een selectie van Pinksterliederen. Elk lied is gekozen en van commentaar voorzien door een afgevaardigde van een van de aangesloten kerken. Geen christen en geen kerk die er aan ontkomt om het loflied op de Heilige Geest te zingen. De Geest heeft ons allen, ook als we er misschien nuchtere geesten en praktische doeners bij blijven.

Vorig jaar maakte de Raad met een bundel paasmeditaties de veelheid van stemmen in kerkelijk Nederland zichtbaar maakte. Bij de verkondiging van het opstandingsevangelie spreken christenen niet eensluidend. Die bonte diversiteit zou je ook kakafonie kunnen noemen. Maar als het gaat om wat ieder zingt op Pinksteren, dan vallen in dit boekje eerder de overeenkomsten op. Dat is precies wat bij de Heilige Geest past: verbinden en bezielen tot eenheid. Ieder in zijn of haar eigen geloofstaal wordt geraakt door de Ene. De noten op de zang van iedere vogel in de volière van de Raad verschillen. De vierkante blokjes van het Gregoriaans klinken anders dan ‘Ik voel de winden Gods vandaag’ van Kees Boeke of ‘Samen in de naam van Jezus’. Maar wat ieder aan het hart gelegd is, wijst wel in dezelfde richting.

Dit jaar viert ook de Wereldraad van Kerken een jubileum. In augustus zal de oprichting van de Wereldraad zeventig jaar geleden in Amsterdam worden gevierd, op dezelfde plek, de Nieuwe Kerk op de Dam. De Nederlandse Raad van Kerken kwam dus pas twintig jaar later. In ons land was eerst de schok nodig dat de protestantse prinses Irene zich ‘rooms’ liet herdopen, voordat kerken elkaar echt opzichten. Daardoor zit de Rooms-Katholieke Kerk wel in de Nederlandse Raad, terwijl die geen deel uitmaakt van de Wereldraad. (Wat met getallen te maken heeft. De kerken in de Wereldraad hebben samen wereldwijd nog niet de helft van het aantal leden dat de wereldkerk van de paus in Rome heeft).

Maar is de oecumene niet dood dan? Zijn de visioenen van toen niet verbleekt? De versplintering van kerkelijk Nederland is in feite al maar doorgegaan. Er waren wel kerkherenigingen, maar evenzoveel nieuwe kerkstichtingen, en meestal is de reden dat de ene gelovige dan niet wil samenwonen met wie het lied van het geloof anders zingt. En ja, de betekenis van raden en instituten is veranderd. Instituten maken plaats voor netwerken. We zijn veel minder waarde gaan hechten aan officiële verklaringen en gezamenlijke documenten. Het budget van de Raad en de omvang van de staf zijn daarom maar klein.

Maar als je goed kijkt zie je dat het visioen van toen nog springlevend is. Ook al zijn er eerder meer dan minder kerken, kerkmuren zijn wel veel lager geworden. We delen veel gemakkelijker elkaars liederen. Er vindt veel meer grensverkeer plaats. We leven veel minder ‘verzuild’. Partijpolitieke scheidslijnen gaan al lang niet meer gelijk op met kerkelijke scheidslijnen. Het CDA werd geformeerd. De EO kreeg zelfs de IKON onder dak en de NCRV wordt alleen nog door een heel klein verbindingslijntje gescheiden van de KRO. Het verjaardagslied bij de Raad van Kerken moet dan ook luiden ‘Lang zal ze leven!’ Gewoon omdat we moeten erkennen dat de Geest zelf het visioen van eenheid en verbonden werken aan een leefbare wereld onder jongeren en ouderen blijft aanwakkeren.

In de bundel klinkt ook het geluid van kerken van Syriërs en Kopten. Nieuwkomers uit andere landen versterken het geluid van de Geest in ons land. Enkele weken geleden werd dat ook zichtbaar op de synode van onze Protestantse Kerk door het toetreden van een eigen gemeente van Indonesische christenen. Gods Kerk in Nederland wordt steeds veelkleuriger.

In de bundel ontbreken bijdragen uit verwante religies. Want de Raad van Kerken is geen Raad van Religies. Maar ook het geluid van andere religies gaat niet buiten de Geest om. De Geest van Pinksteren is de Geest van Tora en Profeten en Pinksteren zelf is het joodse feest van het verbond op de Sinaï. En Mohammed heeft geput uit joodse en christelijke bronnen bij de formulering van zijn profetische boodschap. Om het even bij twee naaste buren te houden. We kunnen over en weer soms echt bezieling door eenzelfde verlangen waarnemen. Ook al verschillen we wat betreft belijdenis, politieke opvatting of liturgie. De herkenning van anderen als medepelgrims op de weg naar vervulling van Gods visioen voor zijn schepping houdt niet bij kerkmuren op.

Nee, met de Geest gaat stilzitten voorlopig niet lukken.

Protestanste Kerkbode, hoofdartikel mei 2018