Antonius van Padua, 15 augustus 1195 Lissabon – 13 juni 1231 Arcella bij Padua

‘Als op Sint-Antonius de zonne schijnt, veel zorg voor de boer verdwijnt.’
Antoniuspadua
Sint Antonius beheert als heilige het bureau van verloren verworpen. Is het misschien daarom dat hij een populaire heilige is bij rooms-katholieken in allerlei streken? Iedereen is wel eens wat kwijt op heel ongelegen momenten. Ik vind het nog niet zo’n gekke gedachte dat de Kerk de hemelse Vader vrijwaart van allerlei schietgebeden voor hulp in kleine zaken zoals sleutels en mobieltjes die nu!! nodig zijn en dat je in zulke gevallen dan tot iemand anders kan roepen van menselijk vlees en bloed.
Antonius was als Fernandez Buglio in Lissabon geboren. Al op 15-jarige leeftijd treedt hij in bij de Augustijner Koorheren. De stoffelijke resten van de eerste Franciscaanse martelaren worden uit Marokko in zijn klooster gebracht. Onder de indruk wordt hij ook Franciscaan en wil hij in hun voetsporen treden. Hij wordt missionaris onder moslims in Marokko en neemt de naam aan van de patroon van het klooster aldaar, Antonius Abt. Maar hij kan niet goed tegen het klimaat. Het schip op de terugreis landt vanwege een storm op Sicilië. De stille en bescheiden broeder die zijn adellijke komaf verbergt komt in Bologna terecht als hulp in een kloosterkeuken. Bij verrassing valt de keukenhulp op een dag op als iemand met spreekvaardigheid die ook goed onderlegd is in Bijbel en theologie. Franciscus van Assisi zelf benoemt hem tot eerste lector theologie voor jonge broeders in zijn beweging. Hij stuurt hem ook als prediker naar verschillende steden. Hij weet veel mensen in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië van daalwegen te bekeren. Zijn bijnaam wordt ‘ketterhamer’. In een van de legenden gaat Antonius als er niemand van de Katharen (‘ketters’) komt opdagen voor zijn preken, de vissen toespreken, die meteen de kop uit het water steken. Hij moet vaak in de buitenlucht preken vanwege de grote toeloop. Hij werd geroemd om zijn vriendelijkheid, eenvoud en deemoed. Een jaar na zijn dood is hij al heilig verklaard.
In een andere legende wordt hij op een onvermoed moment betrapt met het Christuskind op de armen dat een enorm licht uitstraalt. Misschien is dat de verklaring voor zijn status als helper bij het zoeken. Deze man kende een grote liefde voor Christus. Die was kennelijk zijn innerlijke bron van stralende vreugde en grote kracht. Zo kan hij een helpend voorbeeld zijn om bij paniekerig gepieker het contact weer te herstellen met je bron van vindingrijkheid, je eigen ‘creatieve middelpunt’, om het met Anselm Grün te zeggen.

Bronnen onder meer: Anselm Grün, Vijftig heiligen voor je leven, ten Have 2003