In de wekelijks ‘Petrus nieuwsbrief’ van de Protestantse Kerk doet vlootpredikant Muller nog een extra schepje bovenop de omstreden verklaring van de kerkleiding over Gaza.
Dat maakt het nog extra erg. Ik voel me oncollegiaal in de hoek gezet en met een lineaaltje op de vingers getikt.
Een paar voorbeelden.
Muller betoogt dat er in de kerk ‘geen gesprek meer’ is: ‘Ook in kerkelijke kring is het Israël-Gaza-conflict volstrekt gepolariseerd: je bent óf voor de ene óf voor de andere partij. Je laat met een selfie zien dat je een rode lijn trekt op het Malieveld óf je zet je tijdlijn vol met davidsterren. Je zet je in voor Christenen voor Israël óf je staat juist buiten de deuren pro-Palestina-leuzen te schreeuwen. Van enig gesprek is allang geen sprake meer.’
Hoe weet hij dat er geen gesprek meer is? Al de kerkdiensten bij langs geweest en de gesprekken in de gemeenten of rondgevraagd in alle werkgemeenschappen? De verlegenheid gepeild? In mijn tijdelijke gemeente werd het verlangen hardop benoemd naar riskanter (s)preken.
Wie polariseert hier vooral? Is dat niet degene die mensen die politieke keuzes maken en daarvoor uitkomen, zo in de hoek zet als drammerige fanatiekelingen, in feite allebei even erg?
Waarom die felle toon van veroordeling? Die 150.000 mensen die de rode lijn trokken in Den Haag kun je in elk geval niet verwijten dat het schreeuwers zijn. Ze waren de braafste demonstranten ooit.
Ja, er zijn vleugels, en die laten zich horen. Maar hoeveel kerkleden zijn het die zo gepolariseerd zijn dat je niet meer met ze kan praten? Veel mensen ontduiken eerder het gesprek.
En dan gaat het verder. Dat je er zou kunnen zijn ‘voor Jood én Palestijn’. ‘Jezus vraagt nergens in de Bijbel om een uitgesproken mening. Hij vraagt ons alleen om Hem na te volgen. En ja: Jezus is nooit los te zien van zijn volk. Maar Hij vond ook het geloof bij buitenlanders, heidenen en onreinen. Juist dáár bleek Hij heel hard nodig te zijn. In het conflict tussen Israël en de Palestijnen vraagt Jezus volgens mij niet om een kant te kiezen of om een duidelijke mening te formuleren.’
Hier wordt het theologische kletskoek. Jezus maakt heel duidelijke keuzes die mensen tegen de haren instrijken. In daad en woord. Hij deelt zijn overtuigingen en gaat confrontaties aan. ‘U dwaalt!’ De Jezus van Muller zou nooit aan het kruis geslagen zijn.
Hebben Palestijnen het recht om boos en opstandig te zijn over de stelselmatige roof van hun water, hun land, hun boomgaarden, hun huizen, de nachtelijke overvallen in hun huizen, de intimidatie aan de checkpoints, de gruwelijke verwoesting van hun laatste steden in Gaza, de honderdvoudige wraak op de aanvallen van 7 oktober? Wordt het tijd dat de kerk opkomt voor steviger politieke interventies om onze medeplichtigheid te verkleinen?
‘Jezus vraagt: geen mening.’
En dan de uitsmijter.
‘We zijn christenen: we zijn dáár geroepen waar de wereld ons nodig heeft. Om nood te zien, maar ook om te spreken van toekomst en van een koninkrijk dat komt. Om te bidden en om te verbinden. Probeer het maar eens. Kun je er zijn voor zowel de Jood als de Palestijn? Tuurlijk kan dat.’
Het ging toch over de oorlog in Gaza? Hoezo ‘Jood en Palestijn’? Het zijn de Joden niet die Gaza verwoesten. Het zijn de Israëli’s. Graag zorgvuldig taalgebruik. Het zijn geen Joden die Shiietisch-islamitische posities bombarderen, met het is Israël tegen Iran.
En wat is ‘er zijn voor’ iemand of een groep? Zitten Israëli’s te wachten op Protestantse Nederlandse schouders om op uit te huilen over hun gebombardeerde flats? Ben ik er voor Palestijnen geweest als ze altijd even mogen bellen over de volgende streek van die rottige kolonisten?
‘Er zijn voor’ betekent dat je ook bereid bent tot volle inzet voor iemands belang. Maar onze kerkleiding wil niet eens aan concrete advocacy beginnen bij de Israëlische ambassadeur ten behoeve van één volstrekt vredelievende Palestijn aan wie aanhoudend geen recht verschaft wordt. Laat staan voor een heel volk dat vermorzeld wordt.
‘Tuurlijk kan dat’.
Nee. Het is moeilijk, heel moeilijk om ‘meerzijdig partijdig’ betrokken te zijn op zowel daders als slachtoffers van groot geweld en onrecht. Het is bijvoorbeeld per definitie onevenwichtig. Jezus is met grote zondaars ánders solidair dan met hun slachtoffers. En zijn solidariteit gaat heel wat verder dan het hebben van gevoelens voor mensen aan beide kanten, hun beider verhaal wel willen horen en wel voor hen willen bidden. En die kost hem nogal wat.
Een vlootpredikant kan zijn werk alleen doen door een politiek neutrale opstelling. Maar van een kerk en van kerkleiding mag meer verwacht worden. Het soort onpartijdigheid dat Muller en de kerkleiding ons wil aanpraten laat beide conflicterende partijen en hun vrienden in Nederland in de steek.
En wat een arrogantie om te denken dat je met vage neutraliteit die pijnlijke keuzes uit de weg gaat, méér bezig bent met navolging van Christus dan degene die bereid is zich veel woede en afwijzing op de hals te halen door een weloverwogen keuze vanuit oprechte solidariteit.
Dan heb ik nog liever van doen met een ‘Christen voor Israël’ die oprecht bezorgd is dat het een satanisch antisemitisch complot is, waaraan Israël ten prooi dreigt te vallen en daarom vijf davidssterren op zijn facebook post.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mogelijkheid dat mensen aan beide kanten van dit politieke spectrum juist goede bedoelingen hebben voor zowel Israël (‘de Joden’) als het Palestijnse volk.
Voor alle ‘rode-lijn-trekkers’ die ik ken, geldt dat in elk geval. Ze zijn ‘voor Jood én Palestijn’, ook als ze ‘er’ nu even niet zijn voor Israël met zijn totaal ontspoorde leiders.