Jullie beschuldigen mij. Satan ontnam jullie je leven, besloot dat jullie doof, blind of verlamd geboren werden en stal jullie gezonde geest. En je beschuldigt hem nergens van!
*24 september 1889, Nkamba – † 12 oktober 1951, Elisabethstad (Belgisch Kongo)
Op 6 april 1921 begon Simon Kimbangu in Belgisch Kongo op te treden als prediker, genezer en profeet van het naderende einde van het kolonialisme. Het was maar van korte duur, maar genoeg om een grote schare volgelingen te krijgen. Hij stelde twaalf apostelen aan. Binnen een paar maanden kwam het kerkelijk establishment in het geweer en werd zijn arrestatie verzocht. Het gouvernement beschuldigde hem van hekserij. Hij wist nog een tijdje onder te duiken, maar gaf zichzelf in september van hetzelfde jaar aan. De maand erop werd hij ter dood veroordeeld vanwege ordeverstoring en ondermijnende activiteiten. De doodstraf was koning Albert te gortig, maar hij bleef tot zijn dood dertig jaar later gevangen zitten.
En de parallellen met het Evangelie gaan verder. Mensen meenden dat ze her en der verschijningen van hem zagen. Volgelingen bleven met de gevangene in contact. En de autoriteiten gingen ook tot hun vervolging over. Enkele duizenden aanhangers werden verbannen naar uithoeken van het land of zelfs in werkkampen gezet. Menigeen bezweek.
Simon was een bekeerling die een opleiding had genoten op een missiepost van Britse baptisten. In 1915 was hij gedoopt en catecheet geworden en in 1918 waren er visioenen begonnen te komen. Terwijl de tyfus rondwaarde hoorde hij de Heer zeggen dat zijn dienaren ontrouw waren en dat Simon nu geroepen werd om voor zijn kinderen te getuigen en hen te bekeren. ‘Hoed mijn schapen’. Hij had nog een tijdje tegengestribbeld.
Het einde van de kolonialistische arrogantie tegenover Afrikaanse expressies van het geloof kwam voor hem te laat. Volgens een bewaker had hij dag en uur van zijn eigen dood in 1951 voorspeld. In 1959, het jaar van het overlijden van zijn vrouw Muilu Marie Kiawanga, werd de kerk van de Kimbanguïsten geformeerd onder leiding van de jongste zoon. De kerk belijdt de Drie-eenheid. Men leeft monogaam, gaat niet naakt in bad of naar bed, rookt en drinkt niet en doet de schoenen uit bij het bidden en in de kerk. De Bijbel heeft het hoogste gezag en de Tien Geboden moeten elke dag gelezen worden. Het Avondmaal wordt bediend op 6 april, 12 oktober en Kerstmis en kan ook door vrouwen worden geleid. De kerk trad in 1970 toe tot de Wereldraad van Kerken, kort voor de onafhankelijkheid van Kongo (Zaïre). Het ledental wordt nu geschat op 17 miljoen.