
Christendom is de enige basis voor socialisme en een waarachtig socialisme is het noodzakelijk resultaat van een gezond christendom
*29 augustus 1805, Normanston, Suffolk – † 1 april 1872, Londen
In het ‘revolutiejaar’ 1848 werd de theoloog John Frederick Denison Maurice leider van Britse christen-socialisten. Zij waren bezorgd over de toenemende afkeer van het christendom vanwege te weinig inzet voor de minderbedeelden. Van de staat viel niet veel te verwachten voor de verbetering van hun levensomstandigheden, die door de industriële revolutie vaak bar waren. Er moest meer gebeuren dan liefdadigheid. De beweging zette zich in voor coöperaties en bereikte dat in 1852 coöperaties een wettelijke status kregen. Daarnaast stimuleerden ze volwassenenonderwijs. Maurice stichtte in Londen een meisjesschool en een college voor volwassen arbeiders en handwerklieden. Bij het laatste bleef bij betrokken tot aan zijn dood.
Maurice bleef vooral theoloog; niet een bouwer, maar een graver die voor een goede basis zorgde. Hij had gestudeerd in Cambridge en Oxford en was als journalist en schrijver actief geweest voordat hij priester en hoogleraar geworden was. Hij vond het liberalisme van zijn tijd te individualistisch. Individualisme leidt tot competitie, het christendom zet eerder op het spoor van gemeenschap en concrete samenwerking. En de samenleving kon alleen worden vernieuwd door de wetten van haar ordening te vinden in het geheim van haar bestaan: in God en zijn bestuur.
Maurice bleef ook bekend door zijn ontslag in 1853 als hoogleraar aan het King’s College in Londen omdat hij kritiek leverde op de leer van de eeuwige straf. Volgens hem betekende eeuwigheid het ontbreken van tijdsbesef en niet zozeer oneindigheid. ‘Eternal’ is iets anders dan ‘everlasting’. Maurice beriep zich voor deze uitleg op de Bijbel, de klassieke geloofsbelijdenissen, Plato en de kerkvaders. Veel reputatieschade leed hij niet. Hij behield zijn kerkelijk functies en werd in 1866 zelfs hoogleraar moraalfilosofie en moraaltheologie in Cambridge.
Halverwege de vorige eeuw onderging zijn werk een herwaardering, ook in ons land. Maurice was gericht op een nieuwe toekomst van de kerk. De missie van de kerk in de natie vereiste een diepere moraliteit, bewogen door de macht van Gods liefde, getoond aan het Kruis. De schade van de kerk door haar interne verdeeldheid moest beperkt worden door meer nadruk op het gemeenschappelijke en complementaire in de verschillende overtuigingen. Zijn toetreden tot de Anglicaanse kerk was een uiting geweest van herwaardering van de grote theologische tradities van het christendom. Het unitarisme waarin hij als predikantszoon was opgevoed was hem te gelijkhebberig. Exclusiviteit moest plaats maken voor meer inclusiviteit.
(2022)