De poging van de Raad van Kerken om toenadering te bewerken tussen kerken met en kerken zonder kinderdoop beschouw ik als in hoge mate mislukt. De baptisten en doopsgezinden tekenen niet voor erkenning van de kinderdoop. En de meeste reformatorische kerken (chr. geref., vrijgemaakt geref., de anderen zoals de HHK en de GGiN deden kennelijk niet met de gesprekken mee!) tekenen zelfs nog niet eens voor de erkenning van de kinderdoop in een andere kerk dan hun eigen. Dus ik ben nog iet erg onder de indruk van de ondertekeningen van verklaringen op 29 mei a.s. in Heiloo.
De PKN heeft zich bij de discussies in 2009 over herdoop en doopherdenking gecommitteerd aan het nastreven van erkenning van de kinderdoop bij overgang naar andere kerken, vanuit de leer van de eenmaligheid van de doop. De conclusie kan zijn dat dit niet gaat lukken. De PKN kan beter haar huiswerk over gaan doen. In mijn ogen betekent dat niet minder dan het loslaten van de eenmaligheid van de doop in het geval deze als kinderdoop was bediend, en het erkennen van de rechtmatigheid van ‘overdoop’ op het moment dat iemand als volwassene of jongere zelf een bewuste geloofskeuze wil markeren met de geloofsbelijdenis.