Alleen de hoeveelheid van God die we in ons toelaten zal voor ons werken
*4 november 1897, China – † 21 februari 1982, Monrovia (Californië, VS)
‘Gebedsgenezing’ is een hachelijk thema. Homoseksuelen zijn eraan onderworpen alsof hun geaardheid een ziekte is of een vorm van demonie. Zieken werden soms gedwongen medische behandelingen achterwege te laten. En menigeen die niet genas kreeg een schuldgevoel aangepraat over gebrek aan geloof.
Maar de positieve getuigenissen liegen er ook niet om. Een eeuw geleden begonnen voorgangers en gemeenteleden uit verschillende kerken in de Anglicaanse wereld praktijken van gebed, handoplegging en geestelijke begeleiding te ontwikkelen, gericht op allerlei noden van geest, ziel en lichaam. Ze zagen in dat de Kerk niet alleen een boodschap van intellectuele en morele verandering heeft, maar ook van emotionele vernieuwing. En opvallend is de grote rol die vrouwen speelden in de bewegingen van ‘charismatische vernieuwing’ die zo ontstonden.
Agnes Mary White, een van die pioniers, was de dochter van een zendelingenechtpaar in China. Haar was geleerd dat de genezingswonderen in de Bijbel beperkt zijn tot de apostolische tijd. Maar toen ze tijdens haar onderwijzersopleiding in de VS een operatie onderging had ze een bijna-dood-ervaring. ‘Er moest meer zijn!’ Ze ontwikkelde een grote gevoeligheid voor de emoties van anderen. Ze trouwde met predikant Ted Sanford en werd moeder. Maar bij de geboortes werd ze depressief en zelfs suïcidaal. Tot bij een handoplegging en een gebed door een Episcopaalse pastor haar depressie verdween. Hij zette haar aan tot schrijven en tot Bijbelstudie. En ze moest zelf maar gaan bidden voor de zieken die ze steeds naar hem doorstuurde. Zo ontstonden er gebedsbijeenkomsten voor zieken, met geestverwanten die soms uit hun kerk waren gezet, en gebedspastoraat aan gewonde militairen. Ze leidde her en der conferenties voor voorgangen en hun echtgenoten. En ze schreef tientallen boeken over allerlei aspecten van ‘innerlijke genezing’, met een grote verspreiding.
Visualisatieoefeningen waren een belangrijk onderdeel van haar werk aan ‘genezing van de herinneringen’. En vanaf Het helende licht uit 1947 tot haar laatste boek Creation waits (de schepping wacht) uit 1977 schreef ze niet alleen over emotionele en lichamelijke genezing, maar ook over de wonden en zonden van naties en de ecologische crisis. Misschien overdreef ook zij soms de mogelijke effecten van gebed. Maar haar boeken getuigden van groot psychologisch inzicht in de innerlijke schade die we kunnen oplopen. En van grote vreugde over de krachten van genezing die God in zijn schepping heeft gelegd. Wat haar betreft was de ‘genezende energie’ die ons ter beschikking is gesteld óók de reden waarom laboratoria op zoek moeten naar vaccins als zich nieuwe ziektes aandienen. (2020)