
Er groeide er in mij een intens verlangen naar drie wonden: de wonden van een oprecht berouw, van een diepmenselijk medelijden, en van een niet aflatend hunkeren van mijn wil naar God
*plm. 1342 – † plm. 1416, Norwich (GB)
Juliana is genoemd naar de Sint Julianuskerk waarbij zij haar kluizenaarsverblijf had. Haar doopnaam is onbekend. Norwich was de tweede stad van Engeland. De heftige veertiende eeuw was overal vol oorlogsrumoer. De Zwarte Dood maaide in haar jonge jaren hele dorpen leeg. Er vonden boerenopstanden plaats, er meldden zich vurige pleitbezorgers van hervormingen, er rookten talloze brandstapels.
De vormen van spiritualiteit die opbloeiden waren ook drastisch. ‘Juliana’ was niet de enige die koos voor zelfisolatie in de stilte van een kluis. Niet tegen de pest, maar tegen de wereld, gericht op het brandend houden van een ander vuur dan dat van oorlog en opstand. Haar gebedsmeditatie concentreerde zich op het lijden van Christus. Ze leefde zich zo in dat ze verlangde naar een dodelijke ziekte op haar dertigste. Ze wilde ervaren hoe het is om totaal aan de goddelijke genade overgeleverd te zijn. En ze hoopte op verschijningen van de Heer. Die wensen werden vervuld. Op de dag dat ze van ziekte dacht te gaan sterven, 8 mei 1373, kwamen er 15 ‘showings’ van Christus.
Visioenen waren niet uniek. Maar zij schreef ze op en werd zo de eerste Britse schrijfster. ‘Getuigenissen’ is een verrassend helder verslag, doordacht geformuleerd, fris. Latere onderzoekers kunnen er eigenlijk niets neurotisch in ontdekken. En de liefde die ze van Christus ontvangt is intens, maar hoffelijk. ‘Een vorstelijke koning of een machtig heerschap bewijst zijn arme dienaar de hoogste eer als hij zich met hem op vertrouwelijke voet wenst te begeven.’
Ook de Britse vorstin kent haar zin: ‘Alles is goed en alles komt goed.’ Die komt uit het visioen waarin ze worstelde met de leer van de veroordeling van de ongedoopten en onbekeerden tot de hel. Juliana kon die niet rijmen met de goddelijke liefde die ze zo intens had ervaren. Maar ze ‘zag’ dat God weliswaar zijn woord houdt, maar ook hoe dan ook alles ten goede keert wat niet goed is.
Margery Kempe, een jongere tijdgenote en ook een mystica die een boek schreef vol gesprekken met Christus, heeft Juliana ontmoet. Zij beschreef haar als een expert in het geven van goede raad. Want de aanraking door de goddelijke liefde betekent wel een verwonding van het dikke Ik, maar berooft je niet van gezond verstand. (2021)