In alles zit een barst. Zo komt het licht binnen
* 21 september 1934, Montréal
† 7 november 2016, Los Angeles
‘There’s a crack in everything, that ’s how the light gets in.’ Alleen al vanwege die ene zin uit Anthem moet Cohen ook op mijn lijstje geloofsgetuigen, de Canadees-joodse zanger en liedjesschrijver met zijn diepe stem, de zanger van het onvolmaakte waarin het Eeuwige zich verborgen houdt. De beroemde zin lijkt op een regel uit zijn bekende nummer Hallelujah: ‘There’s a blaze of light in every word. It doesn’t matter which you heard’. ‘In elk woord zit wel een vleugje licht.’
Van Suzanne, een liefdesliedje uit 1966 waarin Jezus over het water liep, tot en met zijn afscheidsbundel speelde hij met religieuze thema’s. Hallelujah laat de bijbelse singer-songwriter koning David zingen voor een God die misschien helemaal niet om muziek geeft, terwijl de losbandige Bathseba zijn haar doet op een keukenstoel. En hij sombert opgewekt over al zijn beperkingen, twijfels en onmacht. Misschien is er een God daarboven, maar hij heeft het Licht niet gezien. Hij deed zijn best. En ook al ging alles verkeerd, hij zal voor de Heer van het lied staan met niets anders op zijn tong dan een Hallelujah.
Cohens grootvader was rabbijn. In de jaren zestig werd Cohen lid van de Church of Scientology. Later verdiepte hij zich in het boeddhisme, bracht hij enige tijd als monnik door in een Zenklooster en werd hij zelfs officieel ingewijd. Het hielp hem bij zijn depressies en neiging tot ‘eindeloze zelfanalyse’.
Op een concert in Tel Aviv gaf hij het publiek eens zijn zegen. Een Cohen is immers een priester! Maar ook het protest van de profeten klonk door als hij zong over ‘een losbandige massa, terwijl de moordenaars op hoge postjes hun gebeden hardop opzeggen’. Bij het godvormige gat in de ziel van Cohen past geen Almachtige ver weg, maar eerder een Nabije die zich inlaat met alle onvolmaaktheid en onze neiging om hem te kruisigen.
In de titelsong van zijn afscheidsalbum You want it darker klinkt ook weer Hebreeuws in het refrein. Het zijn de woorden van Abraham bij het altaar met Izaäk erop vastgebonden en de jonge Samuël als hij in de nacht geroepen wordt: ‘Hineni, hineni, I’m ready, my lord’ (Genesis 22, 1 Samuël 3). Hier ben ik! Songteksten zijn vaak ongrijpbaar. Was Cohen nu wel klaar met die God die ons naar onze dood opjaagt? Maar zelf schreef hij dat de bereidheid om als het erop aankomt te dienen en zichzelf op het kritieke moment te offeren, deel is van ieders ziel! En dat is geen sombere gedachte.
(2020)