Margareta Porete – * rond 1250, Henegouwen – † 1 juni 1310, Parijs

Deugden, ik neem afscheid van jullie voor immer! Ik was jullie lijfeigene, nu ben ik bevrijd!

Het staat al in Numeri 11. Twee lieden lopen in het kamp van Israël te profeteren zonder dat ze een officiële aanstelling hebben. Mozes wordt er niet zenuwachtig van. Maar Jozua, aankomend leider, wil dat het stopt. En zo hebben ook kerkleiders in de loop der eeuwen meestal graag de controle willen houden over de werking van de Geest.
Vrouwen roerden zich eigenlijk al de hele Middeleeuwen met het verlangen naar ruimte voor een eigen spiritualiteit met een eigen ’taal’. Margarete Porete was zo’n religieuze. Was ze een begijn? In elk geval hoorde ze bij de Broeders en Zusters van de Vrije Geest. Ze schreef in oudfrans over de mystieke weg naar God. Ondanks de veroordeling door de Inquisitie bleef een boek de ronde doen, met de omslachtige titel ‘De spiegel der eenvoudige, vernietigde zielen die één in wil en verlangen naar liefde hunkeren.’ In taal uit de wereld van de hoofse liefde geeft het een zevenstappenplan voor de ziel. Die kan dan al in dit leven een vereniging met God bereiken.
Wat haar vooral werd kwalijk genomen was de gedachte dat je dan je deugden en het redelijke denken achter je laat. Wie zich in de goddelijke liefde verliest raakt het verstand kwijt en wordt ‘ondeugend’. Wat ze beschrijft is te herkennen vanuit de beleving van een roes waarin de controle weg is. Iemand die enthousiast is, ‘vol van God’, kan het decorum kwijt raken of vreemde klanken uitstoten. Margarete bedoelde vooral dat de liefde van God je ook vrijmaakt van dwingend iets ‘moeten’ van God ter verbetering van je eigen gedrag of je gevoelens. Blijvend!
Maar ondermijnt dit niet de moraal? En als je dan ook nog de officiële door mannen geleide kerk betitelt als ‘de kleine kerk’, te onderscheiden van de Grote Kerk waarin de Liefde zegeviert, dan is je lot wel bezegeld. Haar boek werd rond 1300 al veroordeeld door de bisschop van Kamerijk en verbrand op de markt van Valenciennes. Margareta voegde toch nog hoofdstukken toe. Een nieuwe klacht volgde. Verschillende inquisiteurs bogen zich erover. Margareta werd vastgezet. Drie theologen beoordeelden het boek positief. Maar 21 theologen van de Universiteit van Parijs besloten eensgezind dat het ketters was. Met haar boek werd ze nu ook zelf verbrand. Ze ging waardig.
Met ondeugendheid kun je het tegenwoordig juist ver schoppen. Dwarse kunstenaars, tegendraadse denkers en andere vrije geesten krijgen gauw applaus. Soms raakt nu uit zicht dat bij de ‘vrije Geest’ het ontregelen geen doel op zich is.
(2018)