Eucharistische kwaliteit

Hoeveel betekent het Avondmaal vieren voor ons? Uit respect voor de  traditie en de Bijbel houden we het in ere. Avondmaalszilver wordt gekoesterd. Diakenen omgeven vieringen met gepaste zorg. Voorgangers putten uit een rijkdom aan teksten en muziek voor de liturgie. Voor een bezinning over het vieren en het beleven ervan vindt de kerkenraad met een beetje geluk af en toe wel enthousiastelingen. Gaan we binnenkort een ophoging van de frequentie en een intensivering van de Avondmaalsbeleving meemaken?

Onze kerkleiding hoopt erop. In 2016 werd het Avondmaal speerpunt van beleid. Er werd een synodezitting aan gewijd, waarbij mooie gesprekken ontstonden. Scriba de Reuver twitterde over allerlei initiatieven rond het thema. De scheidende hoogleraar Jan Muis schreef een heldere en toegankelijke brochure over het wezen en de betekenis van het Avondmaal. Kerkenraden worden gestimuleerd om hiermee aan de slag te gaan in de gemeente.

Ja, voor menigeen is het Avondmaal speciaal. Laat het maar bijzonder blijven, zeggen ze dan. Spelen herinneringen nog een rol aan tijden dat de noodzaak van plechtige eerbied tot te grote hoogte was opgevoerd? Nauwelijks. Maar als je elke dag luxe dineert is het al gauw niet bijzonder meer. Een protestant vreest onnadenkendheid als het afhalen van het ouweltje bij de voorganger een wekelijkse routine zou zijn. Soms tonen we ons wel gevoelig voor de bevreemding van Rooms-Katholieke zijde dat het Avondmaal bij ons slechts incidenteel wordt gevierd, op een paar grote-stadskerken na. ‘Calvijn wilde eigenlijk ook een wekelijkse viering’. Maar dit schuldgevoel ebt meestal gauw weer weg.

In geheel van het christendom zijn we als protestanten een uitzondering. In alle oudere  takken van de christenheid is een kerkdienst zonder de eucharistie ondenkbaar.  Ook Luther dacht niet anders. Voor de leer dat Christus écht ontmoet wordt in brood en wijn ging hij ‘vol op het orgel’. Maar de Reformatie bracht wel een verschuiving naar de verkondiging als brandpunt van ontmoeting met God. Intussen zijn we wel weer gevoeliger geworden voor de betekenis van liturgie, muziek en symbolen dan onze gereformeerde voorvaderen. Maar van lange tijd geen Avondmaal zal menigeen niet gauw het gevoel krijgen van geestelijk droogstand.

Vanuit de Bijbel gezien heeft de Maaltijd van de Heer een veelheid van betekenissen, zeker als we ook het Oude Testament laten meeklinken: Abraham die brood en wijn krijgt van Melchizedek, Pesach bij de Sinaï, de profetendroom over een Maaltijd van de volkeren. Teveel om alles tegelijk te beleven: hartversterking voor ‘onderweg’, een feestelijk pauzemoment, viering van het Geheim van de liefde, zegening met vrede, voorsmaak van eeuwigheid, genieten van wat aarde en arbeid opbrengen, middelen van bestaan delen, lijden en verlossing uit lijden gedenken, het offer van Een vieren en de offers van anderen, vergeving, vriendschap, vrijheid.

Maar die betekenissen kunnen ook op andere manieren beleefd worden. En dat moet ook. Discussies over het Avondmaal kosten soms veel energie die weinig oplevert. Het gevaar is dat we focussen op de vorm, de kwantiteit en de beleving terwijl we een andere vraag uit het oog verliezen. De vraag naar de kwaliteit van ons kerk-zijn als geheel. En of die kwaliteit ook eucharistisch is.

Eucharistie is Grieks voor dankzeggen of lofprijzen. Eucharistische kwaliteit gaat over bidden en zingen, geloven en hopen! En het Avondmaal vieren is niet alleen iets mét symbolen, het is zelf symbool voor wat kerkzijn is. Dan gaat het in het bijzonder ook over mededeelzaamheid met de geschonken gaven, zowel de materiële als de geestelijke. Over niemand te kort laten komen.

Menige gemeente houdt tegenwoordig allerlei laagdrempelige maaltijdontmoetingen. Samen eten en drinken is van gemeentezondag tot einde-seizoens-borrel in die van mij in elk geval een belangrijk bindmiddel. Verder is participeren in vrijwilligerswerk aan de arme kant en de voedselbank voor velen een belangrijke doordeweekse activiteit. We zijn een ‘groene’ kerk. We hebben hartelijke pastorale ontmoetingen. En we vieren Avondmaal, in verschillende vormen, een keer of zes per jaar. Maar dat laatste is dus niet per se de graadmeter voor onze eucharistische kwaliteit!

Op de lijstjes succesfactoren van nieuwe kerkelijke initiatieven gaat het ook veel over zulke dingen: echte persoonlijke ontmoetingen, diaconaal delen. Zelden over Avondmaal vieren. Delen en ontmoeten zijn denk ik de sleutelwoorden die voor verbinding kunnen zorgen tussen het een en het ander: de liturgie en de diaconale inzet voor anderen, de pastorale zorg voor elkaar. Symbolisch delen heeft alleen zin in verbinding met daadwerkelijk delen.

Maar dan kan het een het ander versterken. Zeker als we ook onze vaste routines af en toe eens creatief durven te doorbreken. Een van mijn onvergetelijke Avondmaalsmomenten? Het was een paar jaar geleden op een Duitse protestantse Kirchentag. Een viering ter nagedachtenis aan het werk van theologe Dorothee Sölle, bij leven een belangrijke inspirator voor dit tweejaarlijkse evenement.  Honderden mensen in een grote jaarbeurshal. Mooie woorden. Een puike band maakte de liederen smaakvol tot meezingers. Er werd ook brood gedeeld. Maar vervolgens werden we uitgenodigd om onze zitjes (van karton) te draaien en even de ontmoeting aan te gaan met onze naaste buren, allemaal wildvreemd voor elkaar. Er gingen mandjes rond met wortel en komkommer en flesjes water voor iedereen. Het levendige geroezemoes werd weer stil toen tenslotte de wijn rondging. Het knisperde van een mooie energie!

(Prot. kerkbode zomer 2017)