Wie God zoekt om met hem iets te zoeken vindt God niet; maar wie werkelijk alleen God zoekt vindt God en vindt nooit alleen God, maar vindt met God ook al wat God te bieden heeft
Meester Eckhart liep langs het randje. Juist daarin schuilt de aantrekkingskracht van zijn preken en traktaten. Hij was een van de eersten van wie de preken in de volkstaal verspreid werden. En de Groningse dichter C. O. Jellema (1936-2003), die buitenkerkelijk was geworden, vertaalde in zijn laatste levensfase uitgerekend van hem veel geschriften om ze prachtig opnieuw uit te geven. Wie kan de moderne twijfelaar beter handreiking bieden dan de mysticus die alles weet over het ‘arm zijn aan God’ en de pijnlijke noodzaak van loslaten van eigen weten en willen?
Eckhart was theoloog in de orde van de Predikheren oftewel de Dominicanen. De orde maakte net als die van de Franciscanen een grote bloei door. Eckhart was er prior, vicaris en provinciaal, dus iemand met leidinggevende rollen. Hij studeerde en doceerde in Parijs en Keulen en schreef verhandelingen en bijbelcommentaren. Honderden preken die hij voor zijn medebroeders in diensten en op studiedagen hield begonnen al tijdens zijn leven de ronde te doen. Tegen het einde van zijn leven werd er onderzoek ingesteld naar zijn trouw aan de leer van de kerk. Inquisitie! Hij is waarschijnlijk overleden terwijl hij aan het pauselijk hof in Avignon was om zijn zaak te verdedigen. Zijn veroordeling maakte hem voor de eeuwen daarna des te spraakmakender.
Al vòòr Eckhart maakten de grote theologen van zijn orden gebruik van de begrippentaal van christelijke en joods-arabische filosofen en theologen uit vroeger eeuwen die sinds kort ter beschikking waren gekomen. Eckhart was een durfal. Hij jongleert met de leer van de goddelijke drie-eenheid en met Bijbelteksten over de heilsgeschiedenis. Hij geeft er een mystieke draai aan. God ‘bestaat’ niet. God is een zijn dat ons zijn aan zich gelijk wil maken. Eckhart leert ‘de geboorte van God in de ziel’. Dat wil niet zeggen dat hij de historische geboorte van Jezus ontkent. Maar die is niet zijn thema. Net zomin als de verzoening door het plaatsvervangend lijden van Jezus of de heiligen. Alles draait om de terugkeer van de mens naar God en het opgeven van de eigen wil. ‘Waar God is is de ziel’, ‘waar de ziel is daar is God’. Gods geboorte is als het vuur dat het dorre hout doortrekt en helemaal vurig maakt. Om zover te komen moet er een tempelreiniging in ons plaatsvinden. Alle kooplui moeten weg die nog een bepaald eigenbelang koesteren. Dan kan het Woord met al zijn wijsheid en kracht ons helemaal vervullen.
Hij had zich dus teveel laten beïnvloeden door heidense filosofie. Bij de verspreiding van de leer van hun meester zouden latere volgelingen wat betreft de mystieke eenwording voorzichtig worden. Maar daar lag nu net het punt waarop de monnik-theoloog in gezelschap kwam van grote leermeesters uit andere religieuze en filosofische tradities. Juist als taal tekort schiet zit iemand vaak heel dicht bij het vuur.
(2016)