Menno Simons – *januari 1496 Witmarsum – † 31 januari 1561, Wüstenfelde (Noord-Duitsland)

Daer en magh gheen ander Fundament gheleyt worden behalven dat er gheleyt is, het welke is Christus Jezus

Menno Simons
Eén tak van het protestantisme draagt wereldwijd de naam van een Nederlander: de Mennonieten. Al snel kreeg de Reformatie van Zürich tot Wittenberg en Bolsward aanhangers die radicaler waren dan Luther. Vanaf de Boerenopstanden tot en met het extremistische ‘Nieuw Jeruzalem’ in Münster (1534-1535) werden ook de hooivorken in het geweer gebracht om maatschappelijke veranderingen af te dwingen. De opstanden werden bloedig neergeslagen. Menno Simons voelde zich medeverantwoordelijk. Ook hij had mensen de feilen van de Roomse Kerk laten zien! Hij werd woordvoerder van doopsgezind geloven dat gebruik van geweld juist afwees.
Menno werd als boerenzoon geboren in Witmarsum. In 1524 is hij in Utrecht tot priester gewijd. Als kapelaan in Pingjum begon hij al snel te twijfelen aan de Rooms-katholieke leer aangaande het avondmaal. Als Sicke Freerks in Leeuwarden wordt onthoofd omdat hij zich opnieuw heeft laten dopen, verdiept Menno Simons zich ook in het sacrament van de doop. Hij concludeert dat hij de Kerk van Rome moet verlaten. Op 30 januari 1536 legt hij het ambt van pastoor – sinds 1531 in Witmarsum – neer. In Groningen wordt Menno opnieuw gedoopt. Hij trouwt met Geertruid Hooyer uit Witmarsum en vestigt zich in Oldersum tussen Emden en Leer. In 1539 verschijnt Menno’s belangrijkste geschrift Fundamentboek. Om de gemeenten in het noorden van Nederland en Duitsland te ondersteunen met prediking en bediening van doop en avondmaal en om met priesters in discussie te treden maakt hij in het geheim lange reizen. De Dopers worden na ‘Münster’ zwaar vervolgd. Zijn gezin moet steeds vluchten. Na vele omzwervingen vindt hij onderdak bij Graaf van Ahlefeldt te Bad Oldesloe. Daar overlijdt zijn vrouw en enkele jaren later hijzelf in 1561.
In theologische discussies met protestanten die door Luther en Calvijn geschoold waren moesten de Doopsgezinden het vaak afleggen. Wat Simons naliet waren geen theologische meesterwerken. Het waren wel pleidooien voor een geloof dat zijn kracht eerder in een leven in eenvoud en ernst zoekt dan in dogmatische precisie.
Een kritische houding ten opzichte van overheid en legerdienst bleef een belangrijke doopsgezinde trek. Doopsgezinden waren en zijn relatief vaak actief in vredesbewegingen. In de Amish in Pennsylvania, afstammelingen van Duitse immigranten, valt vooral Menno’s gestrengheid in het nastreven van een vroom een onberispelijk leven terug te vinden. Een beroemd bijeffect van de praktijk van de volwassendoop bij de Amish is een ontspannen houding ten opzichte van de wilde jaren van de puberteit: jongeren mogen tot aan hun doop ‘rumspringa’!
Wereldwijd zijn er zo’n 1,4 miljoen Mennisten. Een bekende Doopsgezinde was ingenieur Lely, bekend van de Zuiderzeewerken die na de watersnoodramp van januari 1916 op gang kwamen. Zijn goed gefundeerde Afsluitdijk begint vlak bij Witmarsum.

Menno Simons monument contourenkerkje witmarsum