Een prachtig boek over een prachtig gebied met een rijke maar tumultueuze geschiedenis. Een heftig omstreden gebied. Dijkstra heeft een missie. Hij wil mythes ontmaskeren die een funeste rol spelen in het grote Israël-Palestina-conflict. Zo was het land nooit leeg. En het is eigenlijk ook nooit in de geschiedenis een alleen maar Joods land geweest. En dat de meeste Palestijnen van nu eigenlijk ook maar van negentiende-eeuwse immigranten afstammen die tegelijk met de Joden kwamen in dat zogenaamde lege land is ook een sprookje.
Dijkstra is oudtestamenticus en oud-docent oud-oosterse godsdiensten en culturen en kent het gebied ook duidelijk uit veel eigen waarneming. Hij brengt een ongelooflijke hoeveelheid informatie samen in zijn beschrijving van de geschiedenis van de regio vanaf de oudste sporen van de mens tot ongeveer 1918: de tijd van Balfourverklaring, het einde van de Eerste Wereldoorlog en het begin van het Britse mandaat. En het leest goed, want hij heeft een stevige greep op de stof. De indeling in een veertien periodes werkt prima, evenals het duidelijke streven om uit elke periode goed te laten zien welke bevolkingsgroepen er samenleefden en onder welke machtsverhoudingen. Het wordt zichtbaar dat er dankzij immens veel archeologisch en multidisciplinair historisch onderzoek heel veel informatie beschikbaar is. Terwijl we in de toekomst nog meer mogen verwachten, want veel Arabisch en Turks archiefmateriaal is nog niet onderzocht.
Knap vind ik dat hij de lezer niet laat verzuipen in een te grote stroom aan gegevens. Het land zelf is als het ware de verteller dat de lezer dwingt om te kijken naar alles wat er gebeurd is. Dat is dan geen strak afgebakend gebied. Het betreft niet alleen het huidige Israël met bezette Palestijnse gebieden, maar ook aangrenzende gebieden. Bij de geschiedenis van het land horen behalve Filistijnen, Kanaänieten en Israëlische stammen ook Nabateeërs, Edomieten, Samaritanen, pensionado’s van Romeinse troepen, of later alle mogelijke varianten van christendom uit oost en west die er naar toe pelgrimeren, Perzische, Griekse, Egyptische, Arabische en Turkse overheersers, kruisvaarders, missionarissen en handelaars en nieuwe nomadische groepen uit de woestijn die zich settelen nadat in een vorige neergang boeren weer nomaden geworden waren. Naarmate we dichter bij de twintigste eeuw komen wijst Dijkstra ook vaker naar concrete bouwkundige sporen in het land.
De geschiedenis van het land is vaak verteld vanuit het optiek van de stad Jeruzalem, denk aan boeken van Karen Armstrong of Montefiore. Die wekken vooral de indruk van een aaneenschakeling van militaire conflicten, bloedbaden en etnische zuiveringen. Dijkstra weet dat beeld enorm te nuanceren. Op verschillende momenten blijkt dat de grote getallen slachtoffers van veldslagen en bloedbaden uit de beschrijvingen met een grote korrel zout genomen kunnen worden. Dat gold al voor de getallen in de Bijbel, maar ook voor veel later eeuwen. Menige genocide in het Nabije en minder nabije Oosten zal toch niet zo omvangrijk zijn geweest als vaak gesuggereerd. En de impact van de kruisvaarders is beduidend minder geweest dan hun massieve bouwwerken suggereren. Daarnaast hebben andere rampen er soms stevig ingehakt, zoals de pest, sprinkhanenplagen of droogteperiodes. Maar er is ook voortdurend geleefd, geliefd, geloofd, aan onderwijs en cultuur gedaan, aan succesvolle landbouw en handel en aan slim en ook humaniserend en pacificerend bestuur.
En voor de totaalindruk die je overhoudt aan het eind zijn woorden als divers, bont en veelkleurig nodig. Eigenlijk is een natiestaat gebaseerd op één volk, ras of godsdienst maar iets onmogelijks. Niet alleen in dit land, maar waar ook ter wereld. Is de geschiedenis er niet een van voortdurende wisselwerking, verschuiving, verhuizing, uitwisseling? En dat is ook precies zijn doel. Je kunt niet anders dan concluderen dat de joodse staat Israël een historische vergissing is, gedoemd te mislukken. Het past niet bij het land en bij de diversiteit van mensen en hun godsdiensten. En het erfgoed zou aan de rechtmatige eigenaar terug gegeven moeten worden. Heel veel kostbare documenten die Israël als joods erfgoed claimt zijn in feite door Palestijnen gevonden in gebied dat op de moment van de vondst niet onder Israëlisch gezag stond. Anders gezegd: het is roofgoed.
Het boek is eigenlijk veel te dun. Je zou veel meer plaatjes willen, veel meer kaartjes ook. Waar liggen al die plaatsen, waarheen verschoven de grenzen in het verhaal genoemd? En af en toe is de tekst weerbarstig. Het boek komt wat moeizaam op gang en je moet aan Dijstra’s stijl wennen. Het loopt het lekkerst als Dijkstra inzoomt op bijzondere gebeurtenissen en kleurrijke mensen. En wat een innemende foto staat er op de omslag.
Het boek is verontrustend. Het maakt duidelijk hoezeer het kerngebied van het jodendom van de oudheid gevormd werd door het heuvelland van Hebron–Bethlehem–Jeruzalem en dan noordwaarts, dus het gebied dat in 1948 grotendeels buiten de staat Israël bleef: de Westbank die dan nadrukkelijker nog dan daarvoor bevolkt werd door Palestijnen. De Terugkeer was eigenlijk nog maar half gelukt. Geen wonder dat de fanatieke tak van het joodse zionisme gesteund door fanatiek christenzionisme zo aast op dit gebied, en dat Netanjahu’s regering en legermacht gedragen door de meerderheid van de Israëlische kiezers in hoog tempo dit gebied verder koloniseren. Protestantse pro-Israël-dominees hebben het op Israël-avondjes en in hun boeken steevast over Judea en Samaria. Op papier hebben ze de Palestijnen al van de kaart geveegd. De verliezers van de geschiedenis verdienen juist compassie.
uitg. Boekencentrum 2018, 352 p., € 24,99