Ik zou willen dat de eenvoudige en zuivere Christus diep de geest der mensen werd ingeprent, en dat acht ik het best bereikbaar door aan de bronnen zelf te filosoferen
In Nederland eren we Erasmus. Zijn standbeeld in Rotterdam is een van de oudste in ons land. Al drie keer stond hij op een postzegel. Dit jaar krijgt hij een ´Gouds glas´, een gebrandschilderd raam in de Sint Jan in de stad van zijn jeugd. ´Het beschaafde menschdom heeft reden, Erasmus´ naam in eere te houden, al was het enkel omdat hij de innig oprechte prediker is geweest van die algemene zachtmoedigheid, die de wereld nog zoo bitter nodig heeft´. Aldus onze grote historicus Johan Huizinga in zijn prachtige Erasmusbiografie uit 1924.
De zoon van een priester kreeg de naam van een heilige martelaar. Zelf werd hij geen heilige en ging hij het martelaarschap uit de weg. Zijn vriend en collega-humanist Thomas Moore kwam op de brandstapel van koning Hendrik VIII. Sommige volgelingen van Luther onderging ook zo’n lot. En de protestanten dacht dat zij de juiste consequenties trokken uit de kritische beschouwingen die ook Erasmus over het christendom van zijn tijd had gegeven. Ook veel Rome-getrouwen hielden Erasmus medeverantwoordelijk door de opstand die Luther in 1517 ontketende en die zich over het hele Europa uitbreidde waar ook Erasmus’ boeken waren verspreid. Wat had hij zich kritisch geuit over de santenkraam van vaste rituelen en ceremoniën volgens vaste voorschriften, over pelgrimages en reliekenverering, biecht en aflaat, het monnikendom (hij was er een geweest in Gouda) en de eindeloze spitsvondigheden van de theologie! Maar de Reformatie was zijn werk niet. Hij bleef Rome trouw en dook weg door letterlijk van de universiteit van Leuven weg te vluchten naar zijn grote vriend de boekdrukker Frobenius in Bazel. Een paar jaar later begaf hij zich wel in een pennenstrijd met Luther over de leer van de vrije wil en de goddelijke uitverkiezing. Ze bereikten elkaar niet.
Erasmus was alleen in de wieg gelegd voor boeken. En zijn belangrijkste geschriften zijn van voor 1517. Zijn meesterwerk de Lof der Zotheid is van 1509. In de stijl van grote auteurs van de oudheid houdt hij zijn tijdgenoten satirisch spottend een spiegel voor over de dwaasheid van al het menselijk gedoe in kerk en staat, op straat en in de liefde. Soms scherp, maar vooral ironisch. De dwaasheid blijkt soms nog zo gek niet. Scheef Paulus niet over de dwaasheid van het Evangelie?
Erasmus wilde een eenvoudig, waarachtig christendom, zonder opsmuk, bijgeloof en dogmatiek. De weg erheen was de weg ‘terug naar de bronnen’. Alle vrouwtjes zouden het evangelie en de brieven moeten kunnen lezen. Een van zijn grote prestaties was een verbeterde uitgave van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament in 1516. Hij wilde een wedergeboorte, een renaissance van de klassieke stijl van schrijven en denken, maar met als doel een renaissance van het leven in de geest van het Evangelie. Zijn invloed moeten we vooral daar zoeken waar volgelingen van Luther, Zwingli, Calvijn of de paus probeerden hun standpunten te matigen, hun conflicten te beëindigen. Of waar Hollandse regenten een republiek stichtten met plaats voor vervolgde vreemdelingen, waar gereguleerde armenzorg van de grond kwam en heksenverbrandingen beëindigd werden.
(2016)