George Whitefield, 16 dec 1714 Gloucester (GB) – 30 sept 1770, Newburyport (Noord-Amerika)

George WhitefieldIk zal nooit spreken over wat echt is alsof het maar verbeelding is. Ik wil geen prediker zijn met fluwelen mond.

Volgens een schatting heeft hij 18.000 preken gehouden. Deze grote opwekkingsprediker stond aan de wieg van het Methodisme en daarmee van het hele evangelicale christendom. In de VS wordt hij gezien als een van de eerste blanken die ook voor zwarte slaven preekte.
George Whtiefield werd precies driehonderd jaar geleden geboren. Zijn moeder was een weduwe en runde een herberg. Op jonge leeftijd ontwikkelde hij een passie voor acteren en theater. Hij studeerde in Gloucester en Oxford en bekostigde de studie met nederige klusjes voor de gesitueerde studenten. Samen met de broers John en Charles Wesley vormde hij de ‘Holy Club’. Net als zij onderging ook hij een bekeringservaring, lente 1735. Zijn eerste grote opwekkingsbijeenkomst vond plaats in de buurt van Bristol met als publiek vooral mijnwerkers die niet bepaald een christelijke levensstijl hadden. Velen huilden na het horen van zijn preek en kwamen tot bekering.
Omdat de Britse kerken de deuren vaak sloten voor hem en de gebroeders Wesley vonden hun samenkomsten dan in de open lucht plaats. Met zijn enorme stem wist hij gevoel op te wekken bij grote menigtes. Dat hij scheel keek nam men voor lief. Soms ging de prediking van Whitefield gepaard met heftige taferelen bij zijn toehoorders. Zelf hechtte hij niet al teveel waarde aan dergelijke ‘twijfelachtige aanwijzingen’.
In 1738 bezocht hij de Verenigde Staten. Whitefield was samen met onder andere Jonathan Edwards een van de krachtigste stimulators van de First Great Awakening van 1740. Hij maakte ongekend lange tochten door de staten en preekte vaak dagelijks en groeide zo uit tot een echte celebrity. Tachtig procent van de Amerikanen moet hem hebben horen preken. Deze opwekking wordt wel gezien als een wegbereider van de Amerikaanse democratie: formele status en hoge opleiding werden minder belangrijk, persoonlijke ervaring raakte meer in tel. Benjamin Franklin, later een van de grondleggers van de VS, was trouwens een van Whitefields bewonderaars en vrienden, ook al had hij andere opvattingen.
Whitefield stichtte ook een kindertehuis in Georgia. Daar gold in die tijd een omstreden verbod op slavernij. Whitefield verdedigde de slavernij om economische reden, maar bepleitte wel een menswaardige behandeling en de bevordering van de geestelijke ontwikkeling van de slaven. Een blinde vlek? Hij zaaide wel het zaad van de gelijkheidsgedachte en zijn overlijden werd ook in zwart Amerika betreurd.
Hij had toen de oceaan dertien keer overgestoken. Er waren soms wel spanningen tussen de leiders van de beweging geweest geweest. Whitefield dacht calvinistischer over de leer van goddelijke uitverkiezing dan John Wesley. Een blijvende breuk werd het niet. Pas na hun dood vormden de methodisten een eigen kerkgenootschap.
Een biograaf noemt zijn werkzame leven één lange 31 jaar durende preek. Zoiets was nog niet eerder vertoond.

Nicolaas van Cusa, Kues (a.s. Moezel) 1401 – 11 augustus 1464 Todi (It.)

Nicholas_of_CusaGod,geeft Gij u te kennen, dan zal het zwaard ophouden, evenals de kwaadaardigheid van de haat en alle slechte dingen

Hij werd geboren als zoon van een wijnhandelaar Cryfftz (Kreeft). Was 6 december de doopdag van deze Nicolaas? Een geldschieter laat hem studeren, om te beginnen in Deventer op een school van de Moderne Devoten, vervolgens in Heidelberg en Padua. Hij wordt een van de belangrijkste geleerden van zijn tijd. Hij verzamelt en onderzoekt belangrijke oude handschriften. Op tal van terreinen komt hij met vernieuwende opvattingen. Over de rechten van het concilie, over de macht van overheden en het belang van instemming van onderdanen, over het heelal en de oneindigheid van God. Als eerste beschrijft hij geslepen lenzen die bijziendheid corrigeren. Als kerkpoliticus met grote diplomatieke kwaliteiten schopt hij het tot kardinaal.
In 1453 wordt Constantinopel (Istanbul) veroverd door de Turken. Een belangrijk thema voor Nicolaas was het bewerken van eenheid. Hij had zich ingezet voor verzoening tussen de Byzantijnen en de Kerk van Rome, om samen sterk te staan tegen de oprukkende Turken. Tevergeefs. Er gaat een schok door Europa over de wreedheden en de barbaarse verwoesting van cultuurgoederen. Het christendom staat op het spel. De paus roept op tot een nieuwe kruistocht om het tij te keren. Maar Nicolaas wil niet meedoen aan het prediken van geweld. En van bekeringsmissies verwacht hij ook niet veel. Zijn antwoord is het schrijven van het boek Over godsdienstvrede. De rechterhand van de paus bepleit nu eenheid met de islam! Het boek opent met het visioen van een hemelse hoorzitting ter voorbereiding op een godsdienstconferentie in het aardse Jeruzalem. Door dialoog kunnen de verschillen die verdeeldheid zaaien in de wereld uit de weg worden geruimd. Nicolaas verdedigt de stelling dat christenen en moslims samen dezelfde God vereren, ook al doen ze dat in verschillende godsdiensten. Belangrijke geschilpunten berusten eigenlijk op misverstanden. Ze zouden het met elkaar eens kunnen worden. Wat christenen geloven over Gods drie-eenheid kan verzoend worden met wat moslims geloven over de eenheid van God. En Jezus is niet in fysieke zin Gods Zoon, maar dit zoonschap is een ‘intellectueel’ begrip.
Als filosoof muntte hij het begrip ‘samenkomen van tegengestelden’: coincidentia oppositorum. Het lijkt wel zijn levensdevies. Hij was een belangrijk deelnemer aan het concilie van Konstanz waar de interne strijd van de westerse christenheid bedwongen moest worden. Zo zou ook het gigantische conflict tussen christendom en islam beter met beraad dan met wapens beslecht moeten kunnen worden. Een belangrijke stap is dan het kennis nemen van de ander. Hij verzorgde dus ook de uitgave van een vertaling van de Koran in het Latijn en een gids over die Koran.
Misschien is samenspreking gericht op dieper begrip van elkaar ook een goed recept voor zwartepietenconflicten en andere twisten anno 2014?

Maria van Nazareth. Eerste eeuw van de jaartelling. Palestina.

MEDION DIGITAL CAMERA‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is’ (Joh. 2: 5)

Maria is voor mij geen vierde persoon van de Triniteit. Mariaverering heeft de historische Maria nogal eens vermengd met antieke godinnen. Met goede bedoelingen natuurlijk. Heidendom kerstenen was nuttig werk en met een vrouwelijke Medeverlosseres onderging het mannelijke beeld van God de Vader en zijn verhoogde Zoon, tevens Heer, een verzachting en kreeg ook het moeder- en zustergevoel een voetstuk. Maar ik ga niet tot haar bidden. Mijn Roomse buurjongetje van vroeger kon een lang gebed tot Maria uit zijn hoofd opzeggen, mijn korte protestantse tafelgebedje stak er armzalig bij af. Mijn maximum blijft een plek op de Getuigenkalender. Wel een ereplaats. Ze is tenslotte een mens van vlees en bloed die voorbeeldig voordeed wat liefde voor haar Zoon betekent.
Helaas weten we niet veel over haar. Historisch gezien lopen feit en legende ook in het Nieuwe Testament door elkaar. Matteüs en Lucas hebben voor hun beroemde kerstverhalen veel ontleend aan verhalen uit het Oude Testament en de keizerpropaganda van hun eigen tijd. En de Lofzang van Maria – die wel erg lijkt op die van Hanna –  was volgens sommige handschriften door Lucas bedoeld als een lofzang van Elisabeth.
Maar feit blijft dat ze de moeder van Jezus was. Woonachtig in het onbelangrijke Nazareth in een tijd van Romeinse bezetting. De kost werd moeizaam verdiend met timmeren. En ze is hem gevolgd. Ze moet getuige zijn geweest van zijn optreden, zijn genezingen, zijn boodschap. En zijn kruisiging. Stabat mater dolorosa. Er stond een treurende moeder. Een andere zoon werd leider van de gemeenschap die in de geest van Jezus doorging: Jacobus met eelt op zijn knieën van het bidden. Ze was er kennelijk bij. De eerste kerkmoeder.
Ze zou tenslotte in Efeze ten hemel gevaren zijn. Maar dan zitten we weer in de legende, Efeze was de grootste stad na Rome en een plaats waar een belangrijke godin beconcurreerd moest worden.
Godsdienstpsychologen zeggen wel dat vaders vooral een stempel zetten op gedrag en overtuiging van de kinderen, maar moeders op hun beleving. Maria, gezegend ben je om de vrucht van je schoot en van je hart. Toch een Mariagebedje.

Afbeelding: een oud Mariabeeld uit Kroatië

 

Abba Antonius, 251 Heracleopolis Magna – 356 de Colzimberg (Eg.)

Antonius abt verklZorg dat je je tong en je buik de baas wordt

‘De verzoekingen van de Heilige Antonius’ vormen tot op heden een verleidelijk thema voor kunstschilders. Het bekendst zijn de kleurrijke panelen van het Isenheimer Altar in Colmar (Elzas). Antonius wordt er door draken omgeven.
De vader van alle monniken was bij leven al beroemd. Athanasius, bisschop van Alexandrië, droeg verder aan zijn roem bij met de uitvoerige biografie die hij al in 360 schreef en die een grote verspreiding kreeg. Antonius werd geboren in de Nijldelta in een bemiddeld gezin van koptische christenen. Na het overlijden van zijn ouders werd hij getroffen door de woorden uit het Evangelie over het verkopen van alle bezittingen om Christus te kunnen volgen. Dat deed hij dus. Hij deelde de opbrengst uit onder de armen. Alleen voor zijn zus hield hij iets achter. Voortaan wilde hij leven zonder bezorgdheid over morgen. Rond zijn twintigste werd hij zo een asceet. Dat bleef hij 85 jaar. Aanvankelijk had hij zijn kluis nog in de buurt van de dorpen, onder meer op een begraafplaats. Later trok hij zich heel diep in de bergachtige woestijn terug. Dat was nieuw. Het sobere leven met zijn eigen akkertje in de buurt van een bron, van wat de natuur opleverde en wat bezoekers meebrachten, heeft hem geen kwaad gedaan. Hij werd waarschijnlijk 105 jaar oud!
Athanasius kon heel wat verhalen optekenen. Herhaaldelijk klinkt daaruit het geschreeuw van demonen op. Een keer klettert er een zilveren schaal voor Antonius’ voeten die de duivel moet laten vallen. Het is bij tijden een heel gevecht tegen de verzoeking van een leven met een vrouw, met lekker eten, mooie kleren, status en roem. Antonius maakt dus van een strenge beheersing van impulsen en begeertes zijn levenswerk. Zijn voornaamste middelen zijn het gebed en het zingen van psalmen.
Hij krijgt veel bezoek en ook veel navolgers voor wie hij een gids wordt. Het aantal kluizenaars en pilaarzitters in Egypte en Palestina van de vierde tot de zesde eeuw moet in de tienduizend lopen. De Egyptische monniken hebben door hun nauwe verbondenheid met hun regio van herkomst er in belangrijke mate aan bijgedragen dat het christendom zo diep wortel schoot in Egypte dat het de komst van de islam wist te overleven, tot op de huidige dag.
Op den duur zou het samenleven in kloosters met leefregels de voornaamste vorm van het christelijke monnikendom worden. Maar het voorbeeld van het solistische kluizenaarsbestaan vindt tot op de dag van vandaag navolging. Tussen de zwervers met alle spullen in een boodschappentas kan maar zo een heilige zitten die de verzoeking van vertrouwen op materiële zekerheden heeft leren weerstaan!
‘Sint Antonius’ valt op 17 januari en is vanouds omgeven met volkswijsheden over het weer.

Thomas Merton, 31 januari 1915, Prades (Fr.) – 10 december 1968, Bangkok

De theologie van de liefde moet proberen realistisch om te gaan met kwaad en onrecht in de wereld en er niet alleen maar compromissen mee sluiten.

‘Op de laatste dag van januari 1915, onder het teken van de Waterman, in het jaar van de grote oorlog en diep in de schaduw van enige Franse bergen aan de Spaanse grens, kwam ik ter wereld. Vrij van nature, naar het beeld van God, was ik toch de gevangene van mijn eigen heftigheid en mijn eigen zelfzucht, naar het beeld van de wereld waarin ik geboren ben’.
Zo begint de autobiografie Louteringsberg uit 1946-1947. Thomas Merton verbleef toen al in een Amerikaans klooster. Hij had wilde jaren achter zich, door het vroeg overlijden van zijn ouders, verschillende verhuizingen, affaires met meisjes, drank. Was het door de ongestructureerde vrijheid van zijn jeugd dat de zoektocht naar echte vrijheid zo’n belangrijk thema in zijn leven werd? Die zoekt en vindt hij in een religieus leven. Hij stort zich erin, treedt in bij de trappisten van het klooster Gethsemani (VS) en krijgt zelfs toestemming om in grote afzondering te wonen. ‘Er is een grotere troost in het wezen van stilte dan in het antwoord op een vraag’. Hij wordt door studie én praktijk een groot kenner van spiritueel leven volgens de christelijke traditie.
Bijzonder is dat ‘father Louis’ tegelijk zo diep verbonden was met de moderne wereld. ‘Niemand is een eiland’. Hij las de ‘nihilist’ Nietzsche en auteurs als Sartre en Albert Camus, hield van jazz, fotografeerde. Zijn gevoel van roeping bracht hem in de voorhoede van de vernieuwing van het kloosterleven en van de kerk, rond het Tweede Vaticaans Concilie. Ook mengde hij zich als vredesactivist in discussies over de Koude Oorlog, de Vietnam-oorlog en mensenrechten.
Zijn heftige natuur bleef hem begeleiden. Ook in de verliefdheid die hem kort voor zijn dood overviel. Met moeite verbrak hij op bevel van zijn abt de relatie.
Merton zocht steeds ook inspiratie in andere tradities, zoals de islamitische mystiek van de soefi’s. Hij ging in gesprek met kenners van zen, met hindoes en boeddhistische geestelijken. Hij had al een ontmoeting met de Dalai Lama toen dat voor westerlingen nog heel ongebruikelijk was. Kort erna werd Merton dood gevonden in zijn hotelkamer, geëlektrocuteerd door een defecte ventilator.
Door zijn toegankelijke schrijfstijl werd hij een van de belangrijkste christelijke auteurs van de afgelopen eeuw over spiritualiteit. Maar zijn naam wordt ook nog steeds verbonden met het opkomen voor vrede en mensenrechten en tegen bijvoorbeeld het vele seksuele misbruik binnen het Amerikaanse leger.

Thomas Merton Wat liefde allemaal doet.