Volgens een kosteres in Zuid-Holland zijn kerkgangers alleen maar met het instand houden van hun geloof bezig en vergeten ze aan zichzelf te werken. Aldus een interview in Trouw, augustus 2009, in een serie die al jaren loopt over religieuze ervaringen. Ook deze geinterviewde mevrouw had een ervaring doorgemaakt. Ze liet nu het oog vallen op Soestdijk als ideale plek om een centrum te stichten voor spirituele verandering van mensen.
Typisch iets van deze tijd, die zwart-wit tegenstelling tussen kerkelijk geloven en buitenkerkelijke spiritualiteit. Bijna hoogmoedig. Je hebt ‘ervaren’, en nu ‘weet’ je, en ‘weet’ je tegelijkertijd dat die anderen in de kerk om je heen ‘nog niet zover zijn’ als jij. Alsof er in de kerk niet wekelijks door kerkbezoekers in gebed en lied, bezinning, rituelen en symbolen naar een God gezocht wordt die ook ‘in’ je woont en door jou werken wil.
Een prachtige slogan luidt ‘zoek niet de ervaring, zoek God’. Jezus zei ‘zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en alle dingen zullen je worden toegeworpen’.
Calvijn
Herman Selderhuis schreef ter gelegenheid van het Calvijn-herdenkingsjaar Calvijn.Een mens. Het ziet er wat saai uit. Jammer dat het niet met meer en betere illustraties is uitgegeven. Maar het is betaalbaar en vooral heel goed leesbaar. Selderhuis heeft een vlotte pen en een relativerende toon, af en toe zelfs een te populistisch toontje. Hij zet een Calvijn neer die in elk geval gedreven is, een harde werker, sober levend. Calvijn wint in Genève pas heel langzaam echt aan invloed en niet bepaald zonder slag of stoot. Hoemeer hij aan invloed wint, hoe scherper de scheiding kerk-staat wordt! Genève wil wel model staan voor een stad met goede zeden, maar S. laat zien dat op veel meer plaatsen de stadsbesturen grotere invloed op de zeden van de burgers proberen te krijgen. Ondertussen komt zo wel uit de verf hoezeer Calvijn een vrucht van de Renaissance is. De nadruk op bijbel en bijbeluitleg, disciplinering, onderwijs en theologie passen in een renaissance-ideaal van beschaving. Calvijn is bij S. niet zo’n grote scherpslijper, hij wil best water in de wijn doen om eenheid over de Avondmaalsleer met andere reformatoren te bewerkstelligen. Naar Franse landgenoten die proberen binnen de kerk Rome te blijven om haar van binnen uit te vernieuwen is hij wel compromisloos. Bij de Paapse mis kun je alleen maar weglopen. Voor de Franse protestant staat dan alleen maar de weg open om te vluchten. S. laat subtiel zien dat Calvijn hier misschien te simpel denkt en vooral ook te elitair. Je moet een vlucht maar kunnen betalen. Maar is dit niet een typische karaktertrek van de moderne Europeaan geworden: eerder emigrant dan rebelse opstandeling? Zo krijgen we dan later Pilgrim Fathers en Hugenoten in Zuid-Afrika. Verder vond ik in deze Calvijn nogal wat Stoicijnse trekken. In zijn brieven heeft hij het kennelijk veel vaker over de voorzienigheid dan de vermaledijde leer van dubbele predestinatie. Onder die voorzienige en onbegrijpelijke hand Gods moet je bij hem zonder morren bukken in geval van ziekte en tegenslagen. Calvijn laat zielen gestaald worden onder een hemelse tuchtroede. Af en toe ging hij gewoon te kort door de bocht.
Christelijke vaderlanders
Annemarie Houkes schreef een heel goed leesbaar historisch proefschrift: Christelijke vaderlanders. Godsdienst, burgerschap en de Nederlandse natie (1850-1900). Het verscheen in 2009. ISBN 9 789028 422803. Ze laat zien hoe de protestanten,de grootste maatschappelijke groepering van midden 19de eeuw, want half Nederland hoort er dan nog bij, zich langzaam maar zeker als groepering in de openbare ruimte begint te bewegen en organiseren. Ze zetten allerlei organisaties op om “inwendige zending” te bedrijven, jeugdwerk te doen, liefdadigheid te betrachten. Dankzij de trein kunnen ze grootschalige ‘zendingsfeesten’ organiseren. Zo begint de protestants-christelijke groepering allereerst heel letterlijk in het openbaar zichtbaar te worden. Abraham Kuyper speelt hier vervolgens handig op in. Hij deelt de eerste exemplaren van zijn nieuwe krant aan de bezoekers van zo’n feest gratis uit en zo begint hij een antirevolutionair netwerk over het hele land te leggen. Maar de verdienste van het boek is vooral ook dat het de hervormden veel meer zichtbaar maakt dan de geschiedschrijving tot nog toe deed: de hervormden die naast de AR de Christelijk Historische Unie vormden, die niet meegingen bij de Doleantie, maar niet minder plaatselijke jeugdverenigingen, vrouwenverenigingen etctera hadden, die de NCRV mede oprichtten en op termijn de belangrijkste fusiepartner zouden worden van de gereformeerden in de GKN en de ARP. Kuyper maakte gebruik van een beweging die hij niet zelf tot stand had gebracht en die zich ook niet zonder meer door hem liet kanaliseren.
Mooi boek over de Psalmen
Drama van crisis en hoop. De psalmen: gedicht, gebundeld en gebeden, uitg. Meinema 2008, ISBN 978 90 211 4169 5, is een prachtig boek over de Psalmen. Het geeft heel veel wetenswaardigs over de ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek van de Psalmen, laat helder zien hoe de opbouw van het boek Psalmen is en van afzonderlijke psalmen, trekt mooie thematische lijnen en vertelt ook fraai over de doorwerking in de geschiedenis. Prachtig zoals Augustinus de Psalmen wilde lezen! In mijn boek Vijf stenen, vijf broden zat ik min of meer op dezelfde lijn van denken. Waar Schuman het proces van Davidisering benadrukt, waaraan de Psalmen zijn onderworpen, leg ik wat meer accent op zoiets als de ‘mosaïsering’. Ook Schuman onderkent de vijfdeling, maar doet er niets mee. Terwijl hij juist laat zien dat het verhaal van David en Goliath een belangrijke rol speelt in het proces van Davidisering in de fase van afronding van het kanonieke Psalmboek, zoals blijkt uit de apocriefe Psalm 151, of veel later de afbeeldingen in het Utrechts Psalter na Psalm 150. David raapt in dat verhaal vijf stenen. Hij heeft de vijf wijsheden van de Tora op zak. Maar dat kunnen geen andere zijn dan de vijf wijsheden van de Psalmen. Wie David zegt, zegt niet alleen Psalmen maar ook Mozes. Deze ‘messias’ zingt zich niet los van Tora, maar beaamt hem en zingt hem te binnen.
Niet voor politieke waarden?
Prof. Matthias Smalbrugge (VU) vindt volgens Trouw van 5-8-09 dat de kerk er niet is om politieke waarden te beschermen. Ze is er om God ter sprake te brengen. Het werken aan bijvoorbeeld de democratie moet aan anderen overgelaten worden, tenzij in bijzondere noodsituaties. Smalbrugge huivert als hij terugdenkt aan de inzet van de kerk in het debat over de kernwapens. De kerk moet discreet haar mond houden en eerst in eigen huis orde op zaken stellen.
Een beetje vreemd. Hoe kunnen we God nu ter sprake brengen zonder ook uitspraken te doen die de maatschappelijke en politieke werkelijkheid raken? De diepe kerkelijke verdeeldheid over de kernwapens was onvermijdelijk. Als kerkleden zijn we ook burgers die dus hun politieke verschillen meenemen de kerk in. En voorgangers moesten wel laten zien in welke richting de boodschap van de bijbel ongeveer wees, naar hun bescheiden mening. Het blauwe boekje dat de Hervormde Synode over de Kernbewaping het licht deed zien heb ik als enorm bevrijdend en verrijkend ervaren, omdat het me hielp te begrijpen wat de notie ‘hoop’ in bijbelse betekenis eigenlijk inhoudt. Zonder in te gaan op de politieke en maatschappelijke werkelijkheid zal het nooit wat worden met het ‘huiswerk’ van de kerk om overtuigende woorden over God te vinden. Ik sta dus dichter bij bisschop de Korte in ditzelfde interview die het kerkelijk spreken over God en het maatschappelijk actief zijn niet zo ver uit elkaar wil halen als Smalbrugge.
D. Chantepie de la Saussaye – theologie na Darwin
Een van de belangrijkste predikanten van de 19de eeuw, initiator van de zogenaamde ‘ethische theologie’, naast zijn vriend Nicolaas Beets ‘voorman’ op de linker vleugel van de christendemocratische beweging in de eerste periode na de grondwetswijziging van 1848. Leefde van 1818-1874, was student in Leiden, predikant van de Waalse gemeentes te Leeuwarden en Leiden en van de Hervormde gemeente te Rotterdam voordat hij in 1872 hoogleraar werd in Groningen. Bewonderaar maar vooral ook criticus en tegenstander van Groen van Prinsterer en later ook Abraham Kuyper. Sloeg in zijn theologie een brug tussen gereformeerde orthodoxie en moderniteit. Zo heeft hij nauwelijks meegedaan aan protest of verzet tegen Darwin, gaf daarentegen in zijn korte professoraat juist college over het bijbelse scheppingsbegrip onder erkenning van de wetenschappelijkheid van de evolutieleer. En toen jonge predikanten de historiciteit van het opstandingsverhaal begonnen te ontkennen, schreef hij een heel intrigerend essay waarin hij openlijk brak met de manier waarop een theoloog als Doedes, met wie hij overigens nauw had samengewerkt, juist de historiciteit van de bijbelse wonderverhalen overeind probeerde te houden. Ik vind dit essay – Een Woord van Toelichting – een van de hoogtepunten in zijn oeuvre. Het verscheen in dezelfde tijd als Darwins’ Origin, najaar 1859. In mijn proefschrift Door Simon gezien neemt de analyse van dit geschrift een centrale plaats in. Al lang voor het optreden van Abraham Kuyper en zijn fundamentalistische benadering van het vraagstuk van geloof en moderne wetenschap had La Saussaye de gebreken van dit fundamentalisme doorzien.